zondag 10 juli 2011

Winkelhorror

"Ga maar voor", moet de meest uitgesproken zin door mij van de afgelopen jaren zijn. Het is niet omdat ik een vriendelijk vrouw ben, maar omdat ik er een reden voor heb. Ik heb namelijk een ontzettend grote angst voor winkels en nog meer voor kassa's.

Ik zal niet zomaar een winkel binnenwandelen omdat ik er toevallig passeer. Nee, voor ik een winkel binnenstap heb ik de winkel al grondig gecheckt. Meestal ga ik dan ook altijd dezelfde bekende winkels binnen. Een onbekende winkel bezorgt mij stress waardoor ik net zo snel terug buiten stap als ik ben binnengewandeld.

Ik haat kleine winkels waar je direct in aanraking komt met personeel. Je wordt er direct overmand door een vreselijk beangstigend en beklemmend gevoel. Je hebt constant het gevoel dat ze al je bewegingen controleren, analyseren en noteren. En dus ga ik nooit onberekend zo'n winkel binnen.

In grotere winkels heb je een vrijer gevoel. Je kan de winkel op je gemak doorwandelen zonder er lastig gevallen te worden door personeel. Het nadeel van deze soort winkels is wel het aantal klanten dat hier aanzienlijker hoger ligt. En deze groep van mensen kunnen soms nog ambetanter zijn dan gewoonweg personeel. Ofwel blokkeren ze de weg met hun karretjes, ofwel staren ze je aan alsof ze nog nooit iemand maandverband of tampons hebben zien meenemen ofwel word je aangesproken omdat ze denken dat je van de winkel bent. Kortom, je hebt er geen rust.

Aan de kassa's maak ik elke keer opnieuw dezelfde horror mee. Ik zal nooit (!) naar een kassa gaan als ik nog niet weet hoeveel het mij zal kosten en voor ik het geld effectief gepast klaar heb. Een rij mensen voor mij vind ik niet erg, maar vanaf het moment dat er mensen achter mij beginnen te staan, schiet ik in paniek. Ik ben bang dat ze naar mijn gat staren. Dat ze mijn bewegingen observeren - wat doe je anders als je tijd hebt en je moet wachten? - en roddelen over mij. En dus zeg ik op een vriendelijke manier: "Gaat u maar voor. Ik ben iets vergeten", terwijl ik verdwijn en mij naar een andere kassa begeef. En zo gebeurt het mij wel vaker dat ik langer aan de kassa's ronddool dan ik effectief in de winkel heb rondgekeken.

Dus, de volgende keer dat iemand je laat voorgaan, onthou dan dat dit geen vriendelijke daad is.

zaterdag 5 februari 2011

Enquête

Als het één ding is waar ik een bloedhekel aan heb, dan zijn het wel enquêtes. Om één of andere reden ben ik de laatste maanden erg populair. Zoveel telefoons heb ik op die paar maanden nog nooit gehad in mijn gans leven! Maar blijkbaar is 25 jaar (of het worden van) een ideale doelgroep.

Elke keer is het hetzelfde, alleen zijn de vragen anders. Maar ik heb een tactiek ontwikkeld om zo snel mogelijk van het gesprek verlost te zijn én toch beleefd te blijven. Op elke, maar dan ook elke vraag, die ze mij stellen antwoord ik simpel, kort én beleefd: "nee" op. Ik blijf elke keer verbaasd zijn van niet niet opvallen van mijn tactiek. Geen één keer heb ik een verbaasde ondervrager aan de lijn gehad. Nochtans heb ik mij bij bepaalde vragen serieus moeten inhouden. "Kent u coca cola?". "Nee" antwoordde ik twijfelend. Natuurlijk ken ik Coca Cola. Wie kent er dat nu niet? Zelfs in Afrika kennen ze Coca Cola. Maar ik, Alimonia, nee ik ken Coca Cola niet. En gelukkig maar. Of ik kreeg vervelende vragen voorgeschoteld.

En toch heb ik veel respect voor de ondervragers. Je moet het maar doen. Mensen storen op hun vrije avond na een dagje hard werken. Het laatste wat deze mensen willen doen is, ja juist, vragen beantwoorden. En toch blijven ze beleefd en correct. "Nee ik heb nu geen tijd". "Past morgen dan om 20.30?" proberen ze. En nog voor je een nee kan uitspreken, hebben ze het al genoteerd en bellen ze je stipt om 20.30 de volgende dag.

Maar gisteren ging het te ver. Het was de zoveelste enquête van de week. Vreemd genoeg vielen ze mij niet telefonisch lastig, maar in het echt. Het was op een plaats en een moment waar je het zeker niet verwacht. Omstreeks 7 uur 's avonds werd ik uit mijn slaap gehaald in de lijnbus. Of ik geen papier wou invullen. Een enquête. "Een enquête" riep ik al lachend. "Ja natuurlijk vul ik dat met plezier in, mevrouw". "Ik heb niets anders te doen. Ik heb een ganse dag hard gewerkt, ik ben doodop en u komt mij doodleuk storen op de bus. Voor een enquête! Een enquête van de lijn". "Wil je het invullen, juffrouw?" vroeg ze nog een keer. "Mevrouw", zei ik haar terwijl ik mij recht zette. "Mevrouw, denkt u nu echt dat het invullen van deze enquête de stiptheid van de bussen zal verbeteren? Denkt u nu echt dat ze met mijn mening gaan rekening houden? Ik stuur elke maand een klacht naar de lijn en de ombudsdienst en het enigste dat ze kunnen zeggen is "het spijt ons zeer". Dus mevrouw, nee ik vul uw enquête niet in."

Maar bel mij anders volgende week vrijdag om 20.30. Dan zal ik uw enquête met plezier beantwoorden.

zaterdag 15 januari 2011

Een stapje voor

Ze stond een stapje voor op mij. Of althans dat is wat ik dacht. Ze had namelijk al haar liefde aan hem verkondigd. Ja. Ze bleek een concurrente van mij te zijn. Een andere vrouw. In het leven van hem. Ook al was (en is) hij niet van mij, was ik jaloers. Ik liet het niet merken toen hij mij hiervan op de hoogte bracht. "Ah ja?" probeerde ik emotieloos te zeggen.

Ik weet niet of hij mij dat vertelde om mij jaloers te maken of om wraak te nemen. Ik had hem namelijk een week ervoor verteld over de toenaderingspogingen van een andere jongen. "Ah serieus?" zei hij. "En wat doet hij dan?" vroeg hij. "En wie is het? En wat vind je van hem? En hoe vaak zien jullie elkaar?". En zo ging het maar door. Een half uur lang werd ik ondervraagd. Vermoeiend. Dat hij het er zo lastig mee ging hebben, had ik nooit gedacht.

En dus wou hij hetzelfde bij mij creëren. Maar dat mislukte. En niet een beetje. Want ik toon mijn jaloerse gevoelens niet. Ik hou ze lekker voor mezelf en lijd in stilte. Want ja ik was jaloers. En niet een beetje.

Over haar schoonheid heb ik weinig te melden. In mijn ogen zijn bijna alle vrouwen knapper dan mij. En dus zij ook. Al moet ik bekennen dat de 3 mannen aan wie ik de vergelijking had laten maken, mij knapper vonden dan haar.

Maar dat suste mij niet. Ik was jaloers. Ze had immers haar gevoelens open en bloot aan hem getoond. "Ik wil jou", had ze hem gezegd. Duidelijker kon het haast niet. Ik bevond mij op een ander land. Een andere route. Maar dat is dan ook niet moeilijk. Ik had gekozen voor de moeilijke weg. Ik wou een koningin worden. Van ijs weliswaar. En dus weet hij niets van mijn gevoelens. Zelfs niet dat ik jaloers op haar ben.

Maar toen kwam het eruit. "Ze is dom. Nuja, niet dom, maar kunstmatig".

En toen lachtte ik.

Lichtjes.

Ik kon met mijn gevoel van geluk geen blijf. Dit was het mooiste onrechtstreekse compliment dat ik ooit gehad heb.

Zou hij het ook gemerkt hebben?

zaterdag 8 januari 2011

Gelukkig

"Heb je nu nog geen vriend?" vroeg hij mij. "Nee" antwoordde ik hem. "Zeer goed :)!" stuurde hij terug. "Dan kunnen we elkaar nog eens zien, toch?" probeerde hij. Ik had op dat moment wel mijn geluk van de daken kunnen schreeuwen, maar ik probeerde mij kalm te houden. "Geen probleem" antwoordde ik koel.

En zo zien we elkaar weer binnenkort. Ik ben een happy mens. En daar kan momenteel niemand verandering in brengen. Zelfs niet die boze vrouw die stond die roepen en tieren in de winkel ik een kleedje met 50% korting net voor haar neus weg nam.

Tja. Het leven is voor de snelle.

zaterdag 1 januari 2011

Spellenclub

Het moet ongeveer een paar maand geleden zijn dat ik op een openstratendag aangesproken werd door een niet onaardig knappe jongeman. "Heb je zin om wat spelletjes met mij te spelen?" vroeg hij mij. Nog ik voor ik mijn stoute gedachten de vrije loop kon laten gaan, haalde hij een paar gezelschapspellen boven. "Of had je wat anders gedacht?" knipoogde hij naar mij. Helemaal rood aangeslagen, probeerde ik er de humor van in te zien. "Hoeveel keer zou hij die mop al wel niet hebben toegepast?"vroeg ik mij stilletjes af.

Ondertussen haalde hij verschillende speldozen boven en begon er uitleg over te geven. Met het ene oog en oor probeerde ik naar zijn uitleg te luisteren. Met de overige lichaamsdelen analyseerde ik hem. "Wat een knappe kerel" was het enigste wat er toen op die moment in mijn hoofd afspeelde. Dat ik ooit gebeten zou zijn door gezelschapspellen, leek me op dat moment onmogelijk.

Een paar minuten later en een flyer rijker, nam ik afscheid van hem. "Tot volgende week" riep hij nog naar mij terwijl hij nog eens knipoogde. Met een lichte glimlach op mijn gezicht zei ik "misschien".

Ondertussen zijn we een paar maanden later en ben ik een trouwe bezoeker van de plaatselijk spellenclub. Ik amuseer er mij elke keer opnieuw. Dat 80% van de leden mannen zijn, heeft er natuurlijk ook mee te maken. Het lijkt er ook op dat ik meer en meer aanvaard word ik de spellenclub. Zo werd ik vorige week nog uitgenodigd op een exclusieve spellenavond bij één van de leden zijn thuis. We hebben gelachen, veel gespeeld en voornamelijk veel verloren.

Want dat hoort erbij.

Ik laat mij dan ook expres verliezen. Want ze zeggen toch altijd: geen geluk in het spel is geluk in de liefde.

En laat dat nu voor één keer aub is waar zijn !