zondag 29 augustus 2010

Lang haar

Ik heb lang haar. Zeer lang haar. Soms 92 cm om precies te zijn. Soms verschiet ik er zelf van hoe lang het wel niet is. Dan kijk ik in de spiegel en draai ik mij nog een keer om: ben ik dat? Is dat de lengte van mijn haar? Ik heb al heel mijn heel leven lang haar gehad. Ik ken geen ander gevoel. Ik ben nog nooit naar een kapper geweest. Het "zalige" gevoel waar ik veel over lees (maar waar geen enkele vriendin van spreekt!), ken ik niet. Soms kriebelt het wel als ik in webmagazines blader. Dan denk ik: "ik wil deze coupe", maar na een paar dagen gaat dat gevoel weer over.

En zoals elke andere vrouw ben ik ook niet tevreden met mijn haar. Het is niet krullig genoeg om krullig gedragen te worden en niet stijl genoeg om vaak los te laten. Dus maak ik maar vlechten of steek ik het op.

Op lang (echt!) haar krijg je vaak commentaar. Sommige mensen zijn er helemaal weg van, anderen vinden het niet netjes dat het niet recht geknipt is en dat er zoveel dode puntjes zijn. Mensen zijn vervelend met hun opmerkingen. Kappers en homo's zijn de vervelendste soort.

Ooit zat ik op een "harenforum". Na een paar weken had ik het allemaal wel gezien. Tijd voor eigen maskers maken, had ik niet en de opmerking "als je naar zee gaat, mag je uw haar niet loslaten want dat is niet goed voor je haar!" trapte ik het af. Excuseer, maar het allerleukste is om je super lang haar los te laten in de wind! Ik ken geen ander gevoel dat hier nauw aan leunt. En als dat al niet mag.... Zucht.

zaterdag 28 augustus 2010

Meneer Freddy

Ik herinner mij de dag nog alsof hij gisteren was. Mijn eerste serieuze sollicitatie. Het was op een bankkantoor waar ik uiteindelijk 6 maanden zou verblijven. Meneer Freddy en de kantoordirecteur zaten al ongeduldig op mij te wachten. Meneer Freddy was een belangrijke man. Hij was de baas van al de kantoordirecteurs te samen. Het was een hele eer om mét Freddy in een kamer te zitten. Maar dat had ik op dat moment nog niet door. Meneer Freddy was klein van gestalte, kort haar en zeer indringende ogen. De meneer naast hem zag er dankzij zijn bril veel strenger uit.

Ik was zenuwachtig hoewel ik mij heel goed had voorbereid. Met mijn toenmalige aktetas stapte ik stijf, maar trots het gebouw binnen. "Ik kom voor de sollicitatie" stamelde ik aan het loket. "Oh, ga dan maar door!" riep de vriendelijke dame achter het raam. Ze stak haar duim op en ik voelde me meer dan welkom in het kantoor.

Ik zat ongeduldig te wachten tot meneer Freddy en de kantoordirecteur tijd voor mij hadden. Om mezelf te kalmeren, waren mijn ogen al op zoek gegaan naar schilderijen (je weet nooit dat ze daar een vraag over stellen!), maar ik vond er helaas geen enkele. De minuten duurden eindeloos, maar uiteindelijk kwam meneer Freddy mij dan toch halen.

Ik was nog steeds nerveus, maar Freddy probeerde mij te kalmeren. Hij sloeg er niet in, maar ik gaf achteraf toch een vrij kalme indruk. Nog voor ik goed en wel zat, werden de vragen afgevuurd. Ik kreeg een bedrukkende gevoel. Hoewel ik net van school kwam en goed opgeleid diende te zijn, kwam ik toch voor verrassingen te staan. De vragen waren helemaal niet standaard en ik moest gewoon mijn plan trekken. Maar dat kon ik.

Na een uur lieten de haaien mij los. Ik ging met een vreemd gevoel het kantoor buiten. De vrouw aan de balie zwaaide nog vriendelijk naar mij. Ze had in mij een tijdelijke collega gezien. Maar ik wou zo snel mogelijk naar huis. Ik was emotioneel moe. Ze hadden het uiterste uit mij proberen te halen. Eenmaal thuisgekomen belde meneer Freddy mij al op. "Je mag dinsdag beginnen". We waren die dag vrijdag.

De maanden die volgden beleefde ik een super tijd in het kantoor. De vrouw achter het loket werd een vriendin waar ik nu na 3 jaar nog steeds contact mee heb! Ze herinnert zich de dag van mijn sollicitatie ook nog als gisteren. Ik kwam met een ontzettend rood hoofd naar buiten! Ze had medelijden met mij. Meneer Freddy had het mij blijkbaar niet gemakkelijk gemaakt. De kantoordirecteur bleek achteraf toch niet zo streng te zijn als hij er uit zag.

Uiteindelijk zat mijn vervanging in het kantoor er bijna op. Zoals elke werknemer wou ik ook tonen dat ik in het bezit van "initiatief nemen" zat en belde meneer Freddy op. Ik had alles voorbereid. Mijn tekstje was uitgeschreven en ik ging het netjes aflezen. De kans dat ik het antwoordapparaat van meneer Freddy zou te horen krijgen was 99%. En toen nam meneer Freddy toch niet op zeker! Mijn nervositeitspeil sloeg een ongekende hoogte in. En zonder dat ik wist zei ik: "hallo meneer....Freddy". Ik hoorde hem lachen op de achtergrond (of andere mensen want meneer Freddy was op een feest). Pas na het telefoontje begreep ik wat ik gezegd had: "meneer Freddy!". Mijn lieve collega kon er goed mee lachen. Ik toen niet.

Meneer Freddy was heel vriendelijk. Hij zorgde ervoor dat ik in andere kantoren terecht kon. Maar daar was mijn plaats niet. Ik zocht ander werk en nam afscheid van meneer Freddy.

Soms kom ik hem nog tegen, meneer Freddy. En elke keer is hij zeer vriendelijk tegen mij. Het lijkt wel alsof ik de eerste was die tegen hem menselijk had gedaan en hem had aangesproken met zijn voornaam.

En dus vanaf toen zeg ik altijd en overal: "dag meneer Freddy".

dinsdag 24 augustus 2010

Leuk

"Maar ja" stuurde hij mij uiteindelijk via sms alsof ik een compleet onnozele én overboden vraag had gesteld. Ik hoorde hem van ver al zuchten terwijl ik hem enkel had gevraagd of hij zich wel geamuseerd had met mij. Op zijn gezicht had ik de dag ervoor voldoende kunnen afleiden, maar mijn onzekerheid was de laatste weken al lang zoek. Ook de talrijke afspraakjes die we ervoor al hadden gehad, zouden een bewijs moeten zijn dat hij mij echt wel leuk vindt. Maar keer op keer begin ik eraan te twijfelen. Ik ben misschien maar een deel van een weddenschap. We zijn beiden geen 16 jaar meer, maar het kan toch? Niet?

In mijn hoofd kan alles.

Hij vindt me niet leuk. Ook al zegt hij elk uur hoe fijn hij mijn aanrakingen en kussen wel vindt. Hij komt tot rust bij mij. Zijn ogen aanschouwen mijn lichaam. We verwennen elkaar. Om beurten. En we kwamen beiden tot een hoogtepunt.

En toch vindt hij mij niet leuk. En zelfs een onnozele sms kan daar geen verandering in brengen. Of wat u gedacht?

maandag 23 augustus 2010

Muziektip 26

Ongeloofelijk maar waar. Ik heb nog geen enkele muziektip aan Apocalyptica geschonken. Nochtans hebben ze geniale nummers genoeg. Apocalyptica bestaat uit 3 Finnen die allemaal cello spelen (+ tegenwoordig 1 drummer-. Ze zijn bekend geworden met het coveren van Metallica nummers. Tegenwoordig hebben brengen ze eigen nummers uit. Dit jaar brachten ze hun zevende album uit, 7the Symphony genoemd. Bij veel van hun nummers worden gastzangers gevraagd.

Farewell is één van hun mooiste nummers.



Geniet ook van Nothing else matters.

zondag 22 augustus 2010

Gruwelijke gedachten

De tranen rollen over mijn wangen en ik kan ze niet tegenhouden. Ik wil het ook niet. Het doet me verdomd deugd. Ik ben ontzettend moe en dan lukt het me niet om mijn emoties te bedwingen.

Ik ben het beu. Beu om in andermans geest te kruipen. Ik doe niets anders. Elke persoon die ik zie probeer ik te doorgronden. Ik vertrouw niemand. Niemand. En dus heb ik geen andere keus om hun gedachten te 'stelen' want ik geloof hun woorden niet. Nooit.

Niemands gedachten zijn veilig voor mij. Ik ploeter door hun geest terwijl ze rustig genieten van een glaasje wijn. Ik wandel er doorheen en ik zie wat ik wil zien. Elke gedachte dat ze ooit gehad hebben, zie ik. Zelfs de meest gruwelijke dingen. Zo zie ik vaak hoeveel mensen er wraakgevoelens hebben gekoesterd tegenover exen. In 40% van de gevallen las ik zelfs "moord". Maar ik ben slim genoeg om te beseffen dat het maar "gedachten" zijn en geen daden.

En daarom zijn gedachten nog gruwelijker dan daden voor mij. Want alle gedachten zijn voor mij daden. Voor mij is iedereen een potentiële moordenaar. Een potentiële verkrachter en gaat iedereen vreemd. Het is lastig om in zo'n wereld te leven. Daarnet lag ik in de armen van een pedofiel, vrouwenverslindster, een hoerenloper, een verkrachter en één lieve man.

Het probleem zit hem niet enkel in het feit dat ik de gedachten kan 'stelen', maar dat ik de gedachten van hen ook kan manipuleren. Ik laat hen denken wat IK wil dat ze denken. En dan in de meeste gevallen gaat het negatief over mij. Ik wil niet dat ze positief denken over mij.

"Als ik erin slaag om negatieve dingen in hun hoofd in te planten en later deze negatieve gedachten terug te vinden alsof het echt hun gedachten zouden zijn, ben ik in mijn opzet geslaagd."

Ik vind het verschrikkelijk dat ik deze ziekelijke hobby niet kan stopzetten. Het maakt mijn wereld een stuk onaangenamer. Waar is de tijd dat ik in de armen van mijn droomman lag? Een man die enkel voor mij leefde en die mij ontzettend graag zag?

Wanneer ga ik eindelijk eens de gruwelijke gedachten uit mijn hoofd kunnen bannen?

donderdag 19 augustus 2010

Het koppel

Ik observeer iedereen. Niemand is veilig voor mij. In de trein hou ik mij opvallend stil. Ik val niet erg op. Met mijn muziek in mijn oren, lijk ik geen gevaar te zijn. Voor niemand. Maar niets is minder waar. Ik luister de gesprekken af. Ik zet mijn muziek stiller of in de meeste gevallen volledig af. Mensen vertellen nu eenmaal meer als ze denken dat er niemand hen kan horen. Ik geniet van elk gesprek. Zo weet ik veel. Heel veel. En zonder dat ze het weten. Het zijn vaak dezelfde mensen die zich rondom mij plaatsen. Dat speelt in mijn voordeel. De hoofdstukken vormen een verhaal. Ze voelen zich veilig. Ik staar hen niet aan. Toch niet rechtstreeks. Via de weerkaatsingen in de ramen en spiegels volg ik alles op de voet. Ik mis geen woord van wat er wordt gezegd.

Ik geniet ervan. Ook het koppel hou ik al een paar weken in het oog. Ik vermoed dat ze samen zijn, maar daar ben ik niet helemaal zeker van. Ze moeten rond de 45 jaar oud zijn. De vrouw is klassiek gekleed. Haar haar meestal in een lange vlecht naar achteren. Haar gezicht is niet van make-up voorzien. Ze kijkt meestal droevig. Als ze lacht komen haar tanden bloot te liggen. Ze is geen beauty. De man is bizar. Met zijn bruine donkere jas en zijn vreemde manier van wandelen maakt hij mij bang. Hij praat niet veel. Hij doet niet veel. 's morgens komen ze samen op het station aan. Ze zitten samen in de bus. De man stapt altijd 2 meter voor haar uit. Zij loopt er als een hond achter. Soms kijkt hij achterom. Om te zien of ze nog volgt. Ze lachen dan op een vreemde manier naar elkaar. Maar ze praten niet. Soms lijkt het wel of de vrouw hem achtervolgt.

Als de trein aankomt, stappen ze beiden op. Het is de man die altijd de plaats zoekt. Mevrouw probeert altijd van plaats te veranderen, maar meneer is vrij koppig. Eenmaal ze zitten gebeurt er weinig. Ze probeert met een paar woorden een gesprek met hem te voeren, maar hij kijkt meestal - emotieloos - naar buiten. Soms gluurt hij naar mij. De vrouw kijkt mij vervolgens boos aan. Alsof ik haar iets aangedaan heb. Ik heb me ingebeeld dat ze jaloers is op mijn langere én mooiere vlecht. Mijn vlecht staat mij trouwens ook beeldig. Haar vlecht oogt saai. Eigenlijk is ze te oud voor het kapsel.

's avonds nemen ze samen de bus naar huis. Als ze hun bus missen, zetten ze zich in de stationszaal. Naast elkaar. Zwijgzaam. Ze wachten - en wachten tot de bus komt. Het is de man die het initiatief neemt. Hij merkt wanneer de bus aankomt. Mevrouw volgt hem op een paar tellen.

Ik bestudeer het koppel nu al weken en ik geraak er maar niet aan uit. Ik vertrouw de man niet. Zijn trek rond zijn mond heeft iets weg van een sarcastische lach. Hij geeft me indruk dat hij spot met zijn vrouw.

Wat zou ik toch eens graag de echte waarheid willen weten.

dinsdag 17 augustus 2010

Meeting

Het was weer even geleden maar vandaag had ik weer een vergadering. "Meeting" is een iets deftiger woord. Ik was ondertussen vergeten waarom ik deze meetings verafschuw. Om de één of andere reden doen ze me denken aan de groepswerken die ik nog op de hogeschool had. Het niveau van de groepsleden van toen, lag vandaag even hoog als de mensen die samen met mij in de meeting zaten. Laag. Zeer laag.

Ik weet niet hoe het kwam, maar het leek of ik de enigste normale oplettende persoon was. Allereerst begon onze meeting om 9.00 stipt. Zo werd dat al een paar dagen op voorhand aangekondigd. Een simpele "accept" had mijn aanwezigheid bevestigd. Om 5 voor 9 stapte ik de gereserveerde zaal binnen. Buiten de lesgever was er nog niemand aanwezig. Niemand. Zelfs geen verdwaalde man die zich van lokaal had vergist. Eén minuut voor 9 kwam er een man en vrouw binnen. Allebei rond de 30 jaar oud. Volwassen mensen zou ik ook kunnen zeggen, maar door hun gedrag tijdens de opleiding begon ik hieraan wel te twijfelen. De man had zich 3 uur nuttig bezig gehouden met het tekenen van...Ja van wat? Niets artistiek. Het waren bolletjes die samen een blad vulden. Het meisje leek op een sprekende pop. Als je op haar buik duwde zei ze af en toe iets. Erg hoogstaand was het niet - voor zo ver mijn frans reikte -

Een paar minuten na 9 kwam 75% van de rest van de groep binnen. De ene al wat meer uitgeslapen dan de andere. De lesgever wou beginnen, maar toen moest de ganse groep zich natuurlijk nog bedienen met koffie. En laat dat nu net het probleem zijn. Er was geen koffie. En zonder koffie konden deze mensen niet wakker blijven. En dus werd er getelefoneerd en dreigend gevraagd om ons lokaal van verse koffie te voorzien. Uiteindelijk konden we beginnen om kwart na 9. Ik zat er ondertussen al 20 minuten mijn tijd te voordoen. En in de business geldt toch "time money", niet? Zeker in een bank zou je denken.

De vriendelijk vrouw naast mij had haar mooi uitgedosd. Haar haren netjes opgestoken, een vleugje make-up en haar beste mantelpakje bovengehaald. Ze waande zich op een bal. Haar kledij deden vermoeden dat ze een vrij belangrijke functie bezat. Bij elk woord dat de lesgever zei (zelfs bij de inleiding!) begon mevrouw ijverig te pennen. Ik schrok. Zelfs in mijn hogeschooljaren was ik niet zo vlijtig. Ze keek me aan en ik lachte geforceerd vriendelijk. Na een paar minuten werd er ons gevraagd wie er vragen had. Zoals in de meeste gevallen had niemand vragen. 75% had dan ook de vraag niet gehoord. Soit. De vrouw naast mij had wel een vraag! Al de ogen waren op haar gericht. En toen stelde ze de vraag. Ik viel bijna achterover. Blijkbaar had ze de voorbije 10 minuten niets begrepen wat de man had verteld. Ze vroeg een compleet idiote vraag. Ik schudde mijn hoofd en kon amper mijn lach inhouden.

Ze keek mij aan en zocht bevestiging in mijn ogen dat ik het ook niet begrepen had. Ik moest haar teleurstellen. Ik had het begrepen ook al was het allemaal uitgelegd in een taal die ik niet erg machtig was.

De minuten gingen voorbij en het was tijd voor het "speeluurtje" (lees: koffiepauze). Na 10 minuten had iedereen zijn pauze genomen tot ineens de vrouw naast mij opstond. Haar pauze moest nog beginnen. In haar geval was het rookpauze. Iedereen zat ondertussen al weer netjes op zijn plaats. Te wachten. Te wachten op mevrouw en haar ondertussen zwarte longen. Zonder gêne kwam ze het leslokaal weer binnen. "Oh? Jullie waren op mij aan het wachten?" vroeg ze onnozel.

Niemand zei wat.

De les ging verder. De man naast mij had duidelijk een stuk van zijn kinderjaren gemist. Hij was ondertussen aan het tweede blad krabbels begonnen. "Je kan het straks inkaderen", fluisterde ik hem toe. Ofwel had hij mij niet goed verstaan (die franstaligen toch) ofwel begreep hij mijn opmerking niet.

De tijd vloog voorbij. Ik zat tussen een vrouw die de ene domme vraag na de andere stelde en een kleuter die dacht Picasso te zijn. En dan vergeet ik nog die man die de lesgever constant onderbrak met het stellen van vragen die hij amper begreep en zich zo interessant voelde omdat de lesgever het antwoord schuldig moest blijven.

Ik was de jongste persoon in de groep, maar ik voelde mij wel de oudste.

maandag 16 augustus 2010

Te warm

In 99% van de gevallen heb ik het warm. Te warm zelfs. Enkel in mijn bed ga ik bijna dood van de kou. Ik mis dan ook de warmte van een ander lichaam. Ik lig moederziel alleen in mijn bed. Enkel mijn "trol" ligt naast mij. Hij houdt de wacht. Om de nacht te overleven, slaap ik met een laken, een deken en altijd een donsdeken. Deze keer overdrijf ik niet. Zelfs in de zomer ligt mijn donsdeken op mijn naakte lichaam te blinken. Ja, toegegeven ik slaap graag naakt in de zomer. Sinds kort heb ik een geweldig donsdekenovertrek. En nu voel ik mij tenminste niet het enigste monster in de kamer.


Nee serieus. Overal heb ik het te warm en open ik al de ramen die ik maar zie. Op het werk, op de trein,... Mensen kennen mij al, maar ik geef niet op. In de trein hanteer ik het principe "wie eerst zit, doet wat hij wil". En aangezien ik opstap in het beginstation, doe ik wat ik wil en dat is het raam wagenwijd openen. Het is waar, met dat raam open kun je niet meer converseren, maar dat is niet nodig. 's avonds is toch iedereen moe. En mocht dat niet het geval zijn is dat alleen maar het bewijs dat ze niet hard genoeg werken. Op het werk is er een andere regel van toepassing: "wie naast het raam zit, doet wat hij wil". En aangezien mijn bureau naast het raam staat...

Goed. U heeft me begrepen.

Mocht u de volgende keer te koud hebben, mag u altijd mijn donsdeken lenen. Maar alleen overdag !

zondag 15 augustus 2010

Muziektip 25

Florence and the machine is hot. Niet enkel in de zin van "populair voor het moment", maar het is ook nog een knappe madam. En ze heeft een heerlijk nummer uit.

vrijdag 13 augustus 2010

Lezen


Het is zo ver. Ik heb de microbe van het lezen te pakken. In 3 weken tijd ben ik aan mijn tweede boek begonnen. Hoewel ik enkele maanden geleden nog bij hoog en laag beweerde dat ik een bloedhekel aan lezen had, ben ik nu niet meer te stoppen.

Spannend, toch? Ik ben benieuwd hoe dit gaat aflopen! Ga ik echt een boekenverslindster worden? Ga ik vanaf nu ook een lijst bijhouden met "boeken gelezen in 2010?" zoals ik al doe met de films?

woensdag 11 augustus 2010

Vrijgezel

Soms vraag ik het mij serieus af of ik eeuwig zielig en alleen zal blijven. Mijn vriendinnen rondom mij zijn bijna allemaal gesetteled. De ene heeft net een huis gekocht met haar vriend. De andere woont sinds kort op een gezellig appartement. met haar vriend. Mijn vriendinnen hebben niet stilgezeten. Ze hebben er werk van gemaakt. En hoewel ik vroeger een kampioen was in het spurten, loop ik deze keer jaren achter.

Er scheelt niets met mij, hoor ik mijn vriendinnen zeggen. Je bent mooi, grappig, eerlijk, lief en speciaal. "Je komt heus de juiste man nog tegen" proberen ze mij te sussen. Maar ik zie de angst in hun ogen. Ze zeggen het mij niet, maar ik zie het wel. Ik ben al 24 jaar en nog steeds vrijgezel.

Hoewel ze bij hoog en laag beweren dat ze jaloers op mij zijn, kan ik hen daarin geen ongelijk in geven. Vrijgezel zijn is heerlijk. Je doet wat je wilt. Ik hoef met niemand rekening te houden. Ik moet naar niemand luisteren en vooral ik moet geen kritiek aanhoren. Langs de andere kant mis je al die leuke dingen zoals het heerlijk samen zijn.

Maar wegen die leuke dingen op tegen de miserie die een relatie met zich meebrengt? Is een relatie hebben echt wel zo fijn? Alles wat je niet hebt, wil je hebben. Ik toch. Eens ik het heb, ben ik het vrij snel beu.

Ik had ooit een ideale relatie. We waren het perfecte paar, maar na een jaar had ik het allemaal wel gezien. We hadden nooit ruzie en dus verveelde ik mij. Ik was jong en dus verbrak ik de relatie. Eerlijk gezegd, er gaat geen week voorbij dat ik niet aan hem denk. Hij zit nog steeds in mijn GSM onder de naam "verloren engel". Ja, hij was een engel. Hij was goed. Te goed voor mij en dus liet ik hem wegvliegen.

Sindsdien worstel ik nog meer mijn eigen dat er een normale relatie voorlopig niet inzit. Ik kan nog niet eens van mezelf houden. Hoe zou ik een relatie overleven?

En dus blijf ik de vrijgezel. De eeuwige vrijgezel. Want een vrijgezel die gaat pas slapen als hij alle sterren heeft gezien!

Datingsite

Het was een pop-up dat mij op het werk in verleiding bracht. Ik klikte en voor ik het wist was ik ingeschreven en had ik een profiel aangemaakt. Natuurlijk had ik nooit gedacht dat ik mij op een dag zo zou verlagen, maar het wat te laat: ik was een volwaardig (gratis) lid. Vanaf nu zou elke man mij kunnen contacteren!

En zogezegd, zo gedaan.Nog voor mijn profiel volledig in orde was, had ik al de eerste reactie binnen. Een man van 34 die mijn profiel geweldig vond en mij beter wou leren kennen. Een snelle blik op zijn profiel bevestigde mijn vooroordelen. "Geen interesse" klikte ik zeer eenvoudig. Een jongen afwijzen was nog nooit zo snel gebeurd. Een paar seconden later had ik al de tweede reactie. Ook hier moest ik op "geen interesse" klikken. Het werkwoord roken gevolgd door "af en toe" was de druppel die de emmer liet overlopen.

Eenmaal thuisgekomen vervolledigde ik mijn profiel. Ik plaatste wat uitleg en zocht een normale foto uit. Nog geen 5 minuten later had ik al 5 reacties. Eén voor één heb ik ze moeten afwijzen. De moed zakte al in mijn schoenen.

Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en ging zelf op zoek naar mijn "ideale" man. Na nog geen 10 minuten hield ik het voor bekeken. Nog nooit ben ik zo'n plaats tegengekomen waar alle clichés op een hoopje liggen. "Ik zoek een leuke spontane vrouw die af en toe naar de cinema gaat". "Ik ben al zoveel gekwetst in mijn leven. Ik wil een eerlijke vrouw".

Vanaf morgen verander ik mijn profiel.

Ik zoek geen man meer. Laat mij met rust.

vrijdag 6 augustus 2010

Film van de dag

Nee. De prijs gaat niet naar Inception (een teleurstelling wat mij betreft). Het gaat naar Big Fish van Tim Burton. Meneer Burton is mijn favoriete regisseur. Ik ken geen enkele regisseur waar ik zoveel - en zo'n goede - films van heb gezien. Sleepy Hollow, Corpse Bride, Sweeney Todd, 9,... En ook Big Fish past nu perfect in dit rijtje.

Big Fish is heerlijk om naar te kijken omdat het verhaal vertelt wordt aan de hand van verschillende verhaaltjes. Zoals elke film van Tim Burton komen er geregeld vreemde figuren over de vloer. Een geniale film wat mij betreft. Deze keer slaagt Tim Burton wel in het feit om de film emotioneel te maken.



dinsdag 3 augustus 2010

Probleem

Ik heb een probleem. Iets dat ik maar niet opgelost krijg. Of laten we zeggen: niet opgelost wil krijgen. Om mijn probleem te vergeten doe ik zo veel mogelijk om mijn geest dit te laten vergeten. Ik speel een spel met mijn geest. Ik hou het voor de zot. Ik doe aan zelfbedrog. En tot nu lukte mij dat aardig. Op sommige momenten is het moeilijk en drijft mijn probleem naar de oppervlakte, maar tot nu toe heeft dit nooit tot problemen geleidt. Ik onderdruk mijn probleem. Ik doe alsof het er niet is. Maar vorige nacht heeft mijn probleem een uitweg naar mijn dromen gevonden. Ik werd gewoon geconfronteerd met mijn probleem. Mijn probleem dat er niet is! Ik werd wakker met een vreselijk gevoel.

Wat moet ik doen als ik zelfs al in dromenland niet meer safe ben?

Ik wil dat het stopt.

Nu.

De vrouw in de hoek

Ik zie haar weer. De droevige vrouw in de hoek van de kamer. Ik ken haar, maar ik wil geen contact meer met haar. Ze is de weerspiegeling van hoe ik mij voel. Droevig. Voor de buitenwereld probeer ik deze vrouw te verbergen. Niet enkel voor de buitenwereld, maar ook voor mezelf. Ik ben bang voor haar.

Elke keer opnieuw als ik met haar wil communiceren lijkt de afstand tussen ons groter dan ik ze oorspronkelijk in gedachten had. Het lijkt wel een eeuwigheid te duren voor ik bij haar kan geraken. En elke keer dat ik denk dat ik daar bijna ben, is er weer die muur die ik eerst niet had opgemerkt.

De tocht is eindeloos en zwaar. Het is mij voorlopig nog niet gelukt om bij haar te geraken. Mijn energie blijkt elke keer minder te zijn dat de kracht die ik voel om tot deze dame te geraken.

En nu zie ik haar weer. De huilende vrouw. Moederziel alleen in haar hoekje. En nu zeg ik foert. Foert, want al die andere keren kon ze het ook redden zonder mij.

Werken!

"Wat doe jij bij een bank?" vroeg hij mij op een zwoele avond. "Goeie vraag", dacht ik bij mezelf. Maar aangezien hij niet de eerste was die mij deze vraag al eens had gesteld, had ik al een perfect voorgekauwd antwoord klaar: "werken". Met zijn donkerbruine ogen keek hij mij aan en lachte. Hij kwam een beetje dichter tegen mij liggen en liet de haarlokken uit mijn gezicht verdwijnen. "Nee, maar serieus. Wat doe je daar toch? Je hebt zoveel creativiteit in je zitten. Daar ben je toch niets mee in die bank? Ben je daar wel gelukkig?", vroeg hij mij.

"Ik doe mijn werk graag", probeerde ik hem te overtuigen. Ik probeerde even snel mijn toenmalige sollicitaties voor de geest te halen en vertelde hem wat ik toen ook zei. "Mocht ik een fout maken dan goochel ik gewoon met de cijfers. Kwestie van mijn creativiteit nuttig te gebruiken, toch?". Hij lachte want hij wist dat ik overdreef zoals ik wel vaker deed. "Serieus", suste ik hem "ik doe mijn werk graag". Ik zag dat hij het nog steeds niet begreep. "Mijn werk is perfect voor mijn zieke geest. Ik kan mij op allerlei momenten van de dag als iemand anders gedragen. Mijn mantelpakjes zijn ideaal om mij superieur te voelen. Mijn aktetas - die ik trouwens niet meer gebruik omdat je er geen simpele appel in weg kunt steken - doet mij belangrijk voelen. Alles wat ik in het echte leven niet kan zijn Niet superieur en niet belangrijk". Ik zag de blik in zijn ogen veranderen, maar nog hij zijn lippen kon bewegen, had ik hem al het zwijgen opgelegd door hem passioneel te kussen.

"Wat doe ik toch in die bank?" dacht ik de hele nacht. De vraag was al lang uit zijn geest verdwenen toen ik in zijn armen lag en hij mijn naakt lichaam aanschouwde, maar ik kon het maar niet vergeten. Ook de laatste weken heb ik maar één vraag voor mezelf: "wat doe ik toch bij die bank?". "Werken" zegt er dan een automatisch stemmetje. Werken, zeg ik dan luidop met mijn eigen stem zodat ik het zeker geloof. Aan je eigen stem twijfel je immers niet.

Als ik mijn ogen sluit en mij de vraag herformuleer kom ik iets heel anders uit. Ik zou heel graag balletdanseres worden. Liefst van al nog choreograaf. Of fotograaf. Of werken achter de schermen bij de VRT. Of reclameaffiches ontwerpen. Of regisseur van videoclips zijn. Of misschien zelfs detective. Of make-up artieste. Ja, alles behalve werken in een bank.

En toen gingen die ogen weer open en wist ik het antwoord weer dankzij de stem: "werken"