zondag 28 februari 2010

Hello

Ik had hem al van ver gezien. In zijn zomerkleren viel hij namelijk in deze periode van het jaar vrij hard op. Hij had me niet gezien. Of kon toch goed acteren dat hij mij niet had gezien. Uit beleefdheid bewoog mijn arm zich zachtjes naar boven en kwam er een verstaanbare "hello" uit mijn mond. Hij verschoot niet, zwaaide netjes naar me terug en riep net als ik het gouden woord uit.

Ik had me er al op voorbereid. De ganse dag had ik namelijk dat vreemde gevoel dat ik iemand zou tegen komen die ik niet wou zien. En ja hoor, daar stond hij ineens. Het was mijn gevoel dat vriendelijk wou overkomen en "hello" riep. Mijn verstand was verzwakt, anders had ik netjes doorgelopen. Het was ook mijn gevoel dat niet had gezien dat zijn nieuw liefje op de bank zat. Maar mijn verstand had het deze keer afgeweten en de "hello" was er uit nog voor ik het wel en goed besefte.

Zoveel maand geleden kwam er achter die "hello" een heleboel zoenen. Maar dat was verleden tijd. Ik behoorde nu officieel tot de categorie "verleden" tijd. Ex kan je het ook nog wel noemen. Al is dat niet echt een prettig woord. En dus houden we het maar bij "passé".

Ik was niets meer. De 3 seconden dat we naar elkaar keken waren zo voorbij. Ik sprak "hello" uit alsof ik een vreemde was. Ik was het ook. Een vreemde die "hello" zei - uit beleefdheid.

dinsdag 23 februari 2010

De homo

Ik heb hem nooit gemoeten. Het beste homovriendje van mijn collega. Al vanaf de eerste blik was het duidelijk dat we elkaar niet konden uitstaan. Maar we zijn beide volwassen mensen en dus zijn we altijd beleefd gebleven. Ik voor hem. Hij voor mij. Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen homo's. Nee. Helemaal niet. Maar hij was een uitzondering. Hij behoort tot de verwende homo's. De piekfijn uitgedoste homo's die enkel kledij van Versace dragen. De alleenstaande homo's. De homo's die op alles en iedereen commentaar hebben. De cultureel onderlegde homo's. De homo's die zichzelf beter dan de rest vinden. En daar heb ik het dus niet voor. Zelfs al was hij geen homo, dan zou ik hem nog niet kunnen uitstaan.

En daarom probeer ik hem zoveel mogelijk te negeren. Want ik ben geen piekfijn uitgedoste vrouw. Ik draag geen dure kledij. Mijn haar ligt niet altijd netjes en soms ziet mijn make up er niet uit. Ik sport niet in mijn mantelpak en ik ken zeker niet alles van films.

Maar vandaag ging hij te ver. Zijn commentaar over mijn haar dat er niet uitzag. Dat ik dringend naar een kapper moest gaan. Het kon me niet schelen.

Ik was lastig. En dat zal ik nog wel een tijdje zijn. Want serieus, kon hij nu eens niet voor één keer zijn smoel houden?

Muziektip 21

In 3 seconden was ik verkocht aan dit nummer van Entwine - niet te verwarren met Intwine -. Entwine is een Finse rock/gothic metal groep. Het rustige nummer raakt je direct en je kan er eindeloos naar blijven luisteren. Op één of andere manier brengt dit nummer je naar een andere wereld/dimensie. Schitterend!

Ga dat (niet) zien!

Het gebeurt niet vaak - en dan ligt het niet aan mij maar aan het feit dat er bijna geen goede films meer uitkomen - blog ik over goede film. Maar in feite past dit helemaal niet bij mijn blog. Ik zou veel beter over slechte films schrijven. Kritiek geven ligt ten eerste meer in mijn aard en ten tweede is dit helemaal niet moeilijk. De laatste maanden heb ik méér slechte dan goede films gezien. Een regelrechte schande want tegenwoordig kost een filmticket méér dan een avond op restaurant gaan - bij wijze van spreken natuurlijk -

Deze keer ben ik enorm teleurgesteld in de nieuwste film van Terry Gilliam: The imaginarium of doctor Parnassus. Nochtans had deze regisseur me in 2005 helemaal betoverd met Tideland en had ik dus hoge verwachtingen voor zijn nieuwe film gecreëerd. Ook de trailer zag er veelbelovend uit. Maar laat je niet misleiden, want de film is een regelrechte mislukking.

Het eerste gedeelte, waarin onze goede vriend Heath Ledger het meeste voor zijn hand neemt, is om het nog zacht uit te drukken: saai. De samenhang verloopt moeizaam en het verhaal komt niet erg goed op gang. Toegegeven er komen op bepaalde ogenblikken mooie filmfragmenten voorbij, maar deze duren jammer genoeg niet lang genoeg. Pas in het midden van de film - als je bij geluk nog wakker bent - begint de film open te bloeien. Laten we niet overdrijven, de film blijft saai en het verhaal blijft oppervlakkig. Het is Johnny Depp die de film op één of andere manier nog weet te redden. De film geraakt in een stroomversnelling en we worden meer getrakteerd op schitterende beelden. Nog voor je goed en wel gewend bent geraakt aan dit ritme is de film al bijna aan zijn einde toe en kan je thuis zelf beginnen te fantaseren.

Wat een teleurstelling! Gelukkig waren de eerste seconden van de film schitterend. Nuja, de muziek toch.

Gemis

De seconden gaan traag. Ontzettend traag. Ik mis hem. Elke seconde van de dag. Ik had het nooit gedacht, maar het is pas op de momenten dat iemand effectief weg is dat je beseft wat hij voor je betekende. Ik mis zijn complimenten als hij mij 's middags tijdens de luchpauze had gezien en me achteraf zei dat ik er goed uit zag. Ik mis onze onnozele chatconversaties op het werk. Ik mis zijn blik. Ik mis zijn handen rond mijn lichaam. Ik mis zijn hand op mijn been als hij mij weer eens naar het station bracht na het werk met de auto. Ik mis zijn pogingen om een gesprek te voeren ook al hadden we geen onderwerp om over te praten. Ik mis de momenten dat ik hem ’s middags “toevallig” buiten tegenkwam. Ik mis het gevoel dat ik kreeg als hij mij ’s morgens om 10.00 op het werk via de chat aansprak. Ik mis zijn stem. Ik mis zijn jaloerse reacties. Ik mis zijn jaloerse blik als ik weer eens zat te vertellen hoeveel complimenten ik van mannen op het werk had gekregen. Ik mis zijn mysterieuze blik als ik weer iets niet wou uitleggen. Ik mis het kunnen lezen van de teleurstelling in zijn ogen. Ik mis het stiekem afspreken na de werkuren op verschillende geheime plaatsen die ik via google maps moest zien te vinden.

Ik mis hem. Maar nét niet genoeg.

Want het gevoel om hem af te wijzen was veel sterker.

zondag 21 februari 2010

Muziektip 20

Ik ga er deze keer niet veel woorden aan vuilmaken maar deze soundtrack uit Single Man van Tom Ford is gewoon ontzettend goed! Luisteren en gewoon wegdromen.

zaterdag 20 februari 2010

dinsdag 16 februari 2010

Attention!

Al weken aan een stuk lopen er verfmannen door het gebouw waar ik werk. Knappe jonge gasten die mij zeker niet ontgaan zijn. Ze verven. Soms hier. Soms daar. Wat ze juist doen is voor mij een raadsel - verven duh- . Overal hangen er waarschuwingspapieren. Zelfs in 2 talen. "Peinture", met daaronder netjes "verf" geschreven. En zelfs de attention/opgelet had mijn aandacht niet getrokken.

Maar het moet juist die dag geweest zijn dat de God van de verf mij niet graag zag. Ik had net een winterwandeling achter de rug en kwam in een warm gebouw binnen. Mijn bril dampte aan. Ik twijfelde even. Zou ik kiezen voor de lift of toch maar voor de trap? Ik haat liften., dus de keuze was snel gemaakt. En aangezien ik maar 1 verdiep hoger moest zijn, besloot ik wijselijk de trap te nemen. Met mijn aangedampte bril liep ik de trap omhoog. Een enorm gevoel van angst overviel mij. Wat als ik nu collega's tegenkom die ik ken, maar niet herken door mijn aangedampte bril en ik dus geen goeie dag/bonjour kan zeggen? Wat als ik de jongen van mijn dromen tegenkom, maar hem gewoonweg niet kan zien?

Ik had schrik. En ik haastte mij naar boven. En net op dat moment kwam er een groep mensen aan waardoor ik een bruuske beweging moest maken. Ze brachten mij uit concentratie en ik raakte met de mouw van mijn jas de leuning die blijkbaar nét geverfd was. Een enorm lichtbruine vlek verscheen op mijn gloednieuwe jas. VERF. Verdomme.

In alle paniek ging ik op zoek naar water. Net het product dat mijn verfplek niet uit mijn jas zou krijgen. Maar ik kijk niet naar tv programma's zoals Sien & Maria en heb al evenmin een boek van Tante Kaat in mijn bezit. Dus daar stond ik dus. Onnozel met mijn jas onder de verf. Al gauw kreeg ik door dat water mijn redmiddel niet zou worden. Mijn hulplijn had me ondertussen al verteld dat enkel whitespirit mijn jas wel zou kunnen redden. En dus klampte ik de toevallige kuisvrouw vast met de vraag of ze toevallig geen whitespirit bij zich had. Na een paar seconden twijfel, knikte ze nee. Maar ze wou er wel achter zoeken....

Ik vetrouwde haar, maar ik wou geen enkele seconden onbenut voorbij laten gaan en dus ging ik zelf op zoek naar het wondermiddel whitespirit. "In het magazijn misschien", probeerde een collega die nog nooit zo'n angst in mijn ogen had gezien. Probeer eens te bellen naar 7417. Ik belde. Kreeg een lieve man aan de lijn die vroeg of het ook voor verfplekken op mijn kledij was. Ja knikte ik. Ik wou hem bijna van blijdschap in mijn armen nemen. Kom maar naar beneden. Daar zullen ze je helpen. Er staan nog slachtoffers, vertrouwde hij mij toe.

En daar stond hij dan. De knappe verfgast mét whitespirit. Hij keek mij aan. Verlegen en lachte. Uitlachen eigenlijk, maar dat kon me niet schelen. Met zijn zachte handen dopte hij voorzichtig met een doekje vol met whitespirit op mijn jas. De verfplek ebte langzaam weg. Nog een beetje water erover doen en je jas zal terug normaal worden, waren zijn meesterlijke woorden.

Heel de namiddag keek ik angstig naar mijn jas. Mijn jas was ondertussen een echte publiekstrekker geworden. Iedereen kwam naar mijn jas kijken. Dit had ik nog nooit meegemaakt. Waarom wist ik dit niet eerder?

Op een gegeven moment stond de kuisvrouw naast mij. Mét knappe gast en whitespirit in zijn handen. Ik was enorm verrast. Met een simpel gebaar wees ik hen beide de deur. "Het is al in orde, maar toch bedankt" riep ik hen nog na.

Geloof me vrij. Vanaf nu ga ik nooit nog een stap verder als ik "attention" zie staan. Mij hebben ze geen 2de keer!

vrijdag 12 februari 2010

De haven

Leeg. Zo voel ik mij. Vandaag is het immers zijn laatste werkdag. Ons gechat tijdens de werkuren, onze stiekeme blikken in de eetzaal en onze geheime afspraakjes ’s avonds na het werk behoren dan effectief tot het verleden. Hij is consultant. Je vergelijkt dat het best met zeemannen: ze blijven nooit ergens lang. Maar vandaag vertrekt zijn schip dus eindelijk uit de haven. Uit de haven waar hij een aantal maanden met mij was verbleven. Maar zoals de meeste schippers, heeft ook deze geen verdriet dat hij verder moet varen. Nee. Want in de volgende haven zit er al een andere meid te wachten.

zondag 7 februari 2010

Zelfportret

Vroeger was ik veel actiever bezig met fotografie. Maar deze hobby heeft plaats moeten maken voor mijn blog en mijn cello. Soms kriebelt het nog en neem ik mijn Canon EOS 350D nog eens vast.

zaterdag 6 februari 2010

Ze zijn het niet waard

“Huil nooit voor een jongen. Ze zijn het niet waard”, probeerde mijn beste vriendin mij ooit te troosten toen het pas uit was met mijn vriend. Op dat moment kon ik haar geen gelijk geven. Als je van iemand houdt en die persoon verliest, is geen enkele raad als troostend te beschouwen. Toen de breuk bijna verwerkt was en mijn verdriet ondertussen had plaats gemaakt voor haat, kon ik niet anders dan haar gelijk te geven. Mijn tranen, slapeloze nachten & gewichtafname waren het allemaal niet waard geweest. Ik voelde me dom. Bedrogen door mijn eigen geest. Ik stuurde mijn beste vriendin een sms: “Je had gelijk. Ik ben blij dat ik van die ‘loser’ verlost ben”. Ze stuurde een korte sms terug: ”:)”.

Toen ook mijn haat tegenover de jongen verdween en ik achterbleef met een leeg gevoel, veranderde mijn idee. Ik had ooit van de jongen gehouden. En verdriet hebben voor iemand waarvan je houdt, is niet dom. Integendeel.

Nu zit ik hier. Ik heb een ganse nacht liggen huilen. Voor een jongen. “Hij is het niet waard”, hoor ik mijn beste vriendin nog tegen mij nog zeggen.

Misschien niet. Maar als je om iemand geeft (al is het maar een beetje), is geen enkele traan te veel. Maar vraag het me nog één keer binnen een paar weken. Misschien denk ik er dan anders over.

donderdag 4 februari 2010

Vertrouwen

Ik heb het nooit gehad. Vertrouwen. Niet in mezelf en zeker niet in andere mensen. Ik kan mensen wel vertrouwen, maar altijd maar beperkt tot een bepaald niveau. Ik heb nog nooit iemand gevonden die ik voor de volle 100% kan vertrouwen. Niemand. Zelfs mezelf niet. Maar mijn wantrouwen voor mensen gaat soms wel erg ver. Te ver zelfs. Je zou me zelfs op bepaalde momenten "gek" kunnen noemen. Maar zolang ik niet in een psychiatrische instelling zit, is er nog geen vuiltje aan de lucht.

Tegenwoordig is het normaal dat een mens zich niet op zijn gemak voelt in Brussel, maar als je daar ver van af woont zou je zonder zorgen op straat moeten lopen. Niet dus. In mijn geval toch niet. Sinds een paar jaar heb ik altijd schrik op straat. 's morgens, 's middags, 's avonds of 's nachts. Het maakt geen verschil meer uit. Op elk moment dat ik over straat wandel, heb ik het gevoel dat er in elke mogelijk voorbijrijdende wagen een potentiële schutter schuilt. Ik overdrijf deze keer niet. Mijn hart blijft gemiddeld een halve seconde stil staan bij elk passerend voertuig.

Ik ben bang dat ze mij gaan neerschieten. Ik weet niet hoe ik deze 'ziekte' heb opgelopen, maar eerlijk gezegd boeit me dat ook niet. Zoals alle ziektes ben ik gewoon nieuwsgierig hoe dit opgelost moet worden. Nu durf ik nog buiten komen, maar wat moet ik doen als binnen enkele maanden de angst mij volledig in haar macht heeft?

Ook binnen voel ik mij tegenwoordig niet meer veilig. Onlangs lag ik gezellig met een jongen in de zetel. Gewoon. Zorgeloos. Tot ik ineens op het lumineus idee kwam dat de jongen misschien een mes in zijn handen vasthad. Niet om achter mijn rug de pizza met een mes te snijden, maar om mij neer te steken natuurlijk. Ik had zijn handen immers al een paar minuten niet meer gezien of gevoeld. Als een halve zottin begon ik te zoeken achter zijn handen. Ik vond ze en hield ze stevig vast. Ik was veilig.

Voor even toch.

Muziektip 19

Ik geef het toe. Ik ben de laatste dagen buiten de lijntjes aan het kleuren. Ik luister niet enkel naar metal, maar tegenwoordig ook naar electro. Geen happy shit als je het mij vraagt. Nuja, oordeel zelf maar.