zaterdag 28 november 2009

Blind date

En toen kwam mijn trein. De trein die ik normaalgezien alle dagen neem om naar mijn werk te reizen. Alles verliep zoals de andere dagen. Iedereen stond op zijn vaste plaats met zijn boekentas in zijn handen. Sommige hadden hun vertrouwd metro krantje in hun rechter hand. Anderen probeerden zich op te warmen aan de koffie. Het enige verschil was dat mijn wagon niet voorzien was van de nodige verlichting. Als blinden probeerden we onze weg te vinden naar een lege zitplaats. Om 7 uur 's morgens is alles immers nog donker en makkelijk was deze klus dus niet. Na gevallen te zijn over 2 rugzakken, kon ik mij eindelijk neerzetten.

De treinrit verliep voor de rest vlekkeloos. Iedereen sloot zijn ogen en probeerde zijn dromen van voorbije nacht nog voor de geest de halen. Zelfs de vaste metrolezers lieten zich voor één keer over aan Morpheus. Ik had me strategisch aan het raam gezet en kon sinds lange tijd weer buiten kijken. Het leven achter het raam ontwaakte. Het leven in de trein probeerde terug in de tijd te gaan. Het was mooi om dit te kunnen aanschouwen.

Maar na een paar minuten gingen de lichten terug aan. Enkel de vaste metrolezers namen direct hun vast krantje bij de hand. Ik opende mijn ogen, keek de realiteit in de ogen en dat was een zeer knappe jongen. Miljaar, dacht ik bij mezelf. Zit ik nu al een kwartier op deze trein naast een knappe gast en dat heb ik nu pas door? Even vloekte ik op de verdoemde lichten die steeds maar aan en uit aan het pinken waren. Maar toen de lichten weer uitgingen, besloot ik om van dit probleem mijn genot te maken. Ik schoof dicht tegen hem aan. Niemand zou er iets van merken, toch? En shit. Toen kwamen we aan op onze bestemming!

But when the lights are down
There’s no more to say

Kamelot – when the lights are down


Ipod

De laatste tijd lig ik 's avonds niet meer alleen in mijn kil bed. Nee. Ik heb sinds kort het gezelschap gekregen van mijn ipod. Mijn goede vriend, die al steenvast jaren met mij rondreist. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat vergezelt hij mij. Heel soms laat hij mij in de steek. Als die verdomde batterijen weer eens op zijn. Maar ik vergeef het hem elke keer. Ik heb hem al een paar jaren en dat is er aan te merken. Hij is snel moe. Soms een beetje snel. Maar je gooit toch niet zomaar iets weg waar je van houdt als hij een beetje "te traag" is? De muziek is een uitvlucht uit de realiteit. Vanaf het moment ik mijn bose in-ears insteek (topkwaliteit!) verdwijn ik van deze aardbol. Alles rondom mij vervaagt en alleen ik blijf nog over. Bij sommige groepen sta ik zelfs als zangeres op het podium. Bij andere behoor ik tot het publiek. En bij klassieke muziek zie ik dansers en danseressen het stuk vertolken.

Wegdromen. En mijn gedachten die eindelijk stoppen met denken.Vanaf het moment ik de muziek afzet, kom ik weer met mijn beide voeten op de grond. De harde realiteit waar ik zo bang van ben. En dus hou ik zo lang mogelijk mijn oortjes in mijn oren. Soms ben ik bang van wat ik denk en wil ik dit allemaal negeren. Muziek helpt mij daar perfect bij.

En dus slaap ik de laatste tijd met mijn ipod naast mijn zijde. Ik was het geluid van mijn gesnik moe en besloot dat mijn beste vriendin Lady Gaga mij kon helpen.

En dus slaap ik sinds kort niet meer alleen. Nee, ik ben zelfs voorstander van een trio'tje. Ik, Lady Gaga én mijn ipod. Rrrr!

Fin(e)

Heel even had ik (weer) de vreselijke gedachte om deze blog op te doeken. Weet je wel. Je plaatst een bericht waarin je iedereen bedankt, je verzint dat je een andere hobby hebt gevonden en zegt vaarwel. Koeltjes. Alsof je nooit iets anders hebt gedaan. Jammer genoeg is dat ook de waarheid. Het scheelde niet veel of deze blog was zo snel verwijderd als hij opgestart is geweest. Maar om één of andere reden is hij er nog. En ik ook.

Ik ben het zo gewoon om alles vaarwel te zeggen. Het is zo'n gemakkelijke weg. Niet de beste weg, maar de gemakkelijkste en snelste weg. Je plaatst gewoon een bord "onderbroken" en iedereen slaagt een andere weg in. Niemand is echt curieus of de weg nu echt onderbroken is of niet. Natuurlijk niet! Het is maar een verzinsel.

Maar ik blijf bang. Bang dat ik dat gevoel van "afscheid nemen" niet achter mij kan laten. De obsessie is er, maar de verleiding is nog veel grootser. Het is allemaal in handbereik, ik moet enkel maar op een knop drukken en het is voorbij. Allemaal. Soms hoop ik dat al die knopjes verbonden zijn aan mijn eigen lichaam. Dat ik toevallig mijn eigen zo zou kunnen uitschakelen. Want van mij hoeft het allemaal al lang niet meer.

En dus blijf ik nooit ergens lang. Bang om omvergelopen te worden door mensen die geen rekening houden met mensen die soms vastgeroest zijn. En dus zoek ik elke keer mijn spullen bijeen, kijk nog eens achterom en sluit de deur achter mij. Zo verliet ik in volgorde MSN, het forum van Kamelot, het forum van Rhapsody, Facebook, Twitter, Facebook (opnieuw) en ooit misschien deze blog. Weglopen is het gemakkelijkste, maar tevens het meest pijnlijke.

En dus blijf ik hier maar, voor eventjes. En mocht ik morgen er ineens niet meer zijn.
Ik dank u voor uw tijd.

woensdag 25 november 2009

Vastgebonden

Ik word vastgebonden. Op een stoel. Mijn handen bevinden zich netjes achter mijn rug. Ik beweeg niet. Ik spartel niet tegen. Ik laat hen maar doen want ik weet niet beter. Op hun gezicht is geen emotie van tevredenheid te bespeuren. Hebben ze hier plezier in? Wat drijft hen? En waarom kan ik mij hier niet tegen verzetten? Ik laat ze maar doen. Ze brabbelen wat tegen mij, maar ik luister niet. Ik hoor enkel cello klanken. Ik neurie maar wat. Ik beweeg mijn hoofd. Lichtjes.

Ik lach terwijl ik voor mij uitstaar. Ik heb mijn denken uitgeschakeld en voel geen pijn als ze mij willen brandmerken.

Ik laat ze maar doen. En ik hoop dat hier plezier in scheppen.

Muziektip 16

Ik hoorde dit nummer van Patricia Kaas, les hommes qui passent, en was direct verkocht. Het nummer raakt direct elke vezel in je lichaam. En ik begrijp het nummer. Dat is het triestige van het verhaal. Laat de tranen maar vloeien...

Concept

36 conceptberichten staan te wachten om gepubliceerd te worden.

Quote van de dag

Enjoy the silence, cause talking takes too much energy.

zondag 22 november 2009

ça va

Ik ben een leugenaar. Een tijdelijke leugenaar, want ik haat liegen. Op de vraag "hoe gaat het?" heb ik de laatste weken het meest gelogen. Om niemand zorgen te geven - want iedereen heeft er tegenwoordig genoeg - heb ik altijd steenvast "ça va" geantwoord. Nooit heb ik de moed gehad om "miserabel" uit te spreken. Ik zie de gezichten al zo voor mij. "Wat is er? Is er iets gebeurd?". Nee, laat maar. De meeste mensen stellen deze vraag enkel maar uit gewoonte. De rest uit beleefdheid. Ze verwachten niet dat je "slecht" zegt. Eigenlijk zijn ze er ook niet geïnteresseerd in. Enkel bij positieve zaken willen ze alles weten. Dan zijn ze zo nieuwsgierig. Onbeleefd nieuwsgierig. "Hoe komt het?" "Aléé ne jongen ontmoet - en waar woont hij? hoe oud is hij? En hoe was jullie eerste afspraakje". Ja inderdaad. Aasgieren zijn het.

Van het moment dat je een iets wat negatief antwoord op tafel gooit, krabbelen ze terug. Ze verzinnen wat. "Ik moet naar euhm een vergadering" of ze krijgen ineens telefoon. De ganse dag negeren ze je. En pas als het effectief weer beter gaat, komt die stomme vraag weer boven drijven: Hoe gaat het? Rot op, denk ik dan.

Mensen denken met deze vraag vriendelijk over te komen. Maar niets is minder waar. Als je niet wilt dat ik "slecht" antwoord, stel ze dan niet. Maar aangezien niemand uit mijn omgeving deze blog leest, heb ik mijn voorzorgen al genomen. Ik heb gelogen en altijd maar "ça va" gezegd. Maar ik voel me niet goed bij liegen. Ik haat leugenaars en dus heb ik mij weken aan een stuk slecht gevoeld. Schuldig. Maar tegelijkertijd heb ik mijn geest gesust met het feit dat ik niemand tot last ben geweest.

Niemand heeft last gehad van mijn verdriet. Ik heb niemands tijd gebruikt. Ik heb jullie allemaal met rust gelaten.

En laat me nu dan ook maar met rust.

Met mijn verdriet. Maar "ça va", dat gaat wel over.

Het geluk zit in een klein hoekje...

Wat deed Alimonia op zaterdag 21 november? Shoppen? Naar de film gaan met vriendinnen? Lekker gaan uit eten? Naar de zee gaan? Nee. Niets van dit allemaal. Ik had die dag maar één missie: mijn verloren oorbel terugvinden. De missie was niet zo moeilijk. Ofwel had ik het verloren in de trein en dan zou het onmogelijk zijn om het terug te vinden oftewel moest het gevallen zijn tussen het perron van de trein en de bus. Zonder al te veel hoop vertrok ik naar de plaats waar het voorval moest gebeurd zijn. Als een zotte - gelukkig was er niet al te veel volk - begon ik op de grond te zoeken. Bij elke stap dat ik zette, krijg ik minder en minder lucht. "Het is weg", dacht ik bij mezelf. "Koop je toch nieuwe", probeerde ik mezelf te sussen. Maar zo snel gaf ik me niet gewonnen. Ik liep een paar keer heen en weer over de weg die ik vrijdag afgelegd had. "Het moet hier toch ergens liggen", dacht ik keer op keer.


Ondertussen was de bus die ik moest nemen om terug naar huis te gaan al vertrokken. "Verdomme nog aan toe. Moet ik nog één uur wachten!". Maar zo snel geef ik niet op. Ik ben erg gehecht aan mijn oorbellen. Als ik één verslaving heb, dan zijn het wel oorbellen. Ik zit aan 25 paar. Maar het zijn als kindjes voor mij. Ze zijn allemaal even mooi én belangrijk. En dus stapte ik het station zelf binnen. "Meneer, is er misschien gisteren geen oorbel gevonden.", probeerde ik zonder al te veel zelfvertrouwen. De meneer achter het loket haalde vanachter zijn bureau mijn tweede oorbel te voorschijn.
"Het geluk zit soms in een klein hoekje....of in dit geval: achter het loket"

Heel even voelde ik mij als een klein kind dat zijn Sinterklaasgeschenkjes opent en krijgt wat hij effectief gevraagd had. Ik was zo blij. Zo gelukkig.

En dat allemaal om een verloren oorbel.

Was alles maar zo simpel.

zaterdag 21 november 2009

Tijd

Je krijgt best geen ruzie met het begrip tijd anders krijg je dit (mijn ongelezen mails in Gmail, Advalvas en Hotmail):




Of ben ik nu gewoon super populair aan het worden?

zondag 15 november 2009

Frustratie

Frustratie is deze jonge meid van 9 jaar uw cello stuk zien spelen dat ik ooit vroeger kon. Maar binnenkort kan ik dit ook weer! Nog een paar weken....

dinsdag 10 november 2009

Het mes

En toen kwam mijn mama binnen. Op het moment dat ik het vlijmscherpe mes op mijn polsen wou zetten. Het mes had nog niet eens mijn lichaam geraakt of ze stond ineens aan mijn deur. "Wat doe je daar?" riep ze luid. "Euhm" fluisterde ik zachtjes. Ik probeerde ter plekke wat te verzinnen, maar geraakte niet verder dan "euhm, hmmz en tja". Ze zuchtte. "Wat is er toch aan de hand met jou, Alimonia" zei ze op een rustigere toon terwijl ze zich naast mij neer kwam zetten.

Ik zei niets en keek haar met droevige ogen aan.

"Geen idee" ging ik verder. "Ik wil niet meer..." snikte ik. "Wat wil je niet meer?", vroeg ze. "Zeg het mij" dreigde ze zelfs een beetje. Ik haalde mijn schouders op. "leven" zei ik haar. "Maar meid toch" zei ze terwijl een paar tranen over haar gezicht rolden. Ze probeerde mij vast te nemen, maar ik liet haar niet toe. Ik hou niet meer van knuffels. Ik ben kieskeurig. Ik hou er niet van dat mensen mij aanraken.

"Wat is er toch?" probeerde ze nog een keer. Ik kon niet veel zeggen. Want ik praat al weken niet meer. Niet echt. Ik gebruik woorden en zet ze in een volgorde zodat een zin wordt gevormd. Maar ze betekenen niets. Het is maar opvulsel van stilte. En dus liet ik haar mijn gedichten lezen. Mijn verhalen zonder einde.

Ze weende.

Maar ik lachte.
"Ik ben gelukkig moeder", fluisterde ik haar toe. Maar ze geloofde me niet en ging weg.

Met het mes.

Podium

Ik ben een echt prijsbeest. Ik kick op prijzen, medailles, complimenten... Zo heb ik ontzettend veel medailles van vroegere loopwedstrijden. Een periode waar ik nog sportief was. Nu loop ik enkel nog van mijn trein naar mijn bus en omgekeerd. En enkel als ik geen hakken aanheb, want anders is de kans vrij groot dat ik val. En met een gebroken been kan ik nu eenmaal helemaal niet meer lopen.

Ooit behaalde ik een top 3 plaats voor een dactylo wedstrijd. Ik was fier. Maar mijn ouders nog trotser. "Dat staat later mooi op je cv" vertelden zij mij toen. Ik had nog nooit de lettercombinatie "cv" gehoord en knikte maar. Ze straalden.

En zo bleef het maar doorgaan, met als kers op de taart een prijs voor mijn eindwerk. Ik was gelukkig. Fier. Trots. Dat geluk bleef echter maar even duren. Een half uur schat ik. En dan kwam de onzekerheid. Heb ik deze prijs wel verdiend gewonnen? Ooit in een ver verleden won ik namelijk een prijs met een tekening. Maar achteraf bleek dat ze zich vergist hadden en ik eigenlijk niet hoorde gewonnen te hebben. Maar een kind een prijs afpakken is zo goed als er zeker van zijn dat hij hier een trauma aan overhoudt. En dus lieten ze mij maar als winnaar staan.

Ik herinner mij nog goed alle momenten dat ik mijn prijs in ontvangst mocht nemen. Het is een gevoel dat je niet kunt omschrijven. Maar ik herinner mij nog meer het gevoel dat ik achteraf ervaarde. Dat duurde jammer genoeg langer dan de overwinningsroes. Een enorme teleurstelling. In jezelf. Want achter elke overwinning hangt er een verhaal aan vast. Aan elke medaille hangt er namelijk een keerzijde. Hoeveel heb ik niet verloren met mijn obsessie voor te winnen? Wat heb ik er eigenlijk mee verdiend? Wat ben je in godsnaam om als "winnaar" uit de bus te komen?

En dus kan ik nooit genieten van mijn prijzen. Nooit. Hetzelfde heb ik met complimenten. Ik lach, knik, bedank de mensen in sommige gevallen en draai uiteindelijk mijn hoofd weg. Zodat ze mijn tranen niet zouden kunnen zien. Want ik kan er nog steeds niet mee overweg. En dat is jammer want ik verlang zo naar een compliment. Sinds ik mij op de arbeidsmarkt bevind, krijg ik geen 'punten' meer. Niemand geeft mij een prijs. Niemand feliciteert mij. En ik heb er zo'n nood aan. En daarom loop ik tegenwoordig rond met een medaille rond mijn nek.

Ik ben de winnaar. En tevens de verliezer van alle mooie zaken.

Baby

En toen voelde ik mij terug als een baby. Buiten het feit dat een pasgeborene vol energie zit, hebben we veel gemeen. We moeten alles voor de eerste keer nog leren. In zijn geval zijn dat leuke dingen zoals spreken, wandelen, eten,... In mijn geval zijn het iets gecompliceerdere zaken. Maar soit. Een kind is leergierig, ik normaalgezien ook. Maar de angst houdt me tegen om nieuwe zaken aan te leren. En dus blijf ik maar lui liggen in mijn wieg. Het is er wel te klein, maar ik plooi mijn benen wel op. Liever dan dat ik moet rondhuppelen en nog niet niet eens kan staan op mijn benen. En dus blijf ik ganse dagen in mijn wieg liggen. Wenend, als een klein kind.

En dus vraag ik u vriendelijk om mij in de wieg te laten liggen want ik ben moe, héél moe. Maar u mag nog wel een slaapliedje zingen voor mij. En liefst dit dan nog. Snel, want mijn oogjes zijn al toe!

zaterdag 7 november 2009

Muziektip 16

De laatste weken ben ik enorm in de ban van componisten Klaus Badelt, Hans Zimmer & Danny Elfman. Noem een goede film op en gegarandeerd heeft één van deze componisten voor de muziek gezorgd! In de muziekschool zijn we zelf bezig met het instuderen van Pirates van Klaus Badelt. Wonder boven wonder heb ik een zeer kleine solo gekregen (zie 1'52" wat de trombone speelt)!

Het cello spelen lukt tegen alle verwachtingen in, héél goed. Het voelt erg goed aan. Soms speel ik uren aan een stuk. De pijn in mijn handen verbijt ik, maar ik moet toch oppassen! Zo zit ik al een paar dagen de Suite1 : Prelude van Bach te oefenen. Heerlijk nummer en vrij ingewikkeld. Maar het lukt me al aardig!

Daarom gaan deze keer alle credits naar deze jonge kerel. Nog nooit heb ik zo'n schitterend interpretatie gehoord! Al gehoord van een muzikale God die je aanbidt? Wel dit is de mijne!


Jaarlijks doktersbezoek

Het was tijd voor mijn jaarlijks doktersbezoek. "Hoe gaat het met jou, Alimonia?", vroeg de dokter toen ik nog geen plaats genomen had op de stoel. "Goed hoor", antwoordde ik hem kort. "We zullen direct eens kijken", zei hij. Na allerlei vreemde vragen en bijhorende antwoorden was de diagnose vrij simpel. "U moet dringend rusten of u gaat er onderdoor". "Excuseer?", vroeg ik hem vragend. "Ja, al die stress moet u vermijden. Een jonge vrouw zoals u mag niet zoveel stress in haar leven hebben." Ik knikte en begreep hem. "Ik doe mijn best, echt waar". "Dat is niet voldoende", vertrouwde hij mij toe. "Je moet minder hooi op je vork nemen. Minder hard werken. Je leven is toch meer dan werken, niet Alimonia?"

En toen viel er een stilte.

"Niet?" probeerde hij nog een tweede keer. "Nee", zei ik hem bedroefd. "Mijn leven bestaat alleen uit werken en dat is goed zo. Ik voel me goed. Zeer goed." "Ja blijkbaar toch niet als ik al je kwalen hoor". "Dat is maar tijdelijk", snauwde ik hem toe. "ja zeker", zei hij op een sarcastische toon. "Je moet een paar dagen vrij nemen, Alimonia, of je gaat eronderdoor." Ik knikte maar blijkbaar niet overtuigend. "Ik zal je een week verlof geven" voegde hij er snel aan toe. "Een week?" riep ik met een toon alsof ze mij aan het martelen waren. "Ze kunnen geen week zonder mij!"

"Kijk", zei de dokter. "Dan is het simpel. Als je echt alleen maar verlof wilt nemen als er versterking komt, zal ik mijn job speciaal voor jou 5 dagen inruilen. Deal?"

Ik knikte en ging opgelucht de dokterspraktijk buiten.

Dat noem ik pas een échte vriend.

Doctor doctor, please
Don't you know I'm going fast
Doctor doctor, please
Don't you know I just can't last
But you look so angry as I crawled across your floor
She's got the strength, I JUST can't take any more

Iron Maiden - Doctor Doctor

woensdag 4 november 2009

Stil verdriet

En toen zag ik haar. Een vrouw van rond de 40. Mooi aangekleed en verdwaalt in haar boek. Ze merkte niet op dat ze haar bladwijzer verloor. Ik raapte hem op, gaf het haar en bestudeerde haar verder. "Ik ken haar" bleef er in mijn geest spoken, "maar van waar?" vroegen enge stemmetjes aan mij. "Geen idee" mompelde ik. Ik begon haar te observeren, maar bleef discreet. Ik gebruikte het raam als spionmiddel. De treincontroleur kwam langs. Haar treinabonnement verscheen spontaan van uit haar zak. Ze gunde mij geen blik op haar gegevens. "Wie is deze vrouw toch?" bleef ik me afvragen.

Ik kon haar niets vragen want ze zou mij zelf niet eens kunnen antwoorden. Dit vraagstuk zou ik alleen kunnen oplossen. Ik pijnigde mijn hersenen zoals ik vroeger gewoon was op school te doen. Ik haatte het als ik iets niet wist of begreep. Ik ploos alles uit. Ik moest en zou alles weten. Ik was gezond nieuwsgierig.

En toen kwam de trein op mijn bestemming aan. We stapten uit. Ik keek haar nog aan en toen ineens wist ik het. Het was dezelfde vrouw die ik een paar dagen geleden gezien had op de trein. Toen met héél veel verdriet.

Ze leek nu gelukkig.

Ze ging op in de massa.

Niemand heeft iets gemerkt.

Verdriet gaat en komt.

En niemand maalt er echt om.

Carrière

Ik haatte hem. De man die vandaag bij mij in de trein zat. Met zijn gladgestreken pak zette hij zich vlak voor mij. Hij gunde mij geen blik. Ik was niets, hij was alles. Uit zijn dure aktetas haalde hij allerlei documenten. "Zeer belangrijk" zag ik hem denken. Hij snoof wat lucht op. Denkend dat hij zo slimmer en belangrijker zou overkomen. Aan zijn manier van doen, leek hij wel een belangrijke functie te hebben. Directeur van een bende idioten. Mijn gedachten dwaalden af en ik stelde hem voor als vader en opa. Hij zou het kunnen zijn want hij had de perfecte leeftijd. Zou hij dan ook zo stijf zijn? Zou hij ook iedereen aankijken alsof ze allemaal minderwaardig zijn? Zou hij ook zo'n eikel zijn?

Het was ondertussen donker aan het worden en ik keek naar buiten. Ik zag enkel mijn reflectie in het raam én hem. De pretentieuze eikel. Wat moet het toch heerlijk zijn om je belangrijk te kunnen voelen en in feite niets voor te stellen? Want wat heeft die man meer dan mij, buiten geld? Niets. Iedereen is vervangbaar, zelfs hij. En dus lachte ik op mezelf in de reflectie. Ik besloot om het roer om te gooien en mijn droom als carrièrevrouw weer uit de kast te halen. Mijn mantelpakjes heb ik al, nu nog mijn arrogantie. Want slim zijn is voor deze job niet nodig.

Nee. Enkel arrogantie. En een hart van steen.