donderdag 30 december 2010

Muziektip 33

Zet 2 goeie zangers met een geweldig nummer bijeen onder leiding van Arjen Anthony Lucassen en je krijgt gegarandeerd vuurwerk.

dinsdag 21 december 2010

Vreemd hoofd

Het was een treinrit zoals een andere, maar toch zal ik ze niet gauw meer vergeten. En dat allemaal dankzij één jongen. Rond 18.34 besloot ik, samen met nog 100 andere passagiers, een trein naar huis te nemen. Al vrij snel viel mijn oog op een jongen. Hij had namelijk een vreemde vorm van zijn hoofd. Ik probeerde subtiel hem te analyseren via het raam. Ik wou immers niet te fel de aandacht trekken. Met mijn één oog gesloten en het andere open keek ik vol bewondering naar hem. Ik lachte een beetje. Stiekem.

Want ikzelf heb al jaren een probleem met mijn “dik” hoofd. Maar deze jongen had een ‘misvormd’ hoofd. Hij leek een beetje op een alien. Op één of andere manier moet hij mij in de gaten hebben gekregen. Telkens ik naar hem keek, keek hij naar mij. Zijn ogen glinsterden elke keer een beetje meer. Ik begon mij ongemakkelijk en nerveus te gedragen wat hem op één of andere reden hoop heeft moeten doen geven. “Miljaar” dacht ik bij mezelf. Straks denkt hij nog dat ik geïnteresseerd in hem ben. Nog voor ik het goed en wel besefte stond hij ineens voor mij. “Hallo”, zei hij op een rustige manier. “Alles goed?”. “Euhm ja hoor” antwoordde ik. “Is er een reden waarom u zo naar mij zit te staren?” vroeg hij mij. “Euhm”, zei ik terwijl ik waarschijnlijk rood aansloeg. “Ik kijk gewoon wat rond”, verzon ik. Er moet een ontzettend groot zwart kruis op mijn voorhoofd gestaan hebben want hij begon ineens heel hard te lachen.”Juist ja”, zei hij.

“Mag ik je mijn nummer geven?” vroeg hij. “Euhm, liever niet” zei ik zachtjes. “Het zit zo. Ik ben namelijk verliefd op iemand. Nuja. Niet echt verliefd, maar we zien elkaar geregeld. En als dat nog niet complex genoeg is ben ik al 2 jaar “echt” verliefd op iemand anders, maar daar durf ik nog niet eens naar kijken. Weet je wel.”. “Nee dus”, zei ik kort. “Ik zal je veel leed besparen. Geloof me maar”, zei ik. Hij knikte en bedankte mij.

“Geen probleem” zei hij. Ik was toch niet geïnteresseerd in u hoor. Sinds kort volg ik een cursus zelfvertrouwen en we hadden de opdracht gekregen om aan 10 mensen je telefoonnummer te geven. En aangezien u naar mij zat te staren, dacht ik….

Ik knikte gegeneerd en kon nog maar de helft verstaan wat hij zei.

“Geen probleem” zei ik hem nog terwijl zijn schaduw in het niets verdween.

Sinds vandaag kijk ik nooit nog naar mensen met een vreemd of dik hoofd. Belooft u hetzelfde te doen?

Hoop

Het is moeilijk om over mijn lippen te krijgen, maar ik mis hem wel. Ondertussen is het al weer enkele weken geleden dat ik hem nog zag. De laatste keer had ik al mijn moed bijeen gesprokkeld om te vragen wanneer we elkaar nog eens zouden zien. Hij reageerde tegen al mijn verwachtingen in enthousiast en we zochten samen een datum uit. Door onvoorziene omstandigheden moesten we onze afspraak uitstellen. Ik was boos, teleurgesteld, maar vooral opgelucht. “Het is een excuus van hem” begonnen ze in mijn hoofd te fluisteren.

Ik zocht geen raad bij vriendinnen, vertelde er niemand iets over en liet hem voornamelijk niet merken dat ik hem miste. Innerlijk had ik verdriet, maar ik ben een harde en dus liet ik niemand hier iets van zien. En waarom zou ik in godsnaam iets laten merken als ik toch geen gevoelens voor hem heb?

En dus passeerden de weken tot ik ineens bericht van hem kreeg. Wanneer we elkaar nog eens zouden zien. “Zeg maar een datum”, stuurde ik hem terug. Tot op heden is het stil langs zijn kant. Heel erg vind ik dat niet. “Zie je wel dat hij je niet leuk vindt?” probeert een stem mij te vertellen. Misschien. Misschien ook niet. Waarom zou hij zelf voorstellen om mij te willen zien om het eigenlijk toch niet te willen?

Zo werkt het brain van een man niet.
Zo denken alleen vrouwen.

En dus is er nog hoop.

Al is maar een heel klein beetje.

zondag 19 december 2010

Vat vol emoties

Op dit moment ben ik een vat vol emoties. Allerlei emoties die dringend hun weg naar buiten moeten vinden voor ik overloop. Ik probeer mijn emoties in toom te houden en via verschillende kanalen rustig naar buiten te laten vloeien. Muziek bijvoorbeeld. Aan de hand van mijn cello-kunsten probeer ik mijn gevoelens om te zetten in muziek. Eerlijk gezegd lukt me dat nog niet aardig. Mijn niveau is nog niet steeds niet hoog genoeg om zelf te kunnen musiceren. Ik ben genoodzaakt om bestaande partituren te spelen. Niets aan originaliteit. En dus blijf ik met een hoop frustratie achter.

Deze frustratie probeer ik aan de hand van mijn liefde voor de fotografie te uiten. Dat lukt me aardig, maar ook dat is nog niet voldoende. Zelfportretten doe ik het liefst. Niet omdat ik ijdel ben, maar wel omdat je als ‘model’ enorm veel emoties in je portretten kan steken. Boosheid, droefheid, verliefdheid, angst,… Noem het maar op. Ik kan alles aan. Het voorbereiden van de shoot en de fotoshoot zelf zijn meestal leuker dan het selecteren en bewerken van de juiste foto’s achteraf. Meestal komt mijn beeld met wat ik in mijn hoofd had niet overeen met wat de camera effectief geregistreerd heeft. En dan zit ik weer met een hoop frustratie.

Die frustraties vinden hun weg uiteindelijk naar mijn blog. Ik schrijf en dat vind ik heerlijk. Een blogpost bevindt zich gemiddeld een week tot zelfs een maand in mijn hoofd voor ik het neerpen. In het begin zijn het enkel woorden. Zinnen worden op de trein of de bus gevormd. Het eindresultaat ontstaat altijd na het nemen van een bad.

“Het water is de lijm tussen de woorden die samen met de zinnen een geheel vormen.”

Eenmaal de woorden neergepend zijn, maken de woorden en zinnen in mijn hoofd plaats voor andere woorden en zinnen. De gevoelens die eraan hangen blijven en verdwijnen jammergenoeg niet.

En dus ben ik momenteel op zoek naar een nieuwe uitlaaklep waardoor mijn gevoelens effectief kunnen verdwijnen. Video’s maken lijkt me wel wat. Ik heb altijd al cameravrouw willen worden. Monteren van beelden, maken van reportages,… leek me wat. Om één of andere reden koos ik voor de studierichting economie in plaats van audiovisuele kunsten. Als ik de extra’s op DVD’s bekijk (en zeker die van Tim Burton) komen mijn haren gewoon recht te staan. Reportages over steadycams op Discovery Channel gaf mij de bevestiging dat ik de verkeerde studiekeuze heb genomen.

Soit. De laatste dagen ben ik serieus aan het overwegen om een film te maken. Of althans een script te schrijven. Langs de andere kant ken ik mezelf. Ik heb niet het geduld om jaren aan één film te werken. Ik ben te ongeduldig en heb te weinig vertrouwen in het samenwerken met andere mensen. Dus lijkt mij het maken van videoclips mij een beter idee.

Dus. Mocht u binnenkort een single uitbrengen en nog een regisseur zoeken. Ik ben beschikbaar. Ik wil zelfs wel als model figureren, er foto’s van nemen om die achteraf op mijn blog te plaatsen.

Komaan, kan u zich betere reclame inbeelden?

zaterdag 18 december 2010

De jager en de visser

Ik ben nooit goed geweest in het bespreken van problemen. En dus gebruik ik fictieve verhalen of raadsels om iets duidelijk te maken. En dat doe ik al geruime tijd.

Zo herinner ik mij nog zeer goed het verhaal van de jager en de visser dat ik ooit aan mijn toenmalig lief vertelde. We waren al een geruime tijd samen tot mijn oog viel op een andere jongen. Een bezette jongen wiens vriendin verdacht veel op mij trok. Ze keek boos/droevig, had lang haar, droeg in 90% van de gevallen zwarte kledij en luisterde toevallig ook naar metal. Haar vriend was het tegenovergestelde van mijn lief. Iets wat toen mijn aandacht trok.

Ik had nochtans niet te klagen over mijn toenmalige vriend. Hij was lief, attent, leuk, braaf én rustig. En laat dat laatste nu net iets zijn wat mij soms tegenstak. Ik was een energievolle meid die soms haar energie de vrije loop moest laten. Maar hij was rustig en in plaats van mij te kalmeren, werd ik daar nog hysterischer van. Om hem dat subtiel duidelijk te maken, verzon ik het verhaal over de visser en de jager. Hij was de visser. De andere jongen de jager. Ik was de vrouw die door het bos wandelde en de 2 mannen tegen kwam.

Op een gegeven moment begon mijn verhaal van de jager en de visser zijn eigen leven te leiden. Ik begon zodanig op te gaan in mijn verhaal dat ik de realiteit compleet uit het oog verloor. Ik jaagde mezelf op terwijl het verhaal compleet ‘verzonnen’ was. Tegenwoordig heb ik dat ook met mijn blog. Ik vergeet dat het personage “Alimonia”, maar een personage is. Het is een personage dat weliswaar enorm hard op mij trekt, maar ik ben het niet volledig. De laatste weken ben ik dit uit het oog aan het verliezen. Ik voel me meer en meer Alimonia en dat beangstigt mij. Waar is de lijn tussen mezelf en Alimonia? Is er nota bene wel een verschil? Ben ik zo overtuigend dat ik mijn eigen personaliteit aan het verliezen ben aan een fictief iemand?

Soit. Ik heb nooit geweten of hij mijn verhaal van de jager en de visser ooit begrepen heeft, maar het was mijn enige manier om mijn frustraties naar hem toe uit te leggen. Achteraf gezien heb ik hier wel spijt van gehad. Waarom heb ik hem toch niet gewoon de waarheid verteld? Waarom moest ik zo nodig alles ingewikkeld maken? Ik kan het mij nog jaren afvragen, maar ik ben op een punt gekomen dat ik er vrede mee heb kunnen nemen. Ik ben zo en dat zal nooit veranderen. Ik vertel de dingen aan de hand van raadsels en verhaaltjes. Zelfs als ik mij slecht voel zal ik dat doen aan de hand van poëtische woorden. Zo stuurde ik onlangs nog volgende woorden naar een vriend van mij: “Wat is er heerlijker dan verse tranen ‘s morgensvroeg? Niets toch. Bij deze heb ik er in overvloed”.

Soms wou ik dat ik gewoon wat duidelijker kon zijn. Eenvoudiger. Simpeler. Maar als alles al duidelijk is, waar zit het plezier dan nog in?

Of weet u soms graag al op voorhand welke cadeaus u zal krijgen?

Ik dacht het niet.

vrijdag 17 december 2010

Zelfportret

Mijn eigen interpretatie van de nieuwe kerstman.

Uniek

Hoe je het ook draait of keert, we willen allemaal graag uniek zijn. Wie niet uniek is, is een meeloper. En in die categorie wil niemand vallen. En dus proberen we allemaal om zo uniek mogelijk te zijn. De ene doet er wat meer moeite voor dan de andere. Voornamelijk vrouwen halen alles uit de kast. Ze schuimen praktisch de ganse wereld af op zoek naar dat exclusieve kleedje of die halsketting om dat fel begeerde etiket “uniek” in ontvangst te mogen nemen.

Al die moeite. En voor wat? Wat maakt uniek zijn toch zo leuk? Iemand die echt uniek is, is een eenzaam mens. Iemand die zich nooit ergens thuis voelt. Uniek zijn wilt in mijn ogen niet zeggen dat je design kledij draagt dat niemand anders zich kan permitteren . Het gaat om de innerlijke gedachten en gevoelens. De kijk die je op de wereld hebt. Je levensdoel. Je manier van redeneren. En laat dat nu hetgeen zijn wat bij mij een tikkeltje anders is dan de gemiddelde ‘normale’ persoon.

En dat was hem ook opgevallen. “Je bent anders, Alimonia” fluisterde hij in mijn oor. “Anders dan al die andere vrouwen”. Ik knikte en begon te huilen. “Waarom huil je nu toch?” vroeg hij mij terwijl hij mij stevig vastnam. “Wil je niet uniek zijn?”. Ik schudde mijn hoofd. “Wil je dan liever dat ik zeg dat je zoals al de andere vrouwen bent?”

Ik hefte mijn schouders nonchalant op, goed wetende wat mijn antwoord was.

Bij deze. Ik wil niet uniek zijn. Ik wil normaal zijn. Of althans mij normaal voelen.
Net zoals al die andere vrouwen.

maandag 13 december 2010

Praten

We praten zelden. Niet dat hij niet wilt, maar deze keer ben ik de schuldige. Ik praat nochtans graag en veel. Maar niet bij hem. Bij hem voel ik mij rustig. Op mijn gemak. Mijn hoofd komt tot rust en daar wil ik ten volle van genieten.

Bij hem wil ik niet praten of toch zo min mogelijk. Ik wil genieten van de stilte. De rust. In mijn hoofd. Het gebeurt zelden dat ik mij zo kan ontspannen. Ik geniet zonder dat mijn hoofd moet werken. En dat doet zo’n deugd.

En dus praten we niet veel alhoewel hij wel zou willen. Elke keer opnieuw zie ik hem spartelen om een gesprek met mij te kunnen beginnen. Om mij beter te leren kennen, veronderstel ik. Maar ik zwijg elke keer. Hij zucht dan en kust me zachtjes op mijn voorhoofd. “Waarom vraag je nooit wat?” fluistert hij dan. Elke keer opnieuw haal ik mijn schouders op. “Ik weet het niet” zeg ik terwijl ik mijn hoofd van hem afwend. Elke keer opnieuw verbijt ik dan mijn tranen want ik weet verdomd goed waarom niet.

Mensen in mijn omgeving vragen mij geregeld over hem uit. Heel vaak moet ik hen het antwoord schuldig blijven. “Wat doen jullie dan een ganse avond?” vragen ze bezorgd. “Tja, we wandelen, kijken wat TV en spelen wat spelletjes” zeg ik dan. Ze geloven mij, denk ik. Ik weet het niet.

Heel vaak lig ik naast hem waarbij zijn arm rondom mij ligt. Ik kijk dan naar hem. Naar zijn gezicht. Zijn stoppelbaard. Zijn lichaam. Ik luister naar het kloppen van zijn hart en analyseer zijn ademhaling. En dan voel ik mij gelukkig. Soms opent hij zijn ogen en verschiet hij. “Wat zit je mij toch aan te staren?”. “Wat gaat er toch in dat hoofdje van je om?” vraagt hij zachtjes. “Niets” zeg ik dan. Helemaal niets en dat voelt goed. Heel goed. Maar dat zeg ik hem nooit. Ik vind de woorden nooit en mocht ik ze vinden dan ontbreekt het mij vaak aan moed.

Ik herinner mij nog goed de eerste keer dat ik hem toch een vraag stelde. Het had me enorm veel moeite gekost, maar na een 5-tal maanden had ik hem eindelijk gevraagd of hij een vriendin had. “Eindelijk vraag je dat!”, zei hij terwijl een trotse “nee” volgde. “Waarom vroeg je dat toch niet eerder?”. “Omdat ik het al wist”, verzon ik.

Ondertussen zijn we bijna een jaar verder en nog steeds vraag ik hem zo weinig mogelijk. En dat is niet omdat ik tot rust wil komen, maar omdat ik er een grondige reden voor heb. Ik ben bang dat door al mijn vragen (en zijn bijhorende antwoorden) ik hem interessant en leuk ga vinden. En dat wil ik niet. Ik wil niet verliefd worden.

En dus praten we niet.

Al zou ik wel willen.

Want ik heb hem zoveel te zeggen….

zaterdag 11 december 2010

Zelfportret



Gierigheid

Als het één karaktereigenschap is dat perfect bij mij past is het wel mijn gierigheid.

Bij mijn vrienden ben ik al jaren gekend als de “gierigaard” . Ze weten ondertussen dat ik maar 2 drankjes drink op een ganse avond en dat ik daarna “geen dorst” meer heb. En waarom zou ik betalen voor drinken dat gratis in de frigo thuis ligt?

Juist ja. En daarom ben ik dus gierig. Wat is er trouwens mis met gierig zijn? Ik doe er niemand kwaad mee.

Heel soms spendeer ik mijn zuur verdiende centen aan iets. Kwestie van de economie draaiende te houden. Dan koop ik draken, puzzels, een digitaal fototoestel of een ipod touch. Maar voor ik zo’n dingen aankoop, gaan er heel wat denkprocessen en vergelijkingsproeven aan vooraf. Ik onderzoek alles. Tot in de kleinste detail. En voor je het goed en wel beseft ben je al een aantal weken, en in sommige gevallen maanden, verder.

Eenmaal de aankoop gerealiseerd is en het geld effectief van mijn rekening is, blijf ik nog met twijfels zitten. Was de aankoop het geld wel waard? Zelfs jaren na de aankoop kan ik mijn hoofd hierover nog breken

Nu mocht ik ooit spijt krijgen over mijn laatste aankoop dan kan ik het nog steeds verkopen.

De inscriptie moeten ze er wel bijnemen.

Leegzuigen

Ik kan goed zuigen. Mensen leegzuigen bedoel ik dan. Op dat vlak is er geen verschil tussen een vampier en mij. Mijn slachtoffers zijn mensen zoals jij en ik. Voor je het goed en wel beseft, heb ik jou al leeggezogen. Het is mijn sterkte. Ik lijk zwak, fragiel en breekbaar te zijn, maar in feite ben ik gewoon heel sluw en geniepig. Op het moment dat ik mijn zwakste kant laat zien en de mensen het meeste medelijden met mij tonen, val ik aan. Ik zet mijn tanden in hun nek en zuig. Ik zuig en stop niet. Tot ik vol zit met energie.

Het slachtoffer, dat zwakker en zwakker wordt, kan zich niet verweren. Ik blijf zuigen tot ze geen energie meer over hebben. Uiteindelijk vallen de slachtoffers in een emotionele coma. Ze zijn verlamd en verliezen eventjes alle realiteit met de wereld.

Vanaf het moment ze weer bij hun positieven komen, ben ik al lang uit hun leven verdwenen. Vaak beseffen ze niet wat ik hen heb aangedaan.

Uiteindelijk vergeten ze mij.

En ik. Ik wacht geduldig af.
Tot ik weer leeg ben.

Muziektip 32

Ik heb u toch al verschillende keren gezegd dat metal meer is dan brullen & schreeuwen. Voor degene die me nooit gelooft hebben, vindt u hieronder al 10 verschillende genres.

zaterdag 4 december 2010

Het ziekenhuis

Door mijn lichte hersenschudding belandde ik vorige week noodgedwongen in het ziekenhuis. In de drukte zocht ik mij een rustige plaats uit. Een fiere mooie vrouw naast me lachte op mij. Ik probeerde terug te lachen. Ik keek rondom mij en ineens had ik hem herkend. De man naast de vrouw bleek een ex-vriendje te zijn. Mijn eerste en grootste liefde. Hij had mij ook herkend.

"Alles goed?" vroeg hij mij. "Dat gaat wel", antwoordde ik hem. "Met jou?" vroeg ik op een geforceerde toon. "Met mij alles goed", zei hij terwijl zijn blik afdwaalde naar de buik van zijn zwangere vrouw.

"Wat wordt het?" probeerde ik op een enthousiaste manier te vragen. "Een jongen", antwoordde zijn vrouw. "Een jongen", herhaalde hij zachtjes terwijl zijn ogen begonnen te glinsteren. "Een jongen" repliceerde hij nog een keer terwijl hij wreef over de buik van zijn vrouw.

"Oh hoe leuk", zei ik. Een jongen, of kinderen in het algemeen, kon én wou ik hem nooit geven. "Is het jullie eerste?" vroeg ik. "Ja", zei hij terwijl zijn vrouw hevig knikte.

En even viel er een kille stilte tussen ons. In de achtergrond hoorde ik allerlei geluiden. Het zachtjes huilen van een vrouw en 2 kinderen, de voetstappen van de verpleegsters die van de ene naar de andere kamer wandelde, een tikken van een wandelstok van een oudere heer, het piepen van een versleten rolstoel, het rinkelen van de telefoon, lachende mensen,...

"Alimonia?" klonk er ineens.

"Ja?", zei ik verbaasd.

"De dokter wacht op je".

Zonder enige aarzeling zocht ik mijn spullen bijeen. Ik knikte nog een laatste keer en nam afscheid. "Tot een volgende keer, misschien", zei ik.

Wat haat ik toch ziekenhuizen !

vrijdag 3 december 2010

Artiesten van de dag

Heel af en toe laat ik de aandacht naar andere artiesten gaan. Zomaar. Omdat ze mij geraakt hebben. En jullie hopelijk ook.

Eerste artiest is Volker Kühn die ik ontdekt heb op een tentoonstelling in Berlijn. Zijn kunst is “art in boxes”. Ik was direct aangesproken tot zijn werk. In het echt is het zoveel leuker om te zien, maar ik wou jullie toch kennis laten maken met hem. Meer werk is te vinden op zijn site.


Trust

Pink Times II

Ruin what you ruin

Clean the table

Illustrator Nicoletta Ceccoli ontdekte ik in de FNAC. Haar werk kan je het best omschrijven als stout & braaf tegelijk.

Fishingroom

Lovely

Birdcage