dinsdag 30 maart 2010

zondag 28 maart 2010

De woorden

En toen zei hij het. Ik wachtte er al maanden op, maar uiteindelijk kreeg ik de betoverende woorden te horen. Hij was gerust niet de eerste die deze woorden al had uitsproken. Verscheidene hadden hem dit al voorgedaan. Maar elke keer blijft het anders. Maar om één of andere reden had hij wat meer tijd nodig dan de anderen. Maanden zijn er aan voorafgegaan. Het betreffende moment was daarom nog opwinderder. Specialer. Leuker.

Al had ik jammer genoeg het moment niet zien aankomen. Want daar zijn ze goed in, de mannen. Op dat gebied zijn ze onvoorspelbaar. Wij vrouwen zijn op dat gebied dom. We kunnen niets verzwijgen. We kunnen geen geheimen voor onszelf houden. We willen alles delen. Zelfs gevoelens. Mannen kunnen dat wel. Op dat gebied zijn het Spartanen. Koel. Koud én emotieloos.

Hij sprak de woorden wat verlegen uit. Alsof hij ze voor de eerste keer tegen een vrouw zei. Zijn ogen glinsterden terwijl hij mij aankeek. Zijn handen betastten mijn lichaam alsof hij mij voor de eerste keer naakt zag. "Wat ben je sexy", ging er aan vooraf.

Zijn naakte lichaam drukte dichter tegen dat van mij aan. Ik hoorde zijn hart lichtjes versnellen. Zijn ogen begonnen te blinken. Zijn handen werden actiever. Hij begon mij overal te betasten. Van mijn hoofd tot de kleinste onderdelen aan mijn lichaam.

En toen zei hij het. "Ik heb zin in je". Ik keek hem aan met mijn betoverende blauw-groen-grijze ogen. Ondertussen ving ik een glimp van mezelf op in de spiegel. Mijn lange lokken waren wild verspreid over mijn naakte lichaam. Ik kroop dichter bij hem en aanschouwde voor de laatste maal zijn sexy lichaam. Hij keek me aan alsof hij een antwoord verwachtte. Zijn lippen verlangden naar mijn zoete huid.

Ik lachte geheimzinnig, draaide me om en stapte uit het bed. Ik zocht mijn kleren bijeen en kleedde mij haastig aan.

"Dat weet ik", zei ik hem. "Het zal voor de volgende keer zijn", fluisterde ik hem toe. Terwijl hij mij verward aankeek, sloot ik de rustig de deur achter mij. In de gang weergalmde mijn naam. Alimonia. Alimonia! Alimonia?

Ik keek niet meer om.

Arme jongen.
Hij weet nog niet dat er nooit een "volgende keer" zal komen.

vrijdag 26 maart 2010

Winnares!

Ik heb alweer gewonnen.

Ik vroeg aan hem om mij niet meer uit te nodigen. En het is gelukt! Na 2 dagen heeft hij mij nog altijd niet opnieuw geïnviteerd. Hij denkt dat ik de afspraakjes met hem maar niets vond. Dat ik hem maar als tijdverdrijf zag. Maar daar vergist hij zich in! Hij weet de echte waarheid niet. Hij weet niet dat deze overwinning alleen maar deel uitmaakt van mijn dirty mind.

Dat ik mij de onoverwinnelijke winnares voel, is niet omdat hij naar mij geluisterd heeft, maar gewoon het feit dat dit het ultieme bewijs is dat hij een klootzak is. Een loser. Een idioot. Zoals ik immers al lang wist, maar er nooit geen echte bewijzen voor had. Hij geeft niet om mij anders had hij mij toch al lang opnieuw uitgenodigd?

Natuurlijk zou ik opnieuw eens met hem willen afspreken. Heel graag zelfs. Maar uitgaan met een klootzak, loser en idioot is nu net iets te veel van het goede.

En dus ben ik weer de winnares. Weliswaar van mijn ziekelijke geest, maar ik ben toch maar de winnares.

woensdag 24 maart 2010

Hij kan het nog steeds

Hij kan het nog steeds. Zelfs na één jaar kan hij - mijn sexy collega - mij nog steeds knikkende knieën bezorgen. Ook al zie ik hem minder, ik denk nog steeds evenveel aan hem. Hij is mijn levende obsessie. Nog steeds check ik alle dagen (zelfs meermaals) of hij op het werk aanwezig is. Ik voel me opgelucht als hij er is. Ook de dame die ik verdenk zijn vriendin te zijn, controleer ik meerder keren op een dag als ze er is. Soms zijn ze samen in verlof. Dan breekt mijn hart. Al weet ik diep in mezelf wel dat ze geen koppel zijn.

Maar hij kan het nog steeds. Mijn hart sneller doen laten slaan. Mijn obsessie te blijven voeden. En hoewel niemand het begrijpt, ben ik niet verliefd. Neen. Dit is iets anders. Hij is trouwens ook niet verliefd op mij. Ik denk zelfs dat hij mij een beetje 'haat'. Maar dat is wederzijds. Ik haat hem ook een beetje. Omdat hij mijn hersenen onnodig laat werken. Omdat hij mij zot maakt. Omdat hij mij irriteert. En omdat hij mijn vriendje niet wilt worden.

Hij is een fulltime obsessie. Hij intrigeert mij, maar langs de andere kant stoot hij mij ook af. Ik wil hem niet aanraken. Ik wil hem niet zoenen. Ik wil hem eerlijk gezegd niet als vriendje en ik hoef hem zeker niet beter leren kennen. Maar waarom blijft hij mij dan zo intrigeren?

Waarom blijf ik zo geobsedeerd door hem? Waarom? Waarom zelfs nog na 1 jaar?

zondag 21 maart 2010

Londen

Londen was in één woord geslaagd. Hieronder één van mijn beste foto's. De typische verkeerslichten gecombineerd met een typische rode bus op de achtergrond. De boodschap van de foto is ook duidelijk: wait and you will see more pictures!


donderdag 18 maart 2010

Jaloezie

Ik barst van jaloezie en ik kan het deze keer niet onder stoelen of banken steken. Ik probeer het wel, maar in zwakke momenten neemt mijn hart jammergenoeg de bovenhand en heeft mijn hoofd over niets nog de controle.

Ik wil niet jaloers zijn. Jaloersheid is een teken van zwakte. En daarom maakt mijn jaloersheid plaats voor kwaadheid. Ik wil haar martelen. En niet op de gewone manier, maar op een gruwelijke manier. Ik wil haar folteren in de “slingerput” zoals Edgar Allan Poe dat zo goed kon omschrijven.

Ze is niet enkel mooi, maar ze is ook nog stijlvol. Ze heeft klasse. En dat heeft hij ook opgemerkt. Haar verloofde. Al 4 jaar delen ze alles met elkaar. Liefde, verdriet en jaloezie. Maar haar verloofde is er momenteel niet. Hij studeert in het buitenland. En dus loopt ze zielig en alleen rond in België. Nuja, alleen is een groot woord, want deze dame heeft aantrek.
Ook van hem.

Ook al zijn het maar vrienden.

Ik kook van woede.

En jaloezie.

maandag 15 maart 2010

Tevergeefs

Heel de dag heb ik tevergeefs op een mailtje van hem gewacht. Geheel onverwachts was dat niet want in feite moest ik hem nog van een antwoord voorzien op zijn laatste mail. Ik begrijp hem best. Hij doet al maanden moeite om mijn hart te winnen, maar hij krijgt meer “neens” dan ja te horen. Erg goed voor zijn eigenwaarde kan dat nooit zijn. En nu is hij het moe. Het is gedaan, hoor ik hem denken. Nu is het aan haar.

En gelijk heeft hij! Deze keer ligt alles in mijn handen. Maar hij beseft niet dat mijn hersenen deze keer alles in de hand hebben. Ze genieten van de laatste maanden. Voor hen is dit puur entertainement.

Het gevoel om alles in je eigen handen te hebben is geniaal. Het gevoel om iemand teleur te stellen is nog veel intenser. Het is zoals verliefd zijn, maar dan nog intenser. Het kriebelt in je buik. Het doet zelfs pijn. Geestelijke pijn want fysieke pijn brengt me niet hetzelfde genot met zich mee.

Ik geniet van deze dagen. Ik voel me als een vampier die net een nieuwe lading bloed heeft binnengekregen: voldaan. Ik zit vol energie.

Vol energie. En Tevergeefs wachtend op een mailtje van hem. Maar wat zal deze keer winnen? Het verliefdheidsgevoel of die stekende pijn in mijn buik waar ik maar niet genoeg van krijg?

Teleurgesteld

“Ben je nu niet teleurgesteld?”, vroeg hij mij nadat onze afspraak voor het weekend net geannuleerd was. Ik antwoordde niet en dacht dat ik hem zo wel duidelijk kon maken dat ik dat wel was. Maar hij is een man. En voor hen zijn onze woorden net raadsels. Ze denken dat ze de woorden nog in de juiste volgorde moeten plaatsen.

Nu wacht ik tevergeefs op een mailtje van hem hoewel hij de laatste was die geantwoord had. De bal ligt nu in mijn kamp, maar ik doe alsof ik hem niet zie liggen. “Ik ben moe”, verzin ik tegen mezelf en blijf bij gevolg gezellig in mijn stoel zitten. “Hij moet maar met iets anders gooien dan een bal”, probeer ik mezelf te sussen. “Ja, met een steen, een schoen of een fles ofzo”, proberen de stemmetjes in mijn hoofd mij te overhalen om toch maar geen teken van leven te geven.

Ik speel het spel verkeerd. In plaats van gewoon te antwoorden op zijn vraag, creeër ik nieuwe vragen voor hem. Voor mij is dat geen probleem. Ik hou van mysteries, raadsels, spelletjes en zeker met hem. Want hij is tegenwoordig mijn favoriete hoofdrolspeler. En zeker omdat hij dat nog niet beseft.

zondag 14 maart 2010

En wat deed u op zondagnamiddag?

Ik was me aan het voorbereiden op mijn reis naar Londen van volgende week. Zo zie je maar. Geen Ierland. En toch vakantie.

Vrouwen. Ze zijn niet te vertrouwen.

zaterdag 13 maart 2010

De hond

Ik verdenk hem van iets. Onze hond. Ik verdenk hem ervan dat hij dode mensen kan zien. Om één of andere vreemde reden staat hij vaak te blaffen op - althans voor mij - onzichtbare dingen. De hond en ik zijn nooit goede maatjes geweest, dus hij zal me zeker niet vertellen dat hij een bepaalde gave bezit. Ook niet als hij dat kon. Als ik hem moet geloven, komen de geesten vaak tevoorschijn op dezelfde plaatsen. Aan deuren. Zo'n vreemde plaats is dat niet, want als ze onze wereld willen betreden moeten ze langs een deur komen. En daar wringt nu net het schoentje. Ze worden opgewacht door een hond. En niet zomaar een hond. Nee, de onze. En laat dat nu net het probleem zijn. Onze hond is niet zo'n lieve hond die je enkel in tv-programma's ziet. Nee. Onze hond is een agressief dier. Hij gromt al als hij mij ziet. Nochtans doe ik niets. Ik plaag hem enkel maar door zijn favoriete speelgoedjes op hoge kasten te zetten waar hij niet aan kan. Op het einde van de dag - als ik het niet vergeten ben- krijgt hij dat dan terug. Kwestie van hem te leren dat je niet alles krijgt wat je wilt in dit leven.

En hoe lief hij ook kijkt, ik verdenk hem ervan dat hij dode mensen kan zien. Maar zijn gegrom en geblaf schrikken niet enkel mij, maar ook hen af. En zo ontneemt hij mij alle kansen om kennis te maken met de geesten.

Stomme hond.

donderdag 11 maart 2010

Winterblues

Het zijn de winterblues maar. Zo sussen ze mij al weken als ik klaag over vermoeidheid, hoofdpijn, maagpijn en negatieve gedachten. Het is normaal dat je u een beetje “down” voelt. Dat is omdat we te weinig zonlicht hebben gezien door de lange winter. Je mist een bepaald vitamine. Vreemd, denk ik bij mezelf. Vorige week heb ik op mijn vrije dag de ganse dag van de eerste zonnestraaltjes genoten en nog steeds lijd ik aan de net vermelde symptomen. Was het misschien mijn zwarte trui die de zonnestralen weerkaatst hebben en waardoor ik een ganse dag voor niets in de zon heb gezeten? Waren de zonnestralen in Holland misschien niet dezelfde als in België? Wou de zon mij gewoon eens goed liggen hebben?

Geen idee.

Maar ondertussen lijd ik aan de winterblues. Zoals iedereen daar aan lijdt. Niets speciaals dus.

dinsdag 9 maart 2010

Gesluierde vrouwen

Elke dag opnieuw stappen ze op mijn bus. De gesluierde vrouwen met aan elk hand een kind. Ze zijn mooi. De vrouwen. Bloedmooi. Ik weet niet of ze dat eigenlijk beseffen. Maar ze zijn stuk voor stuk ideale examplaren voor een Miss verkiezeing. Hun kinderen kijken zorgeloos rond. Met hun bruine kijkers proberen ze mijn ziel te lezen. Ik lach. Ze lachen terug. Opeens voel ik mij de vreemdeling. Maar elke dag opnieuw zitten ze in mijn bus. Ze praten allemaal met elkaar in een taal die hen samenhoudt. Ze glimlachen. Ze stralen. Ze zien er gelukkig uit. Vaak observeer ik hen. Hoe ze zich gedragen. Hoe ze lachen. Hoe ze elke keer opnieuw te laat komen aan de bushalte maar er toch op een mysterieuze wijze in slagen om toch in de bus te zitten. Het is één grote familie. Een vrouw die met haar buggy de bus opwilt, wordt direct door een jonge gast geholpen. Ze bedankt de jongen. De jongen knikt. Hij blaast niet. Hij stelt zich geen vragen. “Het hoort zo”, hoor ik hem denken. Daar zit ik dan. Als Belg. Moederziel alleen in de bus. Met mijn ipod in mijn oren.

Als ik morgen ook een sluier zou dragen, zou ik er dan ook bijhoren?

donderdag 4 maart 2010

Muziektip 22

De meest recentste film die ik heb gezien is Nine van Rob Marshall. Nuja, film kan je het niet echt noemen. Het heeft meer weg van een musical. En toch was hij niet slecht. En dat is allemaal te danken aan Fergie en haar "be italien". Wat een verdomd lekker nummer en lekkere scene! Hulde aan Fergie. Wat een vrouw.

Hij

Ik ben in de ban. In de ban van hem. Hij beheerst mijn leven. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat denk ik aan hem. Mijn gans lichaam verlangt naar hem. Hij laat me niet onberoerd. Nee. En hoewel ik hem in het begin nooit had opgemerkt, kan ik momenteel niet meer zonder hem. Hij beheerst mijn leven en dat beangstigt mij. Maar de glimlach op mijn gezicht overwint deze keer alles. Ik voel me gelukkig. Te gelukkig. Ik lijk wel de ganse dag stoned te zijn. Een eenvoudige vraag kan ik niet meer beantwoorden. Mijn hersenen liggen momenteel stil. Het voelt vreemd aan. Dit heb ik nog nooit meegemaakt.

Een ganse dag beheerst hij mijn leven. ’s Morgens vroeg valt de roos op die hij mij voor Valentijn had gegeven. Op het werk blijven we in contact door mailtjes-om-het-kwartier. In de reflectie van het raam in de trein kijk ik naar mezelf en hoor ik zijn stem. ’s Avonds laat zijn het tv-programma’s of radionummers die mij aan hem doen denken. ’s Nachts droom ik van hem. Ik ben in de ban van hem. Hij heeft me gebeten en hij weet het niet.

En laten we dat voorlopig zo houden!