donderdag 30 december 2010

Muziektip 33

Zet 2 goeie zangers met een geweldig nummer bijeen onder leiding van Arjen Anthony Lucassen en je krijgt gegarandeerd vuurwerk.

dinsdag 21 december 2010

Vreemd hoofd

Het was een treinrit zoals een andere, maar toch zal ik ze niet gauw meer vergeten. En dat allemaal dankzij één jongen. Rond 18.34 besloot ik, samen met nog 100 andere passagiers, een trein naar huis te nemen. Al vrij snel viel mijn oog op een jongen. Hij had namelijk een vreemde vorm van zijn hoofd. Ik probeerde subtiel hem te analyseren via het raam. Ik wou immers niet te fel de aandacht trekken. Met mijn één oog gesloten en het andere open keek ik vol bewondering naar hem. Ik lachte een beetje. Stiekem.

Want ikzelf heb al jaren een probleem met mijn “dik” hoofd. Maar deze jongen had een ‘misvormd’ hoofd. Hij leek een beetje op een alien. Op één of andere manier moet hij mij in de gaten hebben gekregen. Telkens ik naar hem keek, keek hij naar mij. Zijn ogen glinsterden elke keer een beetje meer. Ik begon mij ongemakkelijk en nerveus te gedragen wat hem op één of andere reden hoop heeft moeten doen geven. “Miljaar” dacht ik bij mezelf. Straks denkt hij nog dat ik geïnteresseerd in hem ben. Nog voor ik het goed en wel besefte stond hij ineens voor mij. “Hallo”, zei hij op een rustige manier. “Alles goed?”. “Euhm ja hoor” antwoordde ik. “Is er een reden waarom u zo naar mij zit te staren?” vroeg hij mij. “Euhm”, zei ik terwijl ik waarschijnlijk rood aansloeg. “Ik kijk gewoon wat rond”, verzon ik. Er moet een ontzettend groot zwart kruis op mijn voorhoofd gestaan hebben want hij begon ineens heel hard te lachen.”Juist ja”, zei hij.

“Mag ik je mijn nummer geven?” vroeg hij. “Euhm, liever niet” zei ik zachtjes. “Het zit zo. Ik ben namelijk verliefd op iemand. Nuja. Niet echt verliefd, maar we zien elkaar geregeld. En als dat nog niet complex genoeg is ben ik al 2 jaar “echt” verliefd op iemand anders, maar daar durf ik nog niet eens naar kijken. Weet je wel.”. “Nee dus”, zei ik kort. “Ik zal je veel leed besparen. Geloof me maar”, zei ik. Hij knikte en bedankte mij.

“Geen probleem” zei hij. Ik was toch niet geïnteresseerd in u hoor. Sinds kort volg ik een cursus zelfvertrouwen en we hadden de opdracht gekregen om aan 10 mensen je telefoonnummer te geven. En aangezien u naar mij zat te staren, dacht ik….

Ik knikte gegeneerd en kon nog maar de helft verstaan wat hij zei.

“Geen probleem” zei ik hem nog terwijl zijn schaduw in het niets verdween.

Sinds vandaag kijk ik nooit nog naar mensen met een vreemd of dik hoofd. Belooft u hetzelfde te doen?

Hoop

Het is moeilijk om over mijn lippen te krijgen, maar ik mis hem wel. Ondertussen is het al weer enkele weken geleden dat ik hem nog zag. De laatste keer had ik al mijn moed bijeen gesprokkeld om te vragen wanneer we elkaar nog eens zouden zien. Hij reageerde tegen al mijn verwachtingen in enthousiast en we zochten samen een datum uit. Door onvoorziene omstandigheden moesten we onze afspraak uitstellen. Ik was boos, teleurgesteld, maar vooral opgelucht. “Het is een excuus van hem” begonnen ze in mijn hoofd te fluisteren.

Ik zocht geen raad bij vriendinnen, vertelde er niemand iets over en liet hem voornamelijk niet merken dat ik hem miste. Innerlijk had ik verdriet, maar ik ben een harde en dus liet ik niemand hier iets van zien. En waarom zou ik in godsnaam iets laten merken als ik toch geen gevoelens voor hem heb?

En dus passeerden de weken tot ik ineens bericht van hem kreeg. Wanneer we elkaar nog eens zouden zien. “Zeg maar een datum”, stuurde ik hem terug. Tot op heden is het stil langs zijn kant. Heel erg vind ik dat niet. “Zie je wel dat hij je niet leuk vindt?” probeert een stem mij te vertellen. Misschien. Misschien ook niet. Waarom zou hij zelf voorstellen om mij te willen zien om het eigenlijk toch niet te willen?

Zo werkt het brain van een man niet.
Zo denken alleen vrouwen.

En dus is er nog hoop.

Al is maar een heel klein beetje.

zondag 19 december 2010

Vat vol emoties

Op dit moment ben ik een vat vol emoties. Allerlei emoties die dringend hun weg naar buiten moeten vinden voor ik overloop. Ik probeer mijn emoties in toom te houden en via verschillende kanalen rustig naar buiten te laten vloeien. Muziek bijvoorbeeld. Aan de hand van mijn cello-kunsten probeer ik mijn gevoelens om te zetten in muziek. Eerlijk gezegd lukt me dat nog niet aardig. Mijn niveau is nog niet steeds niet hoog genoeg om zelf te kunnen musiceren. Ik ben genoodzaakt om bestaande partituren te spelen. Niets aan originaliteit. En dus blijf ik met een hoop frustratie achter.

Deze frustratie probeer ik aan de hand van mijn liefde voor de fotografie te uiten. Dat lukt me aardig, maar ook dat is nog niet voldoende. Zelfportretten doe ik het liefst. Niet omdat ik ijdel ben, maar wel omdat je als ‘model’ enorm veel emoties in je portretten kan steken. Boosheid, droefheid, verliefdheid, angst,… Noem het maar op. Ik kan alles aan. Het voorbereiden van de shoot en de fotoshoot zelf zijn meestal leuker dan het selecteren en bewerken van de juiste foto’s achteraf. Meestal komt mijn beeld met wat ik in mijn hoofd had niet overeen met wat de camera effectief geregistreerd heeft. En dan zit ik weer met een hoop frustratie.

Die frustraties vinden hun weg uiteindelijk naar mijn blog. Ik schrijf en dat vind ik heerlijk. Een blogpost bevindt zich gemiddeld een week tot zelfs een maand in mijn hoofd voor ik het neerpen. In het begin zijn het enkel woorden. Zinnen worden op de trein of de bus gevormd. Het eindresultaat ontstaat altijd na het nemen van een bad.

“Het water is de lijm tussen de woorden die samen met de zinnen een geheel vormen.”

Eenmaal de woorden neergepend zijn, maken de woorden en zinnen in mijn hoofd plaats voor andere woorden en zinnen. De gevoelens die eraan hangen blijven en verdwijnen jammergenoeg niet.

En dus ben ik momenteel op zoek naar een nieuwe uitlaaklep waardoor mijn gevoelens effectief kunnen verdwijnen. Video’s maken lijkt me wel wat. Ik heb altijd al cameravrouw willen worden. Monteren van beelden, maken van reportages,… leek me wat. Om één of andere reden koos ik voor de studierichting economie in plaats van audiovisuele kunsten. Als ik de extra’s op DVD’s bekijk (en zeker die van Tim Burton) komen mijn haren gewoon recht te staan. Reportages over steadycams op Discovery Channel gaf mij de bevestiging dat ik de verkeerde studiekeuze heb genomen.

Soit. De laatste dagen ben ik serieus aan het overwegen om een film te maken. Of althans een script te schrijven. Langs de andere kant ken ik mezelf. Ik heb niet het geduld om jaren aan één film te werken. Ik ben te ongeduldig en heb te weinig vertrouwen in het samenwerken met andere mensen. Dus lijkt mij het maken van videoclips mij een beter idee.

Dus. Mocht u binnenkort een single uitbrengen en nog een regisseur zoeken. Ik ben beschikbaar. Ik wil zelfs wel als model figureren, er foto’s van nemen om die achteraf op mijn blog te plaatsen.

Komaan, kan u zich betere reclame inbeelden?

zaterdag 18 december 2010

De jager en de visser

Ik ben nooit goed geweest in het bespreken van problemen. En dus gebruik ik fictieve verhalen of raadsels om iets duidelijk te maken. En dat doe ik al geruime tijd.

Zo herinner ik mij nog zeer goed het verhaal van de jager en de visser dat ik ooit aan mijn toenmalig lief vertelde. We waren al een geruime tijd samen tot mijn oog viel op een andere jongen. Een bezette jongen wiens vriendin verdacht veel op mij trok. Ze keek boos/droevig, had lang haar, droeg in 90% van de gevallen zwarte kledij en luisterde toevallig ook naar metal. Haar vriend was het tegenovergestelde van mijn lief. Iets wat toen mijn aandacht trok.

Ik had nochtans niet te klagen over mijn toenmalige vriend. Hij was lief, attent, leuk, braaf én rustig. En laat dat laatste nu net iets zijn wat mij soms tegenstak. Ik was een energievolle meid die soms haar energie de vrije loop moest laten. Maar hij was rustig en in plaats van mij te kalmeren, werd ik daar nog hysterischer van. Om hem dat subtiel duidelijk te maken, verzon ik het verhaal over de visser en de jager. Hij was de visser. De andere jongen de jager. Ik was de vrouw die door het bos wandelde en de 2 mannen tegen kwam.

Op een gegeven moment begon mijn verhaal van de jager en de visser zijn eigen leven te leiden. Ik begon zodanig op te gaan in mijn verhaal dat ik de realiteit compleet uit het oog verloor. Ik jaagde mezelf op terwijl het verhaal compleet ‘verzonnen’ was. Tegenwoordig heb ik dat ook met mijn blog. Ik vergeet dat het personage “Alimonia”, maar een personage is. Het is een personage dat weliswaar enorm hard op mij trekt, maar ik ben het niet volledig. De laatste weken ben ik dit uit het oog aan het verliezen. Ik voel me meer en meer Alimonia en dat beangstigt mij. Waar is de lijn tussen mezelf en Alimonia? Is er nota bene wel een verschil? Ben ik zo overtuigend dat ik mijn eigen personaliteit aan het verliezen ben aan een fictief iemand?

Soit. Ik heb nooit geweten of hij mijn verhaal van de jager en de visser ooit begrepen heeft, maar het was mijn enige manier om mijn frustraties naar hem toe uit te leggen. Achteraf gezien heb ik hier wel spijt van gehad. Waarom heb ik hem toch niet gewoon de waarheid verteld? Waarom moest ik zo nodig alles ingewikkeld maken? Ik kan het mij nog jaren afvragen, maar ik ben op een punt gekomen dat ik er vrede mee heb kunnen nemen. Ik ben zo en dat zal nooit veranderen. Ik vertel de dingen aan de hand van raadsels en verhaaltjes. Zelfs als ik mij slecht voel zal ik dat doen aan de hand van poëtische woorden. Zo stuurde ik onlangs nog volgende woorden naar een vriend van mij: “Wat is er heerlijker dan verse tranen ‘s morgensvroeg? Niets toch. Bij deze heb ik er in overvloed”.

Soms wou ik dat ik gewoon wat duidelijker kon zijn. Eenvoudiger. Simpeler. Maar als alles al duidelijk is, waar zit het plezier dan nog in?

Of weet u soms graag al op voorhand welke cadeaus u zal krijgen?

Ik dacht het niet.

vrijdag 17 december 2010

Zelfportret

Mijn eigen interpretatie van de nieuwe kerstman.

Uniek

Hoe je het ook draait of keert, we willen allemaal graag uniek zijn. Wie niet uniek is, is een meeloper. En in die categorie wil niemand vallen. En dus proberen we allemaal om zo uniek mogelijk te zijn. De ene doet er wat meer moeite voor dan de andere. Voornamelijk vrouwen halen alles uit de kast. Ze schuimen praktisch de ganse wereld af op zoek naar dat exclusieve kleedje of die halsketting om dat fel begeerde etiket “uniek” in ontvangst te mogen nemen.

Al die moeite. En voor wat? Wat maakt uniek zijn toch zo leuk? Iemand die echt uniek is, is een eenzaam mens. Iemand die zich nooit ergens thuis voelt. Uniek zijn wilt in mijn ogen niet zeggen dat je design kledij draagt dat niemand anders zich kan permitteren . Het gaat om de innerlijke gedachten en gevoelens. De kijk die je op de wereld hebt. Je levensdoel. Je manier van redeneren. En laat dat nu hetgeen zijn wat bij mij een tikkeltje anders is dan de gemiddelde ‘normale’ persoon.

En dat was hem ook opgevallen. “Je bent anders, Alimonia” fluisterde hij in mijn oor. “Anders dan al die andere vrouwen”. Ik knikte en begon te huilen. “Waarom huil je nu toch?” vroeg hij mij terwijl hij mij stevig vastnam. “Wil je niet uniek zijn?”. Ik schudde mijn hoofd. “Wil je dan liever dat ik zeg dat je zoals al de andere vrouwen bent?”

Ik hefte mijn schouders nonchalant op, goed wetende wat mijn antwoord was.

Bij deze. Ik wil niet uniek zijn. Ik wil normaal zijn. Of althans mij normaal voelen.
Net zoals al die andere vrouwen.

maandag 13 december 2010

Praten

We praten zelden. Niet dat hij niet wilt, maar deze keer ben ik de schuldige. Ik praat nochtans graag en veel. Maar niet bij hem. Bij hem voel ik mij rustig. Op mijn gemak. Mijn hoofd komt tot rust en daar wil ik ten volle van genieten.

Bij hem wil ik niet praten of toch zo min mogelijk. Ik wil genieten van de stilte. De rust. In mijn hoofd. Het gebeurt zelden dat ik mij zo kan ontspannen. Ik geniet zonder dat mijn hoofd moet werken. En dat doet zo’n deugd.

En dus praten we niet veel alhoewel hij wel zou willen. Elke keer opnieuw zie ik hem spartelen om een gesprek met mij te kunnen beginnen. Om mij beter te leren kennen, veronderstel ik. Maar ik zwijg elke keer. Hij zucht dan en kust me zachtjes op mijn voorhoofd. “Waarom vraag je nooit wat?” fluistert hij dan. Elke keer opnieuw haal ik mijn schouders op. “Ik weet het niet” zeg ik terwijl ik mijn hoofd van hem afwend. Elke keer opnieuw verbijt ik dan mijn tranen want ik weet verdomd goed waarom niet.

Mensen in mijn omgeving vragen mij geregeld over hem uit. Heel vaak moet ik hen het antwoord schuldig blijven. “Wat doen jullie dan een ganse avond?” vragen ze bezorgd. “Tja, we wandelen, kijken wat TV en spelen wat spelletjes” zeg ik dan. Ze geloven mij, denk ik. Ik weet het niet.

Heel vaak lig ik naast hem waarbij zijn arm rondom mij ligt. Ik kijk dan naar hem. Naar zijn gezicht. Zijn stoppelbaard. Zijn lichaam. Ik luister naar het kloppen van zijn hart en analyseer zijn ademhaling. En dan voel ik mij gelukkig. Soms opent hij zijn ogen en verschiet hij. “Wat zit je mij toch aan te staren?”. “Wat gaat er toch in dat hoofdje van je om?” vraagt hij zachtjes. “Niets” zeg ik dan. Helemaal niets en dat voelt goed. Heel goed. Maar dat zeg ik hem nooit. Ik vind de woorden nooit en mocht ik ze vinden dan ontbreekt het mij vaak aan moed.

Ik herinner mij nog goed de eerste keer dat ik hem toch een vraag stelde. Het had me enorm veel moeite gekost, maar na een 5-tal maanden had ik hem eindelijk gevraagd of hij een vriendin had. “Eindelijk vraag je dat!”, zei hij terwijl een trotse “nee” volgde. “Waarom vroeg je dat toch niet eerder?”. “Omdat ik het al wist”, verzon ik.

Ondertussen zijn we bijna een jaar verder en nog steeds vraag ik hem zo weinig mogelijk. En dat is niet omdat ik tot rust wil komen, maar omdat ik er een grondige reden voor heb. Ik ben bang dat door al mijn vragen (en zijn bijhorende antwoorden) ik hem interessant en leuk ga vinden. En dat wil ik niet. Ik wil niet verliefd worden.

En dus praten we niet.

Al zou ik wel willen.

Want ik heb hem zoveel te zeggen….

zaterdag 11 december 2010

Zelfportret



Gierigheid

Als het één karaktereigenschap is dat perfect bij mij past is het wel mijn gierigheid.

Bij mijn vrienden ben ik al jaren gekend als de “gierigaard” . Ze weten ondertussen dat ik maar 2 drankjes drink op een ganse avond en dat ik daarna “geen dorst” meer heb. En waarom zou ik betalen voor drinken dat gratis in de frigo thuis ligt?

Juist ja. En daarom ben ik dus gierig. Wat is er trouwens mis met gierig zijn? Ik doe er niemand kwaad mee.

Heel soms spendeer ik mijn zuur verdiende centen aan iets. Kwestie van de economie draaiende te houden. Dan koop ik draken, puzzels, een digitaal fototoestel of een ipod touch. Maar voor ik zo’n dingen aankoop, gaan er heel wat denkprocessen en vergelijkingsproeven aan vooraf. Ik onderzoek alles. Tot in de kleinste detail. En voor je het goed en wel beseft ben je al een aantal weken, en in sommige gevallen maanden, verder.

Eenmaal de aankoop gerealiseerd is en het geld effectief van mijn rekening is, blijf ik nog met twijfels zitten. Was de aankoop het geld wel waard? Zelfs jaren na de aankoop kan ik mijn hoofd hierover nog breken

Nu mocht ik ooit spijt krijgen over mijn laatste aankoop dan kan ik het nog steeds verkopen.

De inscriptie moeten ze er wel bijnemen.

Leegzuigen

Ik kan goed zuigen. Mensen leegzuigen bedoel ik dan. Op dat vlak is er geen verschil tussen een vampier en mij. Mijn slachtoffers zijn mensen zoals jij en ik. Voor je het goed en wel beseft, heb ik jou al leeggezogen. Het is mijn sterkte. Ik lijk zwak, fragiel en breekbaar te zijn, maar in feite ben ik gewoon heel sluw en geniepig. Op het moment dat ik mijn zwakste kant laat zien en de mensen het meeste medelijden met mij tonen, val ik aan. Ik zet mijn tanden in hun nek en zuig. Ik zuig en stop niet. Tot ik vol zit met energie.

Het slachtoffer, dat zwakker en zwakker wordt, kan zich niet verweren. Ik blijf zuigen tot ze geen energie meer over hebben. Uiteindelijk vallen de slachtoffers in een emotionele coma. Ze zijn verlamd en verliezen eventjes alle realiteit met de wereld.

Vanaf het moment ze weer bij hun positieven komen, ben ik al lang uit hun leven verdwenen. Vaak beseffen ze niet wat ik hen heb aangedaan.

Uiteindelijk vergeten ze mij.

En ik. Ik wacht geduldig af.
Tot ik weer leeg ben.

Muziektip 32

Ik heb u toch al verschillende keren gezegd dat metal meer is dan brullen & schreeuwen. Voor degene die me nooit gelooft hebben, vindt u hieronder al 10 verschillende genres.

zaterdag 4 december 2010

Het ziekenhuis

Door mijn lichte hersenschudding belandde ik vorige week noodgedwongen in het ziekenhuis. In de drukte zocht ik mij een rustige plaats uit. Een fiere mooie vrouw naast me lachte op mij. Ik probeerde terug te lachen. Ik keek rondom mij en ineens had ik hem herkend. De man naast de vrouw bleek een ex-vriendje te zijn. Mijn eerste en grootste liefde. Hij had mij ook herkend.

"Alles goed?" vroeg hij mij. "Dat gaat wel", antwoordde ik hem. "Met jou?" vroeg ik op een geforceerde toon. "Met mij alles goed", zei hij terwijl zijn blik afdwaalde naar de buik van zijn zwangere vrouw.

"Wat wordt het?" probeerde ik op een enthousiaste manier te vragen. "Een jongen", antwoordde zijn vrouw. "Een jongen", herhaalde hij zachtjes terwijl zijn ogen begonnen te glinsteren. "Een jongen" repliceerde hij nog een keer terwijl hij wreef over de buik van zijn vrouw.

"Oh hoe leuk", zei ik. Een jongen, of kinderen in het algemeen, kon én wou ik hem nooit geven. "Is het jullie eerste?" vroeg ik. "Ja", zei hij terwijl zijn vrouw hevig knikte.

En even viel er een kille stilte tussen ons. In de achtergrond hoorde ik allerlei geluiden. Het zachtjes huilen van een vrouw en 2 kinderen, de voetstappen van de verpleegsters die van de ene naar de andere kamer wandelde, een tikken van een wandelstok van een oudere heer, het piepen van een versleten rolstoel, het rinkelen van de telefoon, lachende mensen,...

"Alimonia?" klonk er ineens.

"Ja?", zei ik verbaasd.

"De dokter wacht op je".

Zonder enige aarzeling zocht ik mijn spullen bijeen. Ik knikte nog een laatste keer en nam afscheid. "Tot een volgende keer, misschien", zei ik.

Wat haat ik toch ziekenhuizen !

vrijdag 3 december 2010

Artiesten van de dag

Heel af en toe laat ik de aandacht naar andere artiesten gaan. Zomaar. Omdat ze mij geraakt hebben. En jullie hopelijk ook.

Eerste artiest is Volker Kühn die ik ontdekt heb op een tentoonstelling in Berlijn. Zijn kunst is “art in boxes”. Ik was direct aangesproken tot zijn werk. In het echt is het zoveel leuker om te zien, maar ik wou jullie toch kennis laten maken met hem. Meer werk is te vinden op zijn site.


Trust

Pink Times II

Ruin what you ruin

Clean the table

Illustrator Nicoletta Ceccoli ontdekte ik in de FNAC. Haar werk kan je het best omschrijven als stout & braaf tegelijk.

Fishingroom

Lovely

Birdcage

dinsdag 30 november 2010

Smaller hoofd

Ik heb altijd al gedroomd van het hebben van een smaller hoofd. Maar dat het vandaag op deze manier (en zo snel) zou gebeuren had ik niet gedacht. Deze morgen zat ik op de betreffende bus die mijn droom zou doen uitkomen. Een enorme bruuske beweging van de chauffeur zorgde ervoor dat mijn hoofd van punt A naar punt B werd geslingerd. Het gevolg was een harde bons van mijn hoofd tegen het raam. Ik moet een paar seconden weg zijn geweest. Bij het openen van mijn ogen lag mijn handtas op de grond. Een bezorgde vrouw naast me vroeg of het ging. Ik knikte, keek alsof ze de meest idiote vraag ooit had gesteld en stapte zonder haar te bedanken van de bus.

In de trein ging het van kwaad naar erger. Lezen lukte mij niet en van muziek luisteren kreeg ik nog meer hoofdpijn. Ik sloot mijn ogen en probeerde mij in te beelden in een warm groot bed. Toen ook dat niet hielp, bracht ik het thuisfront op de hoogte. “Ik kom misschien sneller dan gepland naar huis”.

Uiteindelijk besloot ik toch moedig om verder te pendelen. Een “beetje” hoofdpijn houdt mij immers niet tegen om te gaan werken. De hoofdpijn bleef en verergerde. Een bezoekje aan de spiegel gaf mij meer zekerheid.

Mijn hoofd is smaller als voorheen.

Al is die bult wel een vreemd zicht….

zondag 28 november 2010

Black chamber

Eén van de vele dingen die mij tegenhoudt om het ouderlijk huis te verlaten is mijn – sinds kort – zwarte kamer. Het hebben van een “black chamber” was een ultieme droom. Mijn moeder had altijd gedacht dit hoorde bij mijn puberteit en hoopte ze stiekem dat dit wel voorbij zou gaan. Maar zoveel jaar later wou ik nog steeds een zwarte kamer.

“I am lost in the black chamber
There’s no way to turn back
It takes me down forevermore”

Black chamber – Blind Guardian

Vorig jaar besloot ik dan om samen met mijn mama naar de winkel te gaan. Zwart was niet enkel mijn lievelingskleur, maar het bleek ook nog het goedkoopste papier te zijn.

Ondertussen zit ik sinds de zomer van 2009 al meer dan een jaar in mijn “black chamber”. En zelfs niet helemaal alleen. Ik heb ondertussen het gezelschap gekregen van 15 draken (waarvan er 1 licht geeft), 1 zwaard (nog niet gebruikt. Ik zei ‘nog’ niet), 5 sexy vrouwen (die je uit elkaar kan halen) en 1 heks (nee ik bedoel mezelf niet).

Geniet u even mee.







zaterdag 27 november 2010

Muziektip 31


Hugo Raspoet is een Vlaamse kleinkunstzanger en voornamelijk bekend voor dit heerlijk , maar triestig nummer. Het is de tekst die mij voornamelijk aanspreekt.

Ik draag dit nummer op aan alle mannen die mijn pad ooit gekruist hebben.

"De dromen die ik had weggestuurd
Hebben me weer meegenomen"

zondag 21 november 2010

Ijskoningin

De wil om ijskoningin te worden was zo groot dat ik uiteindelijk ook geworden ben. Gevoelens bevriezen nog voor ze de buitenlucht kunnen betreden. De gevolgen zijn niet enkel voor de mensen rondom mij, maar ook bij mezelf.

Gevoelens die op geen enkele normale manier geuit kunnen worden zorgen voor conflicten. Innerlijke conflicten. Het is mijn geest dat zich op die manier stilaan loskoppelt van mijn lichaam. Mijn gedachten vinden geen uitweg meer. Ze worden niet meer omgezet in daden, maar ze blijven gewoon vast te zitten in mijn hoofd. Voorlopig is er plaats genoeg, maar voor hoe lang nog?

Mijn geest wil zoveel. Ik wil zoveel. Ik zou graag tegen hem willen zeggen dat ik gevoelens voor hem heb, dat ik meer aan hem denk dat hij zich ooit zou kunnen inbeelden. Ik zou mijn benen willen sturen naar Schotland. Ik zou zo graag stoppen met werken om helemaal wat anders te doen. Terug te gaan studeren. Om een film te maken. Om fotografie studeren en alleen te gaan wonen. Ik zou zo graag een auto willen kopen. Of een nieuwe GSM.

En hoewel ik op deze blog best een 'grote' mond heb, ben ik in het echt een karakterloze emotieloze en onzekere vrouw. Ik laat mensen gewoon over mij heen lopen. Ik heb geen kracht mij te verdedigen en om mezelf te liefhebben. Ik heb geen energie om mijn gedachten om te zetten in daden.

De laatste weken heb ik het gevoel dat ik de voeling met de wereld aan het verliezen ben. Ik raak elke dag meer en meer geïsoleerd van de wereld. Ik begrijp minder en minder van wat er rondom mij gebeurt. De zin van vele dingen ontgaan mij vaker. Ik merk dat ik de mensen rondom mij aan het verliezen ben, maar ik kan er niets tegen doen. Mijn lichaam houdt mij tegen. Ik beweeg niet. Ik laat mijn geest mijn leven bepalen....

Miljaar, ik heb gewoon wat warmte nodig. En zeggen dat het volgende week nog kouder wordt...

zondag 14 november 2010

De schatkast

De liefde voor make-up en parfum heb ik van mijn fiere oma geërfd. Haar make-up kastje in de keuken stond vol met nagellak en parfum. Als kleine meid was die kast als een schatkist voor mij. Elke keer ik ze opende, kregen mijn ogen iets anders te zien. Mijn oma was een trotse vrouw. Zelfs toen ze begon te dementeren, liep ze nog trots rond met haar lippenstift. "Moet je nu eens kijken wat ik heb gekregen van de kapster", fluisterde ze zachtjes in mijn oor.

Geregeld ga ik nog op bezoek in haar ouderlijk huis. Het kleine kastje met de goed verborgen schatten trekt nog steeds mijn aandacht. Soms open ik nog stiekem de deurtjes. Op die momenten ga ik terug in de tijd. Ik zie me daar als jonge meid zoveel jaar geleden nog staan. Vol bewondering de dure make-up producten aan het aanschouwen. De teleurstelling is elke keer hetzelfde. De producten staan er niet meer.

Eenmaal ik thuis kom, ga ik naar mijn kamer op zoek naar mijn schatkist. Ik maak me op en besprenkel mij met één van de duurste parfums die ik van haar heb geërfd. Ik ruik goed.

Ik ruik haar.

zaterdag 13 november 2010

De (verleden) tijd

Al sinds mijn jeugd heb ik het gevoel achter te lopen met alles. Toen ongeveer 70% van mijn klas al verschillende liefjes had gehad, stond ik eenzaam langs de zijkant. Ik behoorde tot de groep van onzekere meisjes die stiekem door een kleine spleet van een houten hutje stond te kijken hoe het populairste koppel stond te kussen. Ik keek toe hoewel het mij niet interesseerde. “Wat ik hier leer, kan ik later misschien gebruiken”, dacht ik bij mezelf.

“Time is running out on my way
I already belong to the past
And getting closer to heaven”

Heavenly – wasted time

Toen uiteindelijk mijn tijd was gekomen voor mijn eerste vriendje, had ondertussen iedereen mij al voorbijgestoken. Ze begonnen uit te gaan, te roken, te drinken, te experimenten met drugs,... Mijn interesses lagen (en liggen) ergens anders.

Ondertussen ben ik 24 jaar en heb ik nog steeds het gevoel met alles achter te lopen. Zo heb ik nog niet veel dingen gedaan dat door de media wel wordt verondersteld om al gedaan te hebben. Zo heb ik nog nooit alleen met een auto gereden, heb ik nog nooit alleen of met iemand samengewoond, ben ik nog nooit alleen op reis gegaan,… Het zijn maar een paar onnozele voorbeelden.

Hoe ouder ik word, hoe erger dit gevoel wordt. Ik begin mij benauwder en slechter te voelen. Binnen enkele maanden word ik 25 jaar. Dat gevoel beangstigt mij enorm. Ik kan de tijd niet terugdraaien. Ik kan enkel nu in actie schieten, maar daar heb ik te weinig energie voor. En dus blijft de tijd maar verder tikken zonder dat ik iets doe. Ik blijf maar staan. Ik beweeg niet en niemand verplaatst mij. En hoe langer ik wacht, hoe erger het wordt om effectief er iets aan te veranderen want ondertussen denk ik zo al 6 jaar.

Muziektip 30

Mijn droom is om ooit in een muziekband te zitten als cellist. Een groep als Angher mag me zeker bellen voor de solo (2’35″)van dit nummer opnieuw in te spelen.

Het is een ontzettend leuk (metal) nummer. Gewoon luisteren en al je agressie gedurende de 4 minuten laten wegvloeien.



Huilen

De laatste tijd heb ik vaker momenten dat ik mijn tranen zomaar de vrije loop laat. Meestal gebeurt dat in de trein. Het is een plaats waar ik mij bizar voel. Hoewel je nooit alleen in de trein zit, heb ik wel vaker het gevoel er alleen te zitten. Ik kijk rondom mij en iedereen is met zichzelf bezig. Ze lezen een boek. Ze slapen. Ze luisteren naar muziek. Heel zelden wordt er effectief met elkaar gepraat. Het lijkt wel of mensen schrik hebben gekregen van elkaar.

Mij niet gelaten. Met de muziek in mijn oren en de voortdurend bewegende achtergrond is het een ideale plaats om te wenen.

Ik schaam mij er niet (meer) voor. Vroeger verbeet ik mijn verdriet. Nu laat ik het de vrije loop. Pas als je de mensen voor je onwennig ziet bewegen, merk je dat ze je tranen hebben gezien. Ze zeggen niets. Ze durven je amper aan te kijken.

Mij maakt het allemaal niet meer uit. De ergste plaats waar ik ooit in huilen uitbarstte was op een sollicitatiegesprek. Eerlijk gezegd wil ik over dat moment niet te veel meer nadenken. Het was in een periode waar ik er geestelijk helemaal onderdoor zat. Toen de man uiteindelijk zei: “laat je maar volledig gaan”, kon ik mij niet meer inhouden. Eerlijk gezegd deed het zo’n deugd om te mogen huilen. Toen ik na het gesprek naar buiten wandelde, voelde ik mij nog slechter. Ik had me vreselijk gedragen en naar de job kon ik wel fluiten.

Achteraf gezien was dat niet erg. De tranen waren eruit, de job wou ik toch niet en de man heb ik daarna nooit meer teruggezien.

donderdag 11 november 2010

Ziek

Om één of andere reden ben ik zelden ziek. Het moet ongeveer een 6-tal jaar geleden zijn dat ik echt ziek was. In die periode ging ik zelfs nog naar school en was de halve klas ziek. Ik hoorde daar jammergenoeg ook bij. Maar ik heb een sterk karakter en zelfs ziek ging ik naar school. Ik was bang dat het missen van een paar lessen een enorm effect zou hebben op mijn toekomstig leven. Zo ben ik er nog steeds van overtuigd dat die ene keer ze mij uit de Engelse les zijn komen halen – ik bespaar u de details waarom – ik toen de basisprincipes gemist heb.

Toen ik uiteindelijk na school thuiskwam, kroop ik rechtstreeks mijn bed in. Ik was zo moe dat ik direct in slaap viel.

Sindsdien ben ik nooit meer “echt” ziek geweest. Hier en daar een verkoudheid, maar zelfs dan overdrijf ik niet als ik maar zeg dat het maximum 1 keer per jaar is.

Sinds ik ga werken is “niet ziek zijn” een nadeel voor mezelf in vergelijking met mijn wel ziekzijnde collega’s. De ene lijdt aan migraine en de andere heeft last van zijn rug. Zo kunnen ze hun zieke, maar vrije dag, naar keuze bepalen.

Ik ben nooit ziek. Of het is niet voldoende om thuis te blijven. En de laatste keer dat ik serieus ziek was, is dat op het werk gebeurd.

Miljaar.

Maar ik geef niet op. Bij mijn volgende werkgever ben ik ook ziek. Ik lijd dan aan migraine, tijdelijke depressies, rugklachten en stress. En dat allemaal tegelijkertijd!

Zelfportret


Ik hou van plagen. Of had u nu echt gedacht dat er een grotere versie beschikbaar zou zijn?

woensdag 10 november 2010

zondag 7 november 2010

Te kort aan zelfvertrouwen

Zelfvertrouwen is zoals zuurstof in de lucht. Je kan niet zonder als je wilt overleven. En laat dat nu juist iets zijn waar ik er niet zo veel van bezit. Mensen die me niet kennen, zouden me kunnen tegenspreken. Ze vinden mij arrogant. Of ze denken dat toch. Eens ze mij "echt" zouden kennen, zouden ze dat woord nooit durven uitspreken. Ik ben niet arrogant. Ik heb geen dikke nek. Verre van. Ik ben een verlegen vrouw met een ontzettend klein hartje.
"Dat ik naar de grond kijk als ik hen voorbijwandel is niet omdat ik mij beter dan hen voel, maar wel dat ik mij minderwaardig voel."
Ik ben het niet waard dat ik hun schoonheid aanschouw.

In groep voel ik mij ook altijd de mindere. Als ik mijn mond open trek en wat zeg, heb ik altijd het gevoel dat iedereen mij aankijkt alsof ik net het domste gezegd heb wat er ooit gezegd is geweest door een menselijk persoon. En dus zwijg ik maar. En kijk ik maar rond. En zo denken ze alweer dat ik mij te goed voel voor hen.

En hoewel ik weet dat ik best gezien mag worden, heb ik toch nog weinig zelfvertrouwen. De gevoelens die ik vroeger in mijn schooljaren gevoeld hebben, kan ik na al die jaren nog steeds niet loslaten. "Ik ben lelijk" verschijnt er op mijn voorhoofd als ik een blik durf werpen in de spiegel. En hoewel ik een mooie vrouw zie, voel ik mij niet mooi. Er zijn gelukkig wel momenten dat ik besef dat ik gezien mag worden, maar ik ben dan niet zelfverzekerd, ik speel het. En dat is een klein verschil.

Ik heb nooit weinig vertrouwen in mezelf gehad. Pas nadat ik "onderscheiding" behaalde op school, begon ik eindelijk in te zien dat ik wel degelijk "brains" had. Maar na al die jaren voel ik mij nog steeds niet "intelligent". Ik heb geen universitair diploma zoals "al de rest" en behoor dus niet tot de "slimme mensen". Met "niet intelligent zijn" kan ik best leven. Het is geen drama. Ook mijn muzikaal talent onderschat ik vaak nog. "Ik ben niet goed", denk ik vaak. Dat is ook vaak de reden waarom ik die cello soms nog te vaak in de hoek laat staan. "Hij staat daar goed", denk ik dan. "Ik kan het toch niet", maken mijn gedachten mij wijs. Maar ik kan het wel ! De 91% die ik vorig jaar behaalde, was daar het bewijs van. "Ach ja", zucht ik dan. "Wat kennen die juryleden daar nou van?". Juist ja.

Mijn hobby fotografie ligt ook al maanden stil. Ik fotograaf nog af en toe, maar ik voel me meestal niet waardig genoeg om met zo'n duur toestel rond te lopen. Ik heb meestal het gevoel dat iedereen mij zit te observeren en mij zit uit te lachen. En dus steek ik meestal mijn camera na een tijd weer veilig weg. "Zie je wel dat ze het niet kan", hoor ik hen dan denken. Hun schijnheilige glimlach op hun gezicht versterkt dat gevoel alleen maar. De complimenten die ik achteraf gezien op internet krijg van sommige mensen wegen niet op tegen de blikken die ik heb moeten trotseren op straat.

Ik ben niet zelfverzekerd. Ik ben het nooit geweest en zal het waarschijnlijk nooit worden.

Maar waar koop je toch een portie zelfvertrouwen want ik wil het ook!

vrijdag 5 november 2010

Gemis

Het moet al enkele maanden, ik durf zelfs niet te zeggen jaren, geleden zijn dat ik dit gevoel ervaren heb (alhoewel als je Fantasie, Hij en Gemis leest). Ik verlang naar iemand. Om iets preciezer te zijn, ik verlang naar hem. Ik mis hem. Meer dan ik eigenlijk zou willen toegeven. Meer dan hij ooit zou kunnen denken.

Ik mis zijn handen. Zijn blik als hij naar mij kijkt. Het gevoel als ik met mijn handen over zijn kortgeschoren hoofd streel. Zijn onnozele opmerkingen. Zijn stem. Zijn mooie glimlach. Zijn bezorgdheid als ik weer eens niet wil eten. Zijn jaloerse ogen als ik hem vertel over de verleidingspogingen van wildvreemde mannen. Zijn lichaam. Zijn stoppelbaard die in mijn nek schuurt. Zijn opmerking "zie je we dat je het leuk vindt?" als ik hem weer wijsmaak dat ik die spieren maar niets vind, maar er stiekem toch aan kom. Zijn mailtjes. Zijn pogingen om met mij te kunnen afspreken. Zijn stuiptrekkingen als ik hem kietel. Zijn vingers die mijn tranen wegvegen. Onze nachtelijke autoritten van zijn thuis naar mijn thuis. Zijn hand die tijdens die rit op mijn benen liggen.

Ik mis hem.
Ik verlang zo naar hem.

Maar zo makkelijk smelt ik nu ook niet.

dinsdag 2 november 2010

Wat als?

"Maar wat als hij het meent?", stuurde mijn beste vriendin een paar dagen geleden via sms. "Dan heb ik een probleem", wou ik haar terugsturen, maar ik kon me nog net bedwingen. "Wat als hij het echt meent?" weergalmde ondertussen al 50 keer in mijn hoofd. Wat als hij echt om mij geeft? Dat hij elk move dat hij deed, meende? Dat hij mij zoals hij zegt écht sexy vindt, graag bij mij is en mij écht graag aanraakt? Wat als hij die roos met Valentijn met liefde gaf en niet om mij in het bed te krijgen? Wat als hij elke keer vroeg om mij opnieuw te zien gewoon meende en niet om zijn weddenschap te winnen? Wat als hij mijn humor echt kon appreciëren en mij niet aan het uitlachen was? Wat als hij echt jaloers was toen ik hem vertelde over de toenaderingspogingen van de mannen op mijn werk en hij het niet speelde?

Wat als hij het echt allemaal meende?

Dan moet hij verliefd zijn.

Of ik.