zondag 31 januari 2010

Kasteel

En toen nodigde één van de ridders mij uit in zijn kasteel. Hij had onder mijn grote deur een briefje gestoken met de vraag of ik eens niet met hem wou afspreken. In zijn kasteel, waar hij net als mij eenzaam en alleen zijn dagen doorbrengt. En hoewel ik wist dat het geen slimme zet was, deed ik het toch. Ik zocht mijn allermooiste kleed uit, deed de lekkerste parfum aan en liet mijn haren los. Ik zag er beeldig uit. En met die ingesteldheid vertrok ik naar zijn kasteel. Na nog geen 5 minuten wandelen, kwam er een zwart paard met een ridder voorbij. Naast zijn zijde liep een wit paard. "'Deze is voor u, jonkvrouw", vertrouwde de ridder mij toe. "Stap op en volg mij." Zonder nadenken deed ik wat de geheimzinnige ridder mij vertelde. Na een helse rit kwam ik bij het kasteel aan. Het stond op een vreemde plaats. Nog voor ik het kasteel goed kon bekijken, ging de poort open. Daar stond hij. Netjes gekleed in een zwart kostuum. Hij was bijna perfect. Zijn lange haren wapperden in de deuropening. "Welkom", groette hij mij met een brede glimlach. In zijn ogen zag ik een gevoel van tevredenheid. "Eindelijk", zag ik hem denken. Ik kon hem geen ongelijk geven. Hij hing al sinds de zomer rond mijn kasteel. Elke keer ik buiten kwam, versteende hij een beetje. Hij deed niets. Hij keek maar.

Op een druilerige dag sprak hij mij aan. Zomaar. Zonder enige reden zocht hij toenadering. Ik antwoordde zoals dat verwacht werd van een beleefde vrouw. Kort, maar bondig. In zijn ogen zag ik een enorme teleurstelling. Maar hij bleef rond mijn kasteel rondhangen. Elke dag opnieuw. Weken aan een stuk. Tot hij mij weer vastklampte. Deze keer duurde het gesprek iets langer en ging het niet meer over nutteloze dingen zoals het weer.

Maar het gesprek had mij beangstigd en dus besloot ik om mij een paar weken op te sluiten in mijn kasteel. Op een dag keek ik naar buiten en zag ik hem daar zitten. Wachtend, terwijl zijn paard trachtte de rivier leeg te drinken. Ik kreeg medelijden en besloot om met hem te gaan praten. Ook deze keer duurde het gesprek langer dan ik had gedacht dan het zou duren. Maar het was leuk.

Ik besloot vanaf dat moment wat vaker mijn kasteel te verlaten. Maar niet speciaal voor hem, maakte ik mezelf wijs. We begonnen meer met elkaar te praten. Elke dag duurde ons gesprek een minuut langer. Tot we bijna de ganse dag buiten doorbrachten.

En nu zit ik in zijn kasteel. Bij hem. En hoewel het geen slimme zet was, ben ik best wel gelukkig.

Geen opmerkingen: