zondag 10 juli 2011

Winkelhorror

"Ga maar voor", moet de meest uitgesproken zin door mij van de afgelopen jaren zijn. Het is niet omdat ik een vriendelijk vrouw ben, maar omdat ik er een reden voor heb. Ik heb namelijk een ontzettend grote angst voor winkels en nog meer voor kassa's.

Ik zal niet zomaar een winkel binnenwandelen omdat ik er toevallig passeer. Nee, voor ik een winkel binnenstap heb ik de winkel al grondig gecheckt. Meestal ga ik dan ook altijd dezelfde bekende winkels binnen. Een onbekende winkel bezorgt mij stress waardoor ik net zo snel terug buiten stap als ik ben binnengewandeld.

Ik haat kleine winkels waar je direct in aanraking komt met personeel. Je wordt er direct overmand door een vreselijk beangstigend en beklemmend gevoel. Je hebt constant het gevoel dat ze al je bewegingen controleren, analyseren en noteren. En dus ga ik nooit onberekend zo'n winkel binnen.

In grotere winkels heb je een vrijer gevoel. Je kan de winkel op je gemak doorwandelen zonder er lastig gevallen te worden door personeel. Het nadeel van deze soort winkels is wel het aantal klanten dat hier aanzienlijker hoger ligt. En deze groep van mensen kunnen soms nog ambetanter zijn dan gewoonweg personeel. Ofwel blokkeren ze de weg met hun karretjes, ofwel staren ze je aan alsof ze nog nooit iemand maandverband of tampons hebben zien meenemen ofwel word je aangesproken omdat ze denken dat je van de winkel bent. Kortom, je hebt er geen rust.

Aan de kassa's maak ik elke keer opnieuw dezelfde horror mee. Ik zal nooit (!) naar een kassa gaan als ik nog niet weet hoeveel het mij zal kosten en voor ik het geld effectief gepast klaar heb. Een rij mensen voor mij vind ik niet erg, maar vanaf het moment dat er mensen achter mij beginnen te staan, schiet ik in paniek. Ik ben bang dat ze naar mijn gat staren. Dat ze mijn bewegingen observeren - wat doe je anders als je tijd hebt en je moet wachten? - en roddelen over mij. En dus zeg ik op een vriendelijke manier: "Gaat u maar voor. Ik ben iets vergeten", terwijl ik verdwijn en mij naar een andere kassa begeef. En zo gebeurt het mij wel vaker dat ik langer aan de kassa's ronddool dan ik effectief in de winkel heb rondgekeken.

Dus, de volgende keer dat iemand je laat voorgaan, onthou dan dat dit geen vriendelijke daad is.

zaterdag 5 februari 2011

Enquête

Als het één ding is waar ik een bloedhekel aan heb, dan zijn het wel enquêtes. Om één of andere reden ben ik de laatste maanden erg populair. Zoveel telefoons heb ik op die paar maanden nog nooit gehad in mijn gans leven! Maar blijkbaar is 25 jaar (of het worden van) een ideale doelgroep.

Elke keer is het hetzelfde, alleen zijn de vragen anders. Maar ik heb een tactiek ontwikkeld om zo snel mogelijk van het gesprek verlost te zijn én toch beleefd te blijven. Op elke, maar dan ook elke vraag, die ze mij stellen antwoord ik simpel, kort én beleefd: "nee" op. Ik blijf elke keer verbaasd zijn van niet niet opvallen van mijn tactiek. Geen één keer heb ik een verbaasde ondervrager aan de lijn gehad. Nochtans heb ik mij bij bepaalde vragen serieus moeten inhouden. "Kent u coca cola?". "Nee" antwoordde ik twijfelend. Natuurlijk ken ik Coca Cola. Wie kent er dat nu niet? Zelfs in Afrika kennen ze Coca Cola. Maar ik, Alimonia, nee ik ken Coca Cola niet. En gelukkig maar. Of ik kreeg vervelende vragen voorgeschoteld.

En toch heb ik veel respect voor de ondervragers. Je moet het maar doen. Mensen storen op hun vrije avond na een dagje hard werken. Het laatste wat deze mensen willen doen is, ja juist, vragen beantwoorden. En toch blijven ze beleefd en correct. "Nee ik heb nu geen tijd". "Past morgen dan om 20.30?" proberen ze. En nog voor je een nee kan uitspreken, hebben ze het al genoteerd en bellen ze je stipt om 20.30 de volgende dag.

Maar gisteren ging het te ver. Het was de zoveelste enquête van de week. Vreemd genoeg vielen ze mij niet telefonisch lastig, maar in het echt. Het was op een plaats en een moment waar je het zeker niet verwacht. Omstreeks 7 uur 's avonds werd ik uit mijn slaap gehaald in de lijnbus. Of ik geen papier wou invullen. Een enquête. "Een enquête" riep ik al lachend. "Ja natuurlijk vul ik dat met plezier in, mevrouw". "Ik heb niets anders te doen. Ik heb een ganse dag hard gewerkt, ik ben doodop en u komt mij doodleuk storen op de bus. Voor een enquête! Een enquête van de lijn". "Wil je het invullen, juffrouw?" vroeg ze nog een keer. "Mevrouw", zei ik haar terwijl ik mij recht zette. "Mevrouw, denkt u nu echt dat het invullen van deze enquête de stiptheid van de bussen zal verbeteren? Denkt u nu echt dat ze met mijn mening gaan rekening houden? Ik stuur elke maand een klacht naar de lijn en de ombudsdienst en het enigste dat ze kunnen zeggen is "het spijt ons zeer". Dus mevrouw, nee ik vul uw enquête niet in."

Maar bel mij anders volgende week vrijdag om 20.30. Dan zal ik uw enquête met plezier beantwoorden.

zaterdag 15 januari 2011

Een stapje voor

Ze stond een stapje voor op mij. Of althans dat is wat ik dacht. Ze had namelijk al haar liefde aan hem verkondigd. Ja. Ze bleek een concurrente van mij te zijn. Een andere vrouw. In het leven van hem. Ook al was (en is) hij niet van mij, was ik jaloers. Ik liet het niet merken toen hij mij hiervan op de hoogte bracht. "Ah ja?" probeerde ik emotieloos te zeggen.

Ik weet niet of hij mij dat vertelde om mij jaloers te maken of om wraak te nemen. Ik had hem namelijk een week ervoor verteld over de toenaderingspogingen van een andere jongen. "Ah serieus?" zei hij. "En wat doet hij dan?" vroeg hij. "En wie is het? En wat vind je van hem? En hoe vaak zien jullie elkaar?". En zo ging het maar door. Een half uur lang werd ik ondervraagd. Vermoeiend. Dat hij het er zo lastig mee ging hebben, had ik nooit gedacht.

En dus wou hij hetzelfde bij mij creëren. Maar dat mislukte. En niet een beetje. Want ik toon mijn jaloerse gevoelens niet. Ik hou ze lekker voor mezelf en lijd in stilte. Want ja ik was jaloers. En niet een beetje.

Over haar schoonheid heb ik weinig te melden. In mijn ogen zijn bijna alle vrouwen knapper dan mij. En dus zij ook. Al moet ik bekennen dat de 3 mannen aan wie ik de vergelijking had laten maken, mij knapper vonden dan haar.

Maar dat suste mij niet. Ik was jaloers. Ze had immers haar gevoelens open en bloot aan hem getoond. "Ik wil jou", had ze hem gezegd. Duidelijker kon het haast niet. Ik bevond mij op een ander land. Een andere route. Maar dat is dan ook niet moeilijk. Ik had gekozen voor de moeilijke weg. Ik wou een koningin worden. Van ijs weliswaar. En dus weet hij niets van mijn gevoelens. Zelfs niet dat ik jaloers op haar ben.

Maar toen kwam het eruit. "Ze is dom. Nuja, niet dom, maar kunstmatig".

En toen lachtte ik.

Lichtjes.

Ik kon met mijn gevoel van geluk geen blijf. Dit was het mooiste onrechtstreekse compliment dat ik ooit gehad heb.

Zou hij het ook gemerkt hebben?

zaterdag 8 januari 2011

Gelukkig

"Heb je nu nog geen vriend?" vroeg hij mij. "Nee" antwoordde ik hem. "Zeer goed :)!" stuurde hij terug. "Dan kunnen we elkaar nog eens zien, toch?" probeerde hij. Ik had op dat moment wel mijn geluk van de daken kunnen schreeuwen, maar ik probeerde mij kalm te houden. "Geen probleem" antwoordde ik koel.

En zo zien we elkaar weer binnenkort. Ik ben een happy mens. En daar kan momenteel niemand verandering in brengen. Zelfs niet die boze vrouw die stond die roepen en tieren in de winkel ik een kleedje met 50% korting net voor haar neus weg nam.

Tja. Het leven is voor de snelle.

zaterdag 1 januari 2011

Spellenclub

Het moet ongeveer een paar maand geleden zijn dat ik op een openstratendag aangesproken werd door een niet onaardig knappe jongeman. "Heb je zin om wat spelletjes met mij te spelen?" vroeg hij mij. Nog ik voor ik mijn stoute gedachten de vrije loop kon laten gaan, haalde hij een paar gezelschapspellen boven. "Of had je wat anders gedacht?" knipoogde hij naar mij. Helemaal rood aangeslagen, probeerde ik er de humor van in te zien. "Hoeveel keer zou hij die mop al wel niet hebben toegepast?"vroeg ik mij stilletjes af.

Ondertussen haalde hij verschillende speldozen boven en begon er uitleg over te geven. Met het ene oog en oor probeerde ik naar zijn uitleg te luisteren. Met de overige lichaamsdelen analyseerde ik hem. "Wat een knappe kerel" was het enigste wat er toen op die moment in mijn hoofd afspeelde. Dat ik ooit gebeten zou zijn door gezelschapspellen, leek me op dat moment onmogelijk.

Een paar minuten later en een flyer rijker, nam ik afscheid van hem. "Tot volgende week" riep hij nog naar mij terwijl hij nog eens knipoogde. Met een lichte glimlach op mijn gezicht zei ik "misschien".

Ondertussen zijn we een paar maanden later en ben ik een trouwe bezoeker van de plaatselijk spellenclub. Ik amuseer er mij elke keer opnieuw. Dat 80% van de leden mannen zijn, heeft er natuurlijk ook mee te maken. Het lijkt er ook op dat ik meer en meer aanvaard word ik de spellenclub. Zo werd ik vorige week nog uitgenodigd op een exclusieve spellenavond bij één van de leden zijn thuis. We hebben gelachen, veel gespeeld en voornamelijk veel verloren.

Want dat hoort erbij.

Ik laat mij dan ook expres verliezen. Want ze zeggen toch altijd: geen geluk in het spel is geluk in de liefde.

En laat dat nu voor één keer aub is waar zijn !

donderdag 30 december 2010

Muziektip 33

Zet 2 goeie zangers met een geweldig nummer bijeen onder leiding van Arjen Anthony Lucassen en je krijgt gegarandeerd vuurwerk.

dinsdag 21 december 2010

Vreemd hoofd

Het was een treinrit zoals een andere, maar toch zal ik ze niet gauw meer vergeten. En dat allemaal dankzij één jongen. Rond 18.34 besloot ik, samen met nog 100 andere passagiers, een trein naar huis te nemen. Al vrij snel viel mijn oog op een jongen. Hij had namelijk een vreemde vorm van zijn hoofd. Ik probeerde subtiel hem te analyseren via het raam. Ik wou immers niet te fel de aandacht trekken. Met mijn één oog gesloten en het andere open keek ik vol bewondering naar hem. Ik lachte een beetje. Stiekem.

Want ikzelf heb al jaren een probleem met mijn “dik” hoofd. Maar deze jongen had een ‘misvormd’ hoofd. Hij leek een beetje op een alien. Op één of andere manier moet hij mij in de gaten hebben gekregen. Telkens ik naar hem keek, keek hij naar mij. Zijn ogen glinsterden elke keer een beetje meer. Ik begon mij ongemakkelijk en nerveus te gedragen wat hem op één of andere reden hoop heeft moeten doen geven. “Miljaar” dacht ik bij mezelf. Straks denkt hij nog dat ik geïnteresseerd in hem ben. Nog voor ik het goed en wel besefte stond hij ineens voor mij. “Hallo”, zei hij op een rustige manier. “Alles goed?”. “Euhm ja hoor” antwoordde ik. “Is er een reden waarom u zo naar mij zit te staren?” vroeg hij mij. “Euhm”, zei ik terwijl ik waarschijnlijk rood aansloeg. “Ik kijk gewoon wat rond”, verzon ik. Er moet een ontzettend groot zwart kruis op mijn voorhoofd gestaan hebben want hij begon ineens heel hard te lachen.”Juist ja”, zei hij.

“Mag ik je mijn nummer geven?” vroeg hij. “Euhm, liever niet” zei ik zachtjes. “Het zit zo. Ik ben namelijk verliefd op iemand. Nuja. Niet echt verliefd, maar we zien elkaar geregeld. En als dat nog niet complex genoeg is ben ik al 2 jaar “echt” verliefd op iemand anders, maar daar durf ik nog niet eens naar kijken. Weet je wel.”. “Nee dus”, zei ik kort. “Ik zal je veel leed besparen. Geloof me maar”, zei ik. Hij knikte en bedankte mij.

“Geen probleem” zei hij. Ik was toch niet geïnteresseerd in u hoor. Sinds kort volg ik een cursus zelfvertrouwen en we hadden de opdracht gekregen om aan 10 mensen je telefoonnummer te geven. En aangezien u naar mij zat te staren, dacht ik….

Ik knikte gegeneerd en kon nog maar de helft verstaan wat hij zei.

“Geen probleem” zei ik hem nog terwijl zijn schaduw in het niets verdween.

Sinds vandaag kijk ik nooit nog naar mensen met een vreemd of dik hoofd. Belooft u hetzelfde te doen?

Hoop

Het is moeilijk om over mijn lippen te krijgen, maar ik mis hem wel. Ondertussen is het al weer enkele weken geleden dat ik hem nog zag. De laatste keer had ik al mijn moed bijeen gesprokkeld om te vragen wanneer we elkaar nog eens zouden zien. Hij reageerde tegen al mijn verwachtingen in enthousiast en we zochten samen een datum uit. Door onvoorziene omstandigheden moesten we onze afspraak uitstellen. Ik was boos, teleurgesteld, maar vooral opgelucht. “Het is een excuus van hem” begonnen ze in mijn hoofd te fluisteren.

Ik zocht geen raad bij vriendinnen, vertelde er niemand iets over en liet hem voornamelijk niet merken dat ik hem miste. Innerlijk had ik verdriet, maar ik ben een harde en dus liet ik niemand hier iets van zien. En waarom zou ik in godsnaam iets laten merken als ik toch geen gevoelens voor hem heb?

En dus passeerden de weken tot ik ineens bericht van hem kreeg. Wanneer we elkaar nog eens zouden zien. “Zeg maar een datum”, stuurde ik hem terug. Tot op heden is het stil langs zijn kant. Heel erg vind ik dat niet. “Zie je wel dat hij je niet leuk vindt?” probeert een stem mij te vertellen. Misschien. Misschien ook niet. Waarom zou hij zelf voorstellen om mij te willen zien om het eigenlijk toch niet te willen?

Zo werkt het brain van een man niet.
Zo denken alleen vrouwen.

En dus is er nog hoop.

Al is maar een heel klein beetje.

zondag 19 december 2010

Vat vol emoties

Op dit moment ben ik een vat vol emoties. Allerlei emoties die dringend hun weg naar buiten moeten vinden voor ik overloop. Ik probeer mijn emoties in toom te houden en via verschillende kanalen rustig naar buiten te laten vloeien. Muziek bijvoorbeeld. Aan de hand van mijn cello-kunsten probeer ik mijn gevoelens om te zetten in muziek. Eerlijk gezegd lukt me dat nog niet aardig. Mijn niveau is nog niet steeds niet hoog genoeg om zelf te kunnen musiceren. Ik ben genoodzaakt om bestaande partituren te spelen. Niets aan originaliteit. En dus blijf ik met een hoop frustratie achter.

Deze frustratie probeer ik aan de hand van mijn liefde voor de fotografie te uiten. Dat lukt me aardig, maar ook dat is nog niet voldoende. Zelfportretten doe ik het liefst. Niet omdat ik ijdel ben, maar wel omdat je als ‘model’ enorm veel emoties in je portretten kan steken. Boosheid, droefheid, verliefdheid, angst,… Noem het maar op. Ik kan alles aan. Het voorbereiden van de shoot en de fotoshoot zelf zijn meestal leuker dan het selecteren en bewerken van de juiste foto’s achteraf. Meestal komt mijn beeld met wat ik in mijn hoofd had niet overeen met wat de camera effectief geregistreerd heeft. En dan zit ik weer met een hoop frustratie.

Die frustraties vinden hun weg uiteindelijk naar mijn blog. Ik schrijf en dat vind ik heerlijk. Een blogpost bevindt zich gemiddeld een week tot zelfs een maand in mijn hoofd voor ik het neerpen. In het begin zijn het enkel woorden. Zinnen worden op de trein of de bus gevormd. Het eindresultaat ontstaat altijd na het nemen van een bad.

“Het water is de lijm tussen de woorden die samen met de zinnen een geheel vormen.”

Eenmaal de woorden neergepend zijn, maken de woorden en zinnen in mijn hoofd plaats voor andere woorden en zinnen. De gevoelens die eraan hangen blijven en verdwijnen jammergenoeg niet.

En dus ben ik momenteel op zoek naar een nieuwe uitlaaklep waardoor mijn gevoelens effectief kunnen verdwijnen. Video’s maken lijkt me wel wat. Ik heb altijd al cameravrouw willen worden. Monteren van beelden, maken van reportages,… leek me wat. Om één of andere reden koos ik voor de studierichting economie in plaats van audiovisuele kunsten. Als ik de extra’s op DVD’s bekijk (en zeker die van Tim Burton) komen mijn haren gewoon recht te staan. Reportages over steadycams op Discovery Channel gaf mij de bevestiging dat ik de verkeerde studiekeuze heb genomen.

Soit. De laatste dagen ben ik serieus aan het overwegen om een film te maken. Of althans een script te schrijven. Langs de andere kant ken ik mezelf. Ik heb niet het geduld om jaren aan één film te werken. Ik ben te ongeduldig en heb te weinig vertrouwen in het samenwerken met andere mensen. Dus lijkt mij het maken van videoclips mij een beter idee.

Dus. Mocht u binnenkort een single uitbrengen en nog een regisseur zoeken. Ik ben beschikbaar. Ik wil zelfs wel als model figureren, er foto’s van nemen om die achteraf op mijn blog te plaatsen.

Komaan, kan u zich betere reclame inbeelden?

zaterdag 18 december 2010

De jager en de visser

Ik ben nooit goed geweest in het bespreken van problemen. En dus gebruik ik fictieve verhalen of raadsels om iets duidelijk te maken. En dat doe ik al geruime tijd.

Zo herinner ik mij nog zeer goed het verhaal van de jager en de visser dat ik ooit aan mijn toenmalig lief vertelde. We waren al een geruime tijd samen tot mijn oog viel op een andere jongen. Een bezette jongen wiens vriendin verdacht veel op mij trok. Ze keek boos/droevig, had lang haar, droeg in 90% van de gevallen zwarte kledij en luisterde toevallig ook naar metal. Haar vriend was het tegenovergestelde van mijn lief. Iets wat toen mijn aandacht trok.

Ik had nochtans niet te klagen over mijn toenmalige vriend. Hij was lief, attent, leuk, braaf én rustig. En laat dat laatste nu net iets zijn wat mij soms tegenstak. Ik was een energievolle meid die soms haar energie de vrije loop moest laten. Maar hij was rustig en in plaats van mij te kalmeren, werd ik daar nog hysterischer van. Om hem dat subtiel duidelijk te maken, verzon ik het verhaal over de visser en de jager. Hij was de visser. De andere jongen de jager. Ik was de vrouw die door het bos wandelde en de 2 mannen tegen kwam.

Op een gegeven moment begon mijn verhaal van de jager en de visser zijn eigen leven te leiden. Ik begon zodanig op te gaan in mijn verhaal dat ik de realiteit compleet uit het oog verloor. Ik jaagde mezelf op terwijl het verhaal compleet ‘verzonnen’ was. Tegenwoordig heb ik dat ook met mijn blog. Ik vergeet dat het personage “Alimonia”, maar een personage is. Het is een personage dat weliswaar enorm hard op mij trekt, maar ik ben het niet volledig. De laatste weken ben ik dit uit het oog aan het verliezen. Ik voel me meer en meer Alimonia en dat beangstigt mij. Waar is de lijn tussen mezelf en Alimonia? Is er nota bene wel een verschil? Ben ik zo overtuigend dat ik mijn eigen personaliteit aan het verliezen ben aan een fictief iemand?

Soit. Ik heb nooit geweten of hij mijn verhaal van de jager en de visser ooit begrepen heeft, maar het was mijn enige manier om mijn frustraties naar hem toe uit te leggen. Achteraf gezien heb ik hier wel spijt van gehad. Waarom heb ik hem toch niet gewoon de waarheid verteld? Waarom moest ik zo nodig alles ingewikkeld maken? Ik kan het mij nog jaren afvragen, maar ik ben op een punt gekomen dat ik er vrede mee heb kunnen nemen. Ik ben zo en dat zal nooit veranderen. Ik vertel de dingen aan de hand van raadsels en verhaaltjes. Zelfs als ik mij slecht voel zal ik dat doen aan de hand van poëtische woorden. Zo stuurde ik onlangs nog volgende woorden naar een vriend van mij: “Wat is er heerlijker dan verse tranen ‘s morgensvroeg? Niets toch. Bij deze heb ik er in overvloed”.

Soms wou ik dat ik gewoon wat duidelijker kon zijn. Eenvoudiger. Simpeler. Maar als alles al duidelijk is, waar zit het plezier dan nog in?

Of weet u soms graag al op voorhand welke cadeaus u zal krijgen?

Ik dacht het niet.

vrijdag 17 december 2010

Zelfportret

Mijn eigen interpretatie van de nieuwe kerstman.

Uniek

Hoe je het ook draait of keert, we willen allemaal graag uniek zijn. Wie niet uniek is, is een meeloper. En in die categorie wil niemand vallen. En dus proberen we allemaal om zo uniek mogelijk te zijn. De ene doet er wat meer moeite voor dan de andere. Voornamelijk vrouwen halen alles uit de kast. Ze schuimen praktisch de ganse wereld af op zoek naar dat exclusieve kleedje of die halsketting om dat fel begeerde etiket “uniek” in ontvangst te mogen nemen.

Al die moeite. En voor wat? Wat maakt uniek zijn toch zo leuk? Iemand die echt uniek is, is een eenzaam mens. Iemand die zich nooit ergens thuis voelt. Uniek zijn wilt in mijn ogen niet zeggen dat je design kledij draagt dat niemand anders zich kan permitteren . Het gaat om de innerlijke gedachten en gevoelens. De kijk die je op de wereld hebt. Je levensdoel. Je manier van redeneren. En laat dat nu hetgeen zijn wat bij mij een tikkeltje anders is dan de gemiddelde ‘normale’ persoon.

En dat was hem ook opgevallen. “Je bent anders, Alimonia” fluisterde hij in mijn oor. “Anders dan al die andere vrouwen”. Ik knikte en begon te huilen. “Waarom huil je nu toch?” vroeg hij mij terwijl hij mij stevig vastnam. “Wil je niet uniek zijn?”. Ik schudde mijn hoofd. “Wil je dan liever dat ik zeg dat je zoals al de andere vrouwen bent?”

Ik hefte mijn schouders nonchalant op, goed wetende wat mijn antwoord was.

Bij deze. Ik wil niet uniek zijn. Ik wil normaal zijn. Of althans mij normaal voelen.
Net zoals al die andere vrouwen.

maandag 13 december 2010

Praten

We praten zelden. Niet dat hij niet wilt, maar deze keer ben ik de schuldige. Ik praat nochtans graag en veel. Maar niet bij hem. Bij hem voel ik mij rustig. Op mijn gemak. Mijn hoofd komt tot rust en daar wil ik ten volle van genieten.

Bij hem wil ik niet praten of toch zo min mogelijk. Ik wil genieten van de stilte. De rust. In mijn hoofd. Het gebeurt zelden dat ik mij zo kan ontspannen. Ik geniet zonder dat mijn hoofd moet werken. En dat doet zo’n deugd.

En dus praten we niet veel alhoewel hij wel zou willen. Elke keer opnieuw zie ik hem spartelen om een gesprek met mij te kunnen beginnen. Om mij beter te leren kennen, veronderstel ik. Maar ik zwijg elke keer. Hij zucht dan en kust me zachtjes op mijn voorhoofd. “Waarom vraag je nooit wat?” fluistert hij dan. Elke keer opnieuw haal ik mijn schouders op. “Ik weet het niet” zeg ik terwijl ik mijn hoofd van hem afwend. Elke keer opnieuw verbijt ik dan mijn tranen want ik weet verdomd goed waarom niet.

Mensen in mijn omgeving vragen mij geregeld over hem uit. Heel vaak moet ik hen het antwoord schuldig blijven. “Wat doen jullie dan een ganse avond?” vragen ze bezorgd. “Tja, we wandelen, kijken wat TV en spelen wat spelletjes” zeg ik dan. Ze geloven mij, denk ik. Ik weet het niet.

Heel vaak lig ik naast hem waarbij zijn arm rondom mij ligt. Ik kijk dan naar hem. Naar zijn gezicht. Zijn stoppelbaard. Zijn lichaam. Ik luister naar het kloppen van zijn hart en analyseer zijn ademhaling. En dan voel ik mij gelukkig. Soms opent hij zijn ogen en verschiet hij. “Wat zit je mij toch aan te staren?”. “Wat gaat er toch in dat hoofdje van je om?” vraagt hij zachtjes. “Niets” zeg ik dan. Helemaal niets en dat voelt goed. Heel goed. Maar dat zeg ik hem nooit. Ik vind de woorden nooit en mocht ik ze vinden dan ontbreekt het mij vaak aan moed.

Ik herinner mij nog goed de eerste keer dat ik hem toch een vraag stelde. Het had me enorm veel moeite gekost, maar na een 5-tal maanden had ik hem eindelijk gevraagd of hij een vriendin had. “Eindelijk vraag je dat!”, zei hij terwijl een trotse “nee” volgde. “Waarom vroeg je dat toch niet eerder?”. “Omdat ik het al wist”, verzon ik.

Ondertussen zijn we bijna een jaar verder en nog steeds vraag ik hem zo weinig mogelijk. En dat is niet omdat ik tot rust wil komen, maar omdat ik er een grondige reden voor heb. Ik ben bang dat door al mijn vragen (en zijn bijhorende antwoorden) ik hem interessant en leuk ga vinden. En dat wil ik niet. Ik wil niet verliefd worden.

En dus praten we niet.

Al zou ik wel willen.

Want ik heb hem zoveel te zeggen….

zaterdag 11 december 2010

Zelfportret



Gierigheid

Als het één karaktereigenschap is dat perfect bij mij past is het wel mijn gierigheid.

Bij mijn vrienden ben ik al jaren gekend als de “gierigaard” . Ze weten ondertussen dat ik maar 2 drankjes drink op een ganse avond en dat ik daarna “geen dorst” meer heb. En waarom zou ik betalen voor drinken dat gratis in de frigo thuis ligt?

Juist ja. En daarom ben ik dus gierig. Wat is er trouwens mis met gierig zijn? Ik doe er niemand kwaad mee.

Heel soms spendeer ik mijn zuur verdiende centen aan iets. Kwestie van de economie draaiende te houden. Dan koop ik draken, puzzels, een digitaal fototoestel of een ipod touch. Maar voor ik zo’n dingen aankoop, gaan er heel wat denkprocessen en vergelijkingsproeven aan vooraf. Ik onderzoek alles. Tot in de kleinste detail. En voor je het goed en wel beseft ben je al een aantal weken, en in sommige gevallen maanden, verder.

Eenmaal de aankoop gerealiseerd is en het geld effectief van mijn rekening is, blijf ik nog met twijfels zitten. Was de aankoop het geld wel waard? Zelfs jaren na de aankoop kan ik mijn hoofd hierover nog breken

Nu mocht ik ooit spijt krijgen over mijn laatste aankoop dan kan ik het nog steeds verkopen.

De inscriptie moeten ze er wel bijnemen.

Leegzuigen

Ik kan goed zuigen. Mensen leegzuigen bedoel ik dan. Op dat vlak is er geen verschil tussen een vampier en mij. Mijn slachtoffers zijn mensen zoals jij en ik. Voor je het goed en wel beseft, heb ik jou al leeggezogen. Het is mijn sterkte. Ik lijk zwak, fragiel en breekbaar te zijn, maar in feite ben ik gewoon heel sluw en geniepig. Op het moment dat ik mijn zwakste kant laat zien en de mensen het meeste medelijden met mij tonen, val ik aan. Ik zet mijn tanden in hun nek en zuig. Ik zuig en stop niet. Tot ik vol zit met energie.

Het slachtoffer, dat zwakker en zwakker wordt, kan zich niet verweren. Ik blijf zuigen tot ze geen energie meer over hebben. Uiteindelijk vallen de slachtoffers in een emotionele coma. Ze zijn verlamd en verliezen eventjes alle realiteit met de wereld.

Vanaf het moment ze weer bij hun positieven komen, ben ik al lang uit hun leven verdwenen. Vaak beseffen ze niet wat ik hen heb aangedaan.

Uiteindelijk vergeten ze mij.

En ik. Ik wacht geduldig af.
Tot ik weer leeg ben.

Muziektip 32

Ik heb u toch al verschillende keren gezegd dat metal meer is dan brullen & schreeuwen. Voor degene die me nooit gelooft hebben, vindt u hieronder al 10 verschillende genres.

zaterdag 4 december 2010

Het ziekenhuis

Door mijn lichte hersenschudding belandde ik vorige week noodgedwongen in het ziekenhuis. In de drukte zocht ik mij een rustige plaats uit. Een fiere mooie vrouw naast me lachte op mij. Ik probeerde terug te lachen. Ik keek rondom mij en ineens had ik hem herkend. De man naast de vrouw bleek een ex-vriendje te zijn. Mijn eerste en grootste liefde. Hij had mij ook herkend.

"Alles goed?" vroeg hij mij. "Dat gaat wel", antwoordde ik hem. "Met jou?" vroeg ik op een geforceerde toon. "Met mij alles goed", zei hij terwijl zijn blik afdwaalde naar de buik van zijn zwangere vrouw.

"Wat wordt het?" probeerde ik op een enthousiaste manier te vragen. "Een jongen", antwoordde zijn vrouw. "Een jongen", herhaalde hij zachtjes terwijl zijn ogen begonnen te glinsteren. "Een jongen" repliceerde hij nog een keer terwijl hij wreef over de buik van zijn vrouw.

"Oh hoe leuk", zei ik. Een jongen, of kinderen in het algemeen, kon én wou ik hem nooit geven. "Is het jullie eerste?" vroeg ik. "Ja", zei hij terwijl zijn vrouw hevig knikte.

En even viel er een kille stilte tussen ons. In de achtergrond hoorde ik allerlei geluiden. Het zachtjes huilen van een vrouw en 2 kinderen, de voetstappen van de verpleegsters die van de ene naar de andere kamer wandelde, een tikken van een wandelstok van een oudere heer, het piepen van een versleten rolstoel, het rinkelen van de telefoon, lachende mensen,...

"Alimonia?" klonk er ineens.

"Ja?", zei ik verbaasd.

"De dokter wacht op je".

Zonder enige aarzeling zocht ik mijn spullen bijeen. Ik knikte nog een laatste keer en nam afscheid. "Tot een volgende keer, misschien", zei ik.

Wat haat ik toch ziekenhuizen !

vrijdag 3 december 2010

Artiesten van de dag

Heel af en toe laat ik de aandacht naar andere artiesten gaan. Zomaar. Omdat ze mij geraakt hebben. En jullie hopelijk ook.

Eerste artiest is Volker Kühn die ik ontdekt heb op een tentoonstelling in Berlijn. Zijn kunst is “art in boxes”. Ik was direct aangesproken tot zijn werk. In het echt is het zoveel leuker om te zien, maar ik wou jullie toch kennis laten maken met hem. Meer werk is te vinden op zijn site.


Trust

Pink Times II

Ruin what you ruin

Clean the table

Illustrator Nicoletta Ceccoli ontdekte ik in de FNAC. Haar werk kan je het best omschrijven als stout & braaf tegelijk.

Fishingroom

Lovely

Birdcage

dinsdag 30 november 2010

Smaller hoofd

Ik heb altijd al gedroomd van het hebben van een smaller hoofd. Maar dat het vandaag op deze manier (en zo snel) zou gebeuren had ik niet gedacht. Deze morgen zat ik op de betreffende bus die mijn droom zou doen uitkomen. Een enorme bruuske beweging van de chauffeur zorgde ervoor dat mijn hoofd van punt A naar punt B werd geslingerd. Het gevolg was een harde bons van mijn hoofd tegen het raam. Ik moet een paar seconden weg zijn geweest. Bij het openen van mijn ogen lag mijn handtas op de grond. Een bezorgde vrouw naast me vroeg of het ging. Ik knikte, keek alsof ze de meest idiote vraag ooit had gesteld en stapte zonder haar te bedanken van de bus.

In de trein ging het van kwaad naar erger. Lezen lukte mij niet en van muziek luisteren kreeg ik nog meer hoofdpijn. Ik sloot mijn ogen en probeerde mij in te beelden in een warm groot bed. Toen ook dat niet hielp, bracht ik het thuisfront op de hoogte. “Ik kom misschien sneller dan gepland naar huis”.

Uiteindelijk besloot ik toch moedig om verder te pendelen. Een “beetje” hoofdpijn houdt mij immers niet tegen om te gaan werken. De hoofdpijn bleef en verergerde. Een bezoekje aan de spiegel gaf mij meer zekerheid.

Mijn hoofd is smaller als voorheen.

Al is die bult wel een vreemd zicht….

zondag 28 november 2010

Black chamber

Eén van de vele dingen die mij tegenhoudt om het ouderlijk huis te verlaten is mijn – sinds kort – zwarte kamer. Het hebben van een “black chamber” was een ultieme droom. Mijn moeder had altijd gedacht dit hoorde bij mijn puberteit en hoopte ze stiekem dat dit wel voorbij zou gaan. Maar zoveel jaar later wou ik nog steeds een zwarte kamer.

“I am lost in the black chamber
There’s no way to turn back
It takes me down forevermore”

Black chamber – Blind Guardian

Vorig jaar besloot ik dan om samen met mijn mama naar de winkel te gaan. Zwart was niet enkel mijn lievelingskleur, maar het bleek ook nog het goedkoopste papier te zijn.

Ondertussen zit ik sinds de zomer van 2009 al meer dan een jaar in mijn “black chamber”. En zelfs niet helemaal alleen. Ik heb ondertussen het gezelschap gekregen van 15 draken (waarvan er 1 licht geeft), 1 zwaard (nog niet gebruikt. Ik zei ‘nog’ niet), 5 sexy vrouwen (die je uit elkaar kan halen) en 1 heks (nee ik bedoel mezelf niet).

Geniet u even mee.







zaterdag 27 november 2010

Muziektip 31


Hugo Raspoet is een Vlaamse kleinkunstzanger en voornamelijk bekend voor dit heerlijk , maar triestig nummer. Het is de tekst die mij voornamelijk aanspreekt.

Ik draag dit nummer op aan alle mannen die mijn pad ooit gekruist hebben.

"De dromen die ik had weggestuurd
Hebben me weer meegenomen"

zondag 21 november 2010

Ijskoningin

De wil om ijskoningin te worden was zo groot dat ik uiteindelijk ook geworden ben. Gevoelens bevriezen nog voor ze de buitenlucht kunnen betreden. De gevolgen zijn niet enkel voor de mensen rondom mij, maar ook bij mezelf.

Gevoelens die op geen enkele normale manier geuit kunnen worden zorgen voor conflicten. Innerlijke conflicten. Het is mijn geest dat zich op die manier stilaan loskoppelt van mijn lichaam. Mijn gedachten vinden geen uitweg meer. Ze worden niet meer omgezet in daden, maar ze blijven gewoon vast te zitten in mijn hoofd. Voorlopig is er plaats genoeg, maar voor hoe lang nog?

Mijn geest wil zoveel. Ik wil zoveel. Ik zou graag tegen hem willen zeggen dat ik gevoelens voor hem heb, dat ik meer aan hem denk dat hij zich ooit zou kunnen inbeelden. Ik zou mijn benen willen sturen naar Schotland. Ik zou zo graag stoppen met werken om helemaal wat anders te doen. Terug te gaan studeren. Om een film te maken. Om fotografie studeren en alleen te gaan wonen. Ik zou zo graag een auto willen kopen. Of een nieuwe GSM.

En hoewel ik op deze blog best een 'grote' mond heb, ben ik in het echt een karakterloze emotieloze en onzekere vrouw. Ik laat mensen gewoon over mij heen lopen. Ik heb geen kracht mij te verdedigen en om mezelf te liefhebben. Ik heb geen energie om mijn gedachten om te zetten in daden.

De laatste weken heb ik het gevoel dat ik de voeling met de wereld aan het verliezen ben. Ik raak elke dag meer en meer geïsoleerd van de wereld. Ik begrijp minder en minder van wat er rondom mij gebeurt. De zin van vele dingen ontgaan mij vaker. Ik merk dat ik de mensen rondom mij aan het verliezen ben, maar ik kan er niets tegen doen. Mijn lichaam houdt mij tegen. Ik beweeg niet. Ik laat mijn geest mijn leven bepalen....

Miljaar, ik heb gewoon wat warmte nodig. En zeggen dat het volgende week nog kouder wordt...

zondag 14 november 2010

De schatkast

De liefde voor make-up en parfum heb ik van mijn fiere oma geërfd. Haar make-up kastje in de keuken stond vol met nagellak en parfum. Als kleine meid was die kast als een schatkist voor mij. Elke keer ik ze opende, kregen mijn ogen iets anders te zien. Mijn oma was een trotse vrouw. Zelfs toen ze begon te dementeren, liep ze nog trots rond met haar lippenstift. "Moet je nu eens kijken wat ik heb gekregen van de kapster", fluisterde ze zachtjes in mijn oor.

Geregeld ga ik nog op bezoek in haar ouderlijk huis. Het kleine kastje met de goed verborgen schatten trekt nog steeds mijn aandacht. Soms open ik nog stiekem de deurtjes. Op die momenten ga ik terug in de tijd. Ik zie me daar als jonge meid zoveel jaar geleden nog staan. Vol bewondering de dure make-up producten aan het aanschouwen. De teleurstelling is elke keer hetzelfde. De producten staan er niet meer.

Eenmaal ik thuis kom, ga ik naar mijn kamer op zoek naar mijn schatkist. Ik maak me op en besprenkel mij met één van de duurste parfums die ik van haar heb geërfd. Ik ruik goed.

Ik ruik haar.