vrijdag 30 april 2010

Alimonia


Hier ben ik dan. De enige echte Alimonia.

Writersblock

Ik heb het. Het welbesproken writersblock. Het is erger dan een banaal griepvirus. Er is namelijk niets tegen te doen. Ik voel niets meer. Ik ben leeg. Volledig. Het is alsof ik al dood ben en mijn ziel hier toevallig nog rondzwemt. Het is een vreselijk gevoel. Vroeger zat ik vol met ideeën. Soms had ik momenten dat ik wel wel 4 verschillende concepten in mijn hoofd kon creëren. Mijn "ideeënboekje" werd vaak en op de meest bizarre momenten bovengehaald. Nu is het al weken geleden.

Ook nieuwe blogpostjes werden à volonté in mijn hoofd geschreven. Soms kon ik wel 3 nieuwe posts schrijven op 1 dag. Maar nu niet meer. Mijn hoofd denkt niet meer. Het is leeg.

Het voelt vreemd aan. Onnatuurlijk. Alsof iemand van buitenaf mijn knop heeft afgezet. Alsof ze vergeten zijn mij weer te connecteren na een elektriciteitspanne. Alsof ik onzichtbaar ben.

Ik kijk rondom mij, maar ik denk niets. Ik staar voor mij uit. De muziek speelt, maar ik voel niets. De mensen praten rondom mij, maar het interesseert me niet. De woorden vliegen als bladeren voor mij voorbij.

Verdomme toch.

maandag 19 april 2010

Film van de dag

Soms gebeurt het dat een film mij helemaal kan inpalmen. Dit weekend heeft Ink, een film van Jamin Winans dit kunnen doen. Het duurde een klein half uur voor ik helemaal in het verhaal was gedoken, maar eenmaal de film mij in de greep had, kon ik niet meer ontsnappen. Het verhaal is eigenlijk niet zo simpel. Je moet best wat moeite doen om alles te begrijpen. Maar wie de moeite doet, krijgt een heerlijk verhaal cadeau. Bekijk deze heerlijke film mét aangrijpende muziek.

Eerlijk gezegd, ik heb nog nooit een film gezien waar ik me zo vertrouwd mee voelde.

De eerste trailer geeft een verkeerd beeld weer van de film. Ik vind de tweede trailer beter, maar ga gewoon die film zien!





Ingebeeld gesprek met hem

Ik kan je gedachten lezen, idioot. Denk je dat ik achterlijk ben? Tuurlijk. Dat zou je wel willen, eh? Dat ik zo’n goedkope naïeve sloerie ben die met jan & alleman het bed induikt? Die niet nee durft te zeggen. Die alles doet wat je hartje verlangt. Ja. Jammer, maar ik ben zo niet. Ik ben niet dom. Ik ben niet naïef. Ik ben geen slet. Ik weet dat je niets goeds over mij denkt. Je vindt me dom. Je vindt me onnozel. Je begrijpt me niet. Ik weet dat je mij enkel sexy vindt. Of je ogen zouden echt moeten liegen.

Maar ogen liegen nooit. En dus weet ik dat je mij niets vindt. Je denkt dat je slim bent, eh? Ik denk het niet. Ik speel en ik win altijd, lieverd. Altijd. Geloof me. En als ik het niet kan winnen, verander ik de spelregels. Ik win altijd. Klootzak.

Ik speel het spel heel sluw. Wat jij over mij denkt is wat ik wil dat je over mij denkt. Denk maar dat ik dom ben. Denk maar dat ik geen mening heb. Dat ik niet denk. Dat ik geen gedachten heb. Dat ik geen gevoelens heb. Dat ik een slet ben.

Denk het maar. Je verdient het niet dat je de echte Alimonia te zien krijgt. Ga maar op zoek naar een echte barbiepop. Die zullen zich wel laten manipuleren. En die spelen het spel niet. Nee, die geven zich al vrijwillig als speelpop uit.

Trek maar aan hun haren. Speel de kleren maar uit. Betast hen maar. Maar vooral, neem hun hart eruit want mijn hart krijg je nooit.

donderdag 15 april 2010

De mail

Het is te laat. De mail is zo net vertrokken met de vraag wanneer we elkaar nog eens zouden kunnen zien. Zo, geheel onverwachts stuurde ik hem die mail. Het was waarschijnlijk een zwak moment dat me overmeesterde. Geen idee. Maar het is nu toch te laat. De mail is vertrokken en het zit momenteel in zijn mailbox te wachten.

Ik ben opgelucht. Hoe hard ik probeerde om te vechten tegen mijn gedachten, het is mijn hart dat nu eventjes triomfeert. Ik ben fier. Fier op mezelf*

Ineens voel ik mij een pak lichter. De hoofdpijn, maagpijn en vermoeidheid zijn ineens verdwenen. Ik voel me terug normaal. Zelfs een beetje opgewonden.

Maar de mail is weg. Ik kan er niets meer aan doen. De spijt die ik waarschijnlijk zal hebben als ik terug nuchter ben, zal te laat zijn.

Maar het maakt niet uit. Ik ben blij. Nu. En niets dan het heden telt. Aan het verleden kan je toch niets meer wijzigen en de toekomst is onzeker.

Ik voel me goed. En zelfs het antwoord van hem kan daar niets aan wijzigen.
*en op Wouter!

vrijdag 9 april 2010

De genadestoot

Ik was het beu en daarom besloot ik er een einde aan te maken. Alsof ik niets anders te doen had in mijn leven, sloot ik het hoofdstuk af. “Zo, daar zijn we ook weer van afbrabbelde ik tegen mezelf. Mensen moeten me niet te lang lastigvallen of ze beginnen op mijn systeem te werken. Sommige hebben gewoon pech dat ze op het verkeerde moment het verkeerde zeggen. “Dagzeg ik dan. Zeer jammer voor jou.

Ik ken geen medeleven. Ik verander in een koelbloedig monster. Een beetje hoe Hitler zich moet hebben gevoeld. Onoverwinnelijk en vooral geen gevoel voor emoties. Emoties zijn meestal een teken van zwakheid.

Op het moment van de genadestoot voel ik mij superieur. Niemand kan mij iets doen. Ze mogen smeken, huilen, roepen of tieren. Het zal niets uitmaken. Integendeel. Het geeft me extra bewijzen dat deze jongenzwak” en “niets voor mij was”. Dat gevoel blijft nog een aantal weken hangen tot ik terug een mens word. De emoties overrompelen mij dan zo, dat ik praktisch een zenuwinzinking krijg. "Wat heb ik toch weer gedaan?" spookt er een ganse tijd door mijn hoofd.

Maar ik laat mijn hoofd niet winnen. Ik probeer het te misleiden. Ik kijk de ganse dag tv, zing alle liedjes luid mee met de radio, maak sudoku's die ik anders nog niet op een gans jaar zou maken, ik sport,...

Ik doe alles behalve denken, aan hém.

Zo.

Ik ben er van af.

maandag 5 april 2010

Marcel

Zijn naam deed het alvast niet vermoeden, maar deze kerel was echt cool. Het was een leuke foto op internet die een 2-tal jaren geleden mijn aandacht trok. Mijn foto had blijkbaar ook zijn aandacht getrokken en zo begonnen we uiteindelijk een gesprek. Dat ging allemaal heel vlotjes. Hoewel we niet in hetzelfde land woonden konden we elkaar perfect begrijpen. Ja, Marcel was een Hollander. En niet zomaar één, maar een hollander van Noord-Holland.

Marcel had alles waar ik op viel. Hij had lang haar, hij was klein, grappig, ontzettend knap én lief. Hij wist wat een vrouw wou. Verleid worden. Aandacht krijgen. Het was een kwestie van de juiste woorden te zeggen. Maar ik was niet zomaar een meid zoals al die anderen. Ik was een hopeloze meid. Ik zag het allemaal eventjes niet meer zitten. Ik had verdriet. Constant. Het leven werd me allemaal te veel. Maar Marcel was er altijd voor mij. Sexy Marcel kon me zo opbeuren met zijn lieve sms'jes.

Toen Marcel in mijn leven kwam zat in een heel diepe put. Ik ging er nooit uitraken. Maar Marcel gaf niet zomaar op. Hij beloofde mij te redden en op een dag naar België te rijden! Speciaal voor mij. En zogezegd zo gedaan. Want Marcel was eerlijk. En dat vond ik net zo leuk aan hem. Ineens stond hij hier. Hij had er een auto-rit reis van 2 of 3 uur opzitten. Ik stond hem vol ongeduld op te wachten. En daar was hij dan.

En Marcel was nog knapper in het echt! Hij luisterde naar mij. De ganse dag. Hij droogde mijn tranen. En hij bleef. De hele warme zwoele nacht. Hij was de knapste jongen van heel België én Nederland samen. Ik kon uren in zijn ogen kijken. Heel de nacht bleef ik in zijn armen liggen. Dicht bij hem. Ik voelde zijn adem zachtjes over mijn nek glijden. Ik voelde me geborgen. Ik voelde me veilig.

De volgende dag spendeerden we nog samen. Maar voor we het allebei goed beseften moesten we afscheid nemen. Ik was niet echt gered, maar dat dacht ik wel op dat moment. Maar mijn koelheid overwon het gevoel liefde. Ik zei ontzettend lelijke dingen. Nam afscheid en snikte in de trein.

's avonds laat stuurde ik hem nog een sms waarin hij mij moest bevestigen dat hij van mij had geprofiteerd. Dat had hij niet want Marcel was de liefste jongen die ik ooit had ontmoet.

"Wat je wilt", stuurde hij. "Ik heb van je geprofiteerd."

Na 2 jaar heb ik die sms nog steeds. Samen met de heerlijke momenten die we die 2 dagen samen hebben beleefd.

Ik heb heb nooit begrepen wat hij effectief van mij wou. Ik heb het hem nog verschillende keren proberen te vragen, maar ik heb nooit antwoord gekregen.

Maar ik had mijn sms. Ik had wat ik wou. En dus kon ik van hem afscheid nemen.

Dag Marcel.

zaterdag 3 april 2010

MSN

Ik heb er de laatste weken geen zin meer in. In MSN. Dat was ooit wel anders. Er heeft ooit een periode bestaan waarin ik niet zonder MSN kon leven. Nu staat het chatten op een laag pitje. Ik was vroeger veel actiever op het internet. Ik zat op verschillende forums en via die weg kwam ik vrij snel in contact met nieuwe mensen. Eén voor één kwamen ze achter mijn MSN-adres terecht. Ik heb er vele uren in gestoken. Middernachtelijk gesprekken gevoerd. Mannen die gitaar speelden voor mij via de webcam. Ik heb het allemaal gezien. En voorlopig heb ik er genoeg van.

Mijn MSN lijst zat ooit zo vol dat ik mensen moest weigeren om toe te voegen omdat ik aan het maximum zat. Vanaf dat moment ben ik stilaan mensen beginnen te deleten. Gewoon omdat ze mij niet meer boeiden. Omdat we niets meer te zeggen hadden. Omdat we simpelweg uitgepraat waren.

Deleten was niet genoeg. Zo konden ze je immers nog aanspreken. Om mezelf van een enorme blunder te behoeden "en u was?" besloot ik hen direct te blocken. Zo was ik er van af. Een gevoel van opluchting moet ik wel toegeven.

De laatste jaren block ik meer mensen dan ik er effectief toevoeg. Het maakt deel uit van mijn ziekelijk spelletje. Mensen bevinden zich als dieren in een kooi. Er is wel een uitweg, maar je moet goed kijken. Ze maken zich zorgen. Waarom komt ze niet meer online? Sommige sturen nog een mail, maar als ze daar ook geen antwoord meer op krijgen, stoppen ze de zoektocht. Ze worden vrij snel opgegeten door de leeuwen die ik op hen afstuur. De meest zielige dood, maar soit.

En mijn lijst geraakt stilaan helemaal leeg. Nog enkelingen zijn gespaard gebleven van mijn ziekelijke geest. De rest is te soft om mij te blocken. Sukkels.

Maar ik ben het moe. Al dat geblock en gedelete. En dus besloot ik vandaag gewoon - omdat ik er zin in had - om MSN van mijn computer te gooien.

Zo. Opgeruimd staat netjes.

Schoonheid

Ik hield niet van mijn lichaam. Toen niet en nu nog steeds niet. Ik weet nog hoe ik in de zomer mijn lichaam wegstak onder een grote zomerjas. Mijn dik gat. Mijn dikke billen. Lekker onder die zomerjas die zogezegd diende als eventuele regenjas. Maar het regende bijna nooit in de zomer. En dus werd ik maar als "vreemde vogel" beschouwd.

Ik werd niet echt aanvaard. Maar eerlijk gezegd wou ik dat ook niet. Ik kon me nergens mee identificeren. Wat ze dachten kon me gestolen worden. Ik leefde in mijn wereld waar het zoveel beter was. Hun uitgangsleven leek me niet erg hoogstaand. Naast "ik was zat en ik weet er niets meer van hihihi" kwam er geen enkel verstandig woord uit. Soms probeerde ik wel met hen een gesprek aan te knopen, maar we kwamen nooit echt erg ver.

Ik was jaloers. Verbitterd. Op die knappe meisjes in mijn klas. Turnen was het vak dat ik het meeste haatte. Bij het omkleden zag ik al die mooie meiden in hun sexy lingerie. Stefania was er zo ééntje. Een italiaanse furie. Nooit verlegen en altijd perfect gekleed. Ze was mooi gebruind en had geen sprietje vet. Ik had het allemaal gezien. Ik had namelijk tijd genoeg om rond te kijken. Ik kleedde mij zo snel mogelijk om. Ik dacht dat ik daar ook punten voor kreeg. Mijn kousen trok ik zo hoog mogelijk op om mijn witte beentjes te verdoezelen. Turnen met de jongens was een hel. Al die blikken die naar Stefania gingen. Ik begrijp het wel. Haar paarse bh scheen altijd door in dat wit t-shirt. Zeker als de zon 's morgens vroeg al scheen.

De jaren verstreken en nog steeds voelde ik mij niet lekker in mijn vel. Pas in het zesde middelbaar begon ik die jas achterwege te laten. Tot ik die onnozele commentaar hoorde weerklinken vanuit het raam: "dik gat!". Ik had net mijn nieuwe broek aan. Ik zou ze nooit nog hebben aangedaan. Wat ik toen niet wist was dat er een nog dikkere klasgenoot achter me liep. "Zou die opmerking over haar gegaan zijn?"; vraag ik me nu nog steeds af.

En ook al vertelden mijn toenmalige vriendjes dat ik best mooi was. Ik kon dat niet geloven. Ik geloofde ze gewoonweg niet. Ik zag overal enkel maar Stefania's rondlopen. Knap. Slank. En niet op hun mondje gevallen. Ik was lelijk, dik én verlegen.

En daarom hield ik van de winter. Mijn dik, lelijk en wit lichaam kon ik dan verstoppen onder een dikke winterjas. Maar de winter duurde nooit lang en voor je het wist was er de lente en de zomer. In temperaturen van 25°C is het praktisch bijna onmogelijk om nog met een jas rond te lopen terwijl je echt als "zottin" beschouwd wil worden. Nee dus. En dus liet ik mijn jas opnieuw achterwege.

Het was alsof er letterlijk iets van me afviel. Ik voelde me bevrijd. De complimenten die ik kreeg deden me onbewust deugd. Maar ik kon er nog steeds niet mee overweg. Ik lachte en draaide verlegen mijn hoofd om. Het getuut van de auto's hield niet op. Nog steeds niet. Van ver moet ik er blijkbaar niet slecht uitzien. Toen ik op een gegeven moment "gewoon" naar een jongen aan het staren was en zijn vriendin boos naar me kwam toegelopen met het dreigement mij "in mekaar te kloppen als ik nog lang zou blijven staren" begon er in mijn hoofd een stemmetje te klinken. Misschien ben ik dan toch niet zo lelijk als ik denk?

De jaren verstreken en mijn zelfvertrouwen ging met ups en downs. Maar het bleef altijd schommelen onder de grens die het eigenlijk zou moeten zijn. Nog steeds krijg ik complimenten naar mijn hoofd geslingerd. Nog steeds gapen mannen naar mij. Wuiven ze naar mij of tuten ze in het ergste geval. Erg vind ik dat niet. Het streelt mijn ego ergens wel. Ik lach er dan mee. "Idioten" denk ik dan. Ik ben een lelijk monster. Zien jullie dat dan nu niet?

En nu, de laatste dagen ben ik bewust naar mijn lichaam aan het kijken. Ik vind het best een mooi lichaam. Hier en daar zijn er dingen waar ik niet mee akkoord ga, maar in het algemeen heb ik best een sexy lichaam. Ja. Ik heb een sexy lichaam. Al verstop ik het graag nog. Ik zit momenteel in een "up"-moment.

Maar voor hoe lang nog?